Lingeblog Home
Recent blogs
Crt 201017 Lastedit 20-12-27

Ontbloggen
Navel staart navel

Dat is 2 1/2 jaar geleden. Mijn vorige blog. Ik klik hier linksboven op "Recent blogs". Mijn vorige ECHTE blog, lijkt te zijn: Picky Storks van Maart 2018. Daarna, nou ja, nog wel wat blogachtigs maar allemaal over jollenzeilen, soms sterk lijkend op niet meer dan een wedstrijdverslag van een goedwillende deelnemer zoals deze in van die amateursportblaadjes staan, gecorrigeerd voor spelfouten door de redacteur, het enige clublid dat kan schrijven, althans de rest denkt dat en maakt hem dus redacteur, gretig gelezen door eenieder die, verhoopt of onverhoopt, in het relaas zou kunnen voorkomen, en verder natuurlijk door geen hond.

Niet dat mijn blogs vroeger zo veel gelezen werden, maar ikzelf las ze na upload altijd nog een paar keer en dacht dan: "zo, dat weten ze dan weer", hier en daar nog een verlate verfraaiing aanbrengend.

Ik weet niet precies hoe lang geleden het is dat ik er achter kwam dat ikzelf de belangrijkste lezer van mijn blogs was, en ook de grootste genieter. Maar zo is het natuurlijk. Leuk om te schrijven, leuk om je over het geschrevene nog dagenlang tevreden te voelen.

De hoogste tijd dus voor een recensie van mijn eigen blogs, om de navel eens op de navel te laten staren.


... 1999, een splinternieuwe Kangoo net ingebouwd als microcamper, een beginnende blogger en linksonder zijn gele paraglider Lala ...

(Klik op de plaatjes voor het blog waar ze in staan) Mijn eerste blog schreef ik in 1999 bij het inrijden van mijn toen splinternieuwe, nu 21 jaar oude Renault Kangoo microcamper. 21 jaar is langer dan mijn drie huwelijken bij elkaar en de Kangoo en ik zijn vast van plan bij elkaar te blijven tot de dood ons scheidt. Waarbij ik denk dat de Kangoo, een onverwoestbare diesel uit de laatste jaren van de zuiver mechanische motoren, overblijft, en dan zonder mijn bescherming meedogenloos zal worden ingedrukt tot een vrij zwaar vierkant pakje. Mocht ik in een graf belanden, neem ik hem als kist.

Maar toen was hij nieuw en ik reed op inrijsnelheid naar Saarland, want ik had een man op TV gezien die wolven hield, die wolven begreep en door wolven begrepen werd (Werner Freund, blog van februari 1999,Wikipedia over Werner hier). Ik vreesde mezelf teruglezend wat tenenkrommende opschepperij van de debuterende blogger. Maar ik val mezelf mee, of je zou je moeten storen aan: "De overige gasten kijken mij verwonderd aan, dit schijnen ze niet vaak mee te maken." Maar ja, dat was gewoon zo. Je ziet aan de layout dat het nog de tijd was dat de lezer in staat werd geacht met Ctrl-muiswiel zijn letterhoogte te kiezen en met Restore Down zijn textbreedte.

Werner was ook in Uganda geweest, bij een strijdbare stam, de Karamojong. Hij was ook (leger)parachutist. Nu is hij dood. "Der einzige Wolf der autofahren kann" werd 80.

Dit brengt me op een idee. Voor ik verder ga moet ik nu opschrijven welke indruk ik denk dat mijn blogs bij herlezing op mij zullen maken. Dan is het straks makkelijker om de lijst van tegenvallers (en meevallers?) op te maken.

Ik verwacht

A. met een zekere stoerheid indruk op de lezer te willen maken,

B. een visie op de mens als een geestelijk beperkt, immoreel tredmolen-dier dat zijn soortgenoten, ook allemaal tredmolendieren, na-aapt.

C. extra eloquent denigrerend proza bij mensen die mij dwars probeerden te zitten, zeker als het ze lukte.

D. Bewondering voor andere dieren. Een saamhorigheidsgevoel met die beesten die op vele punten zo veel vaardiger zijn dan de mens, en ook altijd wel op een paar punten slimmer. Net als de mens volstrekt immoreel, maar dat ontkennen ze tenminste niet. En door de meeste mensen onbegrepen.

We gaan verder.

grenoble kids.jpg (106649 bytes)

Stoer (A.) zijn natuurlijk video's van mijn Alpenvluchten, maar alleen voor mij zelf. Die andere jongens die daar vliegen vinden het doodnormaal. Nee dat paragliden was voor mij geen social statement, zo van: kijk mij! Het leek me gewoon prachtig. Het lukte, dat was in die tijd, een zelfstandig vlieger te worden, maar niet een echte goeie, en ook nooit op mijn gemak genietend van mijn tochtjes en manjefieke uitzichten, altijd opgelucht weer op de grond te staan, terwijl de echte vlieger daarvan baalt zolang het nog geen zonsondergang is. Beetje Eddie the Eagle. Maar een per saldo toch fascinerende bezigheid.

Ik was toen bezig afscheid te nemen van mijn universiteit. De verloedering daar werd mij gewoon te erg. Over de debilisering van de universiteit in de vijfentwintig jaar dat ik er werkte zal ik het niet hebben (ik heb er wel over geschreven, bijv. hier). Het is zo al hilarisch genoeg. Ik dacht in die tijd dat het niet erger meer kon. Maar nu weet ik beter, al is het goddank van een veilige afstand. De ontslagvergoeding moest mijn spaarcentjes kunnen aanvullen tot iets dat je bij een eenvoudig leven (ik dacht aan Uganda, waar ik al vaak geweest was) in jaren niet op krijgt. Maar hoe lang zou het nog duren vóór ik het zover had?

Er was ruzie en ik wist niet hoeveel zetten er nog te doen waren in dat schaakspel. Één van de tegenzetten was geweest om mij geen colleges meer te laten geven, dus ik had veel tijd. De Kangoo vervulde mij dra van de droom van een nomadisch leven. Zo raakte ik in de ban van de schaftkeet. Iedereen vond mij stapelgek dus dat moest prachtig zijn, redeneerde ik. In september 2002 ging ik tot aanschaf en inbouw over. Twee vrienden, een beroepsbouwer en een beroepselectronicus tilden mijn know how en het resultaat naar nivo.

Prachtig voor mijzelf om terug te lezen, dat schaftkeetjournaal, maar veel te lang voor een ander. Deze blogs barsten van enthousiasme en doortastendheid, en eindigen met een resultaat dat voor mij het mooiste was wat ik kon bedenken, maar waar elders meestal fronsend naar werd gekeken. Hoewel het blogproza vaak technisch is, proef ik regelmatig iets van: "Kijk mij eens anders zijn dan jullie, grijze burgerserviceburgers!". Dus iets richting B. toch wel. Hopelijk viel het de lezers niet te veel op.

... 2002, De schaftkeet is af ... kijk rechts, dat was hele bedoeling: niet op campings maar gewoon aan een bosrand. Een weitje in de vork van twee samenstromende bergrivieren. Als je daar met een caravan gaat staan word je meteen gemeld bij de politie ... op deze plek heb ik een maand of 4 gestaan zonder argwaan te wekken ... wit-blauw mijn tweede paraglider, een ranker modelletje ... mijn buurvrouw daar was een tijger . ...

Nu, 18 jaar later, is er weinig aan de keet veranderd, al staat hij nu


2013: als kajuit op een drijvende bak. De bouwjournaals: keet 2002 en bak 2013.

Het volgende blog waarop mijn oog viel betreft mijn eerste oefening met afdalingsskis, in de winter vóór ik naar Afrika ging, met verpletterende nederlagen tegen kleuters. 

Hier ontdek ik iets: al heb ik met mensen niks op, met hun pups toch wel. Die kunnen mij evenzeer aantrekken als dieren. Kinderen vallen meestal onder D. Alleen ja, ze worden helaas volwassen en dan moet je uit de buurt blijven.

Nieuwsgierig toog ik, teruglezend, naar mijn emigratieblog. Het achterlaten, in de motteballen van boer Dominique, van keet en Kangoo en met een koffer naar Uganda, enkele reis! Enige weigeringen van de Alpine medemens van het verzoek mijn rollend materieel ergens bij hun te parkeren, en nog wat laffe diefstal stuwen mijn denigrerende eloquentie inderdaad naar niveau C.


... maar bij Dominique mocht het staan (foto enkele jaren later) ...

Mijn eerste Afrikablog getuigt onweerlegbaar van stoer doen, van een sociaal statement "kijk mij, ik ben anders" dus indruk A. Maar! Kennelijk besefte ik toen al dat ik me daarvoor wat moest schamen en steek de draak met mijn eigen kijk-mij-nou pose. Ik kan niet anders zeggen dan dat mij dat van mezelf verbaast en meevalt. Nee, echt.

De boodschap van het verhaal is geheel ontleend aan een boekje over Afrikaans denken dat ik net af had


Vervolgens sluit de blogserie "Groeten" vrij snel en start een nieuwe serie "Greetings", nu in het Engels, als er teveel niet-Nederlanders komen met wie ik die blogs wil delen. En dat is ook het moment dat het stadium van dromen van een traditionele dhow voorbij is, en ik mijn leven eraan ga wijden werkelijk eentje te bouwen. Hoewel ... dat wist ik nog niet, want ik dacht nog dat je zo'n ding ergens kon bestellen, en dan komen ophalen als hij klaar was.


... 2 maanden en 3000 dollar verder ...

Pas geleidelijk besefte ik dat er zonder je persoonlijke en oplettende dagelijkse aanwezigheid en leiding alleen maar geld verdwijnt. Je moet in Afrika zelf ook de baas, de bouwer en de geheime politie zijn. Een harde maar geweldige leerschool. Het bouwblog wordt nu naar het voorbeeld van het schaftkeetjournaal: "dhow logbook". Tussendoor schrijf ik andere Afrika-blogs die los van de dhow staan onder de titel Personal Vicissitudes.


... als je er zelf de hele dag bij zit gaan ze je minder zwaar belazeren ...


... "Boss" in directielounge ... 

Uiteindelijk kwam die dhow er, (The Launching Page! ) maar ik had heel goed 15 000 dollar armer en zonder dhow naar Uganda teruggekeerd kunnen zijn: stelende werfbazen en werfwerkers, corrupte politie wil mij afpersen, een heel dorp in oorlog tegen me omdat hun jeugd geld van mij stal en door mijn mensen gepakt werd, ik werd ('s nachts at gunpoint) gearresteerd,  uitgewezen, wat het sein was van de werfgemeenschap om uit dhow (inmiddels bijna gereed voor vertrek en geladen) vrijwel alles te stelen, of ze nou wisten wat het was of niet, door mij benoemde kapitein en bemanning vertrok toch naar Uganda (zonder mij, ik was er al) maar werd vlak voor de grens op het Victoriameer gekaapt voor losgeld door een groep officers van waterpolitie en visserij-inspectie, en dan noem ik nog maar het minste. Iedereen zit met alle mogelijke middelen achter je geld aan. Allemaal in het dhow logbook-blog. Zo geleidelijk groeide de shit om me heen dat ik het zonder morren als mijn leven beschouwde en er - nu tot mijn verbazing - niet over piekerde er de brui aan te geven. Natuurlijk kreeg ik veel meer verstand van negers dan menige blanke expat in een stedelijk Afrikaans huurpand, en kennis is macht. Ik zou er een boek over kunnen schrijven. Maar in een Afrikaans land zou ik riskeren ervoor opgesloten te worden, en in een Europees land zou dat zeker gebeuren. Bovendien leerde ik iets wat uiteindelijk ook mijn bloggerij zou doven: bazen luisteren, kijken, commanderen. Maar weet de baas iets dan zwijgt hij daarover. Een baas, leerde ik door schade en schande, zegt nooit wat hij echt denkt, laat staan dat hij ... blogt. Erasmus zei het al: de waarde verberg je diep in je huis, aan de straat zet je alleen de zaken waar je vanaf wil. Nou ben ik al lang geen baas meer, maar zinloos verspillen, daar begin je niet meer aan als je het eenmaal hebt afgeleerd.

In een opleiding, dacht ik in mijn onschuld toen ik nog aan de universiteit les gaf, moet je de student leren zelfstandig te denken. Niets is minder waar. Ik had wel gemerkt dat de meest studenten het absoluut niet willen, maar het is ook niet de bedoeling! De student moet voor een baas leren werken, en moet dus straks kunnen doen wat die baas van hem wil. Geld verdienen en promoties maken. Je hebt dus mensen als ik die vijfentwintig jaar aan een universiteit werken en daar dan na afloop door andere ervaringen pas achter komen.

Goed, maar hoe beoordeel ik nu achteraf de blogs van dat dhow logbook? Het aparte is vooral dat ik mij zeer vrij kon uitlaten, omdat de Tanzanianen waar ik tijdens de bouw mee te stellen had nauwelijks konden lezen, laat staan dat ze email en internet hadden. Over u zonder u. Ik lees bij mezelf laatdunkende ironie (zie B.) waar men de afspraken weer eens niet nakwam en mij probeerde te bedonderen, af te persen en te bestelen. Daar waren uiteindelijk ook blanken bij, maar die waren dan ook sterk verafrikaanst. Zij konden de blogs wel vinden, maar toen ik over ze schreef had ik mijn verlies genomen en zag ik ze al niet meer. Toch domineert dat laatdunkende in de blogs niet. Het gaat meest over problemen en oplossingen, technisch en ook in de omgang met de mensen van de werf, van de eigenaar tot de schilder, en de afpersers, zoals de immigratie-beambten in Mwanza en na uitvaart uit Mwanza naar Uganda nog even de kapers van de politie en de visserijcontrole van Bukoba. Je zou er een mooi avonturenboek van kunnen maken, maar het schrijfwerk boeit me niet. En voor wie doe je het, immers wie een beetje door de blogs klikt kan alles vinden.


... de dhow ...

Het is Mei 2006. De volgende 6 jaren leefde ik op de dhow op het Victoriameer. Het Victoriameer is zo groot als de halve Noordzee, en vol vissers (in kano's), gelardeerd met duizenden wrakke kano-achtige veerboten, kleiner dan mijn dhow, hier en daar een boot van het leger en nog drie echte grote stalen veerboten uit de koloniale tijd (even later nog maar twee want twee kregen een aanvaring waarbij één zonk). Ik was de enige op dat hele meer die op een boot woonde. Een traditionele zeildhow van 18 meter zonder motor met een zelfgemaakt katoenzeil van 180m2. Tanzanianen zeilen met minimaal 7 man, maar met lieren en andere blanke toverkunst kon het met 3, op lange trajecten 4 voor extra veiligheid. Mijn zeelui waren Tanzaniaanse dhowzeilers.

Vaak zeilden we niet en lagen we ergens voor anker. De meest gedenkwaardige plaats was


het Sese eiland Banda (bij de pijltjes nijlpaarden) waar


wijlen Dominic Symes een wel zeer excentrieke camping had ingericht site (plaatjes van Banda, Dom's crematie).

Daarna volgden enkele jaren waarin de haven van Roland vlak ten zuiden van Kampala de thuisbasis was.


Roland Schopf op zijn 84ste

Waarna ik plotseling, tot mijn eigen verbazing, genoeg kreeg van Afrika.

Ik overwoog het gebied Portugal-Spanje-Marokko en zwierf er een tijd rond. In mijn Kangoo microcamper, die verbazend goed uit de mottenballen bij de Alpe d'Huez kwam. Reizen, altijd goed voor leuke blogs: Vagabondo. Maar het was mij er 's zomers veel te heet en 's winters een groot deel van de dag eigenlijk niet warm genoeg.

Ik ging op zoek naar een bewoonbaar zeegaand schip, een zeilkotter bijvoorbeeld. Maar die waren niet op mijn lengte gebouwd. Ik zag er tegenop gebukt door de ruimten te lopen, en haalde eerst de schafkeet maar uit de Alpine motteballen voor een standplaats aan een riviertje, de Linge.


Op een landje van de schilderachtige Beesdse familie Verbeek, later zouden ze nog met Roland en mij gaan zeilen op de Aegeische Zee. Het was tijdelijk bedoeld maar dat veranderde toen de gemeente mij er wegjoeg, zodat ik de keet op een drijfbak moest lassen, want een boot mag weer wel.

zxcv
Het werd niet alleen langer door de investering, maar ook omdat dit de kwaliteit van het verblijf daar zeer verhoogde.

Ben je lang op één plek dan blog je minder soepel. Nadat de couleur locale en de markante figuren wel behandeld zijn hou je nog de reizen, je krijgt nog de belangrijke technische stappen (de bak, de twaalfvoetsjol erbij, wat na de eerste keren alleen nog maar interessant is voor mensen die er ook een hebben), en dan gaat het al gauw vooral over de studie, die in mijn leven overal altijd doorgaat. Toen was het relativiteitstheorie en muziek en boekbesprekingen, bijv.: Homerus, Xenophon, Thucidides, Tacitus, Rabelais, Ali Bey Abbassi, Proust, Joyce, Musil  (en meer zie de index Bert vertelt wat hij leest). Daar is je hoofd dan mee bezig, en je blogt nog een tijdje door op de automatische piloot tot je denkt: ja allemaal leuk, zeker voor jezelf, om op te schrijven, maar bloggen is het eigenlijk niet meer.

En zo raakte ik ontblogd

Is dat erg?

Sommige mensen vinden het jammer. Maar als die in dit ontblogblog gaan klikken vinden ze van alles wat ze nog niet gelezen hebben. Zelfs mij overkwam dat: ja zelf ooit geschreven, maar nooit gelezen. Ja dan wordt het toch ook te gek.

Ik mis wel iets waar ik aan het begin van dit blog op terug wou komen: "D. Bewondering voor andere dieren dan de mens. Saamhorigheidsgevoel. Op vele punten vaardiger dan de mens, slimmer soms zelfs. Net als de mens volstrekt immoreel, maar dat ontkennen ze tenminste niet".

Kennelijk is dat toch een apart onderwerp.

Zowaar! Dus binnenkort toch nog een blog. Over wat ik met dieren heb.

alle blogs vanaf de Linge chronologisch

Naschrift: dierenblog nu óók af.