Lingeblog Home
Previous
Next
Crt 170122 Lastedit 20-12-27

Ik stink
Wat nu?  

Ik stink.

Meestal merk ik er er zelf niets van. Soms ruik ik mezelf, en dan denk ik: Ha! Ik ben er nog!

Honden en ik zijn het geheel met elkaar eens. Daar ben ik in topgezelschap: honden ruiken 200.000 keer zo goed. Om precies te zijn: als mensen nog net iets ruiken kun je een blikje van die lucht in een vat gooien dat 200.000 keer zo groot is als dat blikje en dan een hond laten komen. Die heeft het in dat vat nog steeds onmiddellijk in de smiezen.

Jeuken en kleven. Daar houden wij niet van. Maar voor stank trekken wij onze neuzen niet op.

1. Historisch-filosofische inleiding

Mijn stinken is niet van gisteren. Ik weet uit de literatuur dat moeders zelfs de poep van hun baby's NIET vinden stinken. Maar toen ik daarover bij mijn eigen moeder mijn licht op stak bleek dit voor mij niet te zijn opgegaan. Ze had het vreselijk gevonden.


...     ik stonk    ...                                                   ...  ik stink nog steeds ....

Ik zoek terug in mijn uit de hand gelopen blogarchief en kom tegen een verhaal van 10 augustus 2001, uit mijn zweefschermvliegtijd (clips: Bert Vliegt), ruim vijftien jaar geleden.

U stinkt!

Vanuit Locarno, aan het Lago Maggiore, kun je de berg op, naar een parapente-vliegplek, eerst met een kabeltreintje. De twintig zitplaatsen waren bezet, twee naast elkaar op een bankje zelfs door twee tassen. Het soort mensen dat zoiets doet is er niet alleen erg aan gehecht een zitplaats te bemachtigen, maar ook zeer attent op het wel en wee van eigen spullen, is mijn ervaring. Met genoegen pakte ik daarom een tas om die op de andere te zetten, en inderdaad, vóór ik klaar was, was die mevrouw van even over de veertig, en ook dat wist ik eigenlijk al van te voren, dat het een mevrouw van even over de veertig zou zijn, er als de kippen bij: hier zit ik meneer. Ze wees niet naar het midden van het tweezitsbankje, maar naar de plaats die ik zojuist had geleegd.

Zo, zei ik, dus dan ik ik mooi dáár zitten. En wees naar de plek waar ik inmiddels de twee tassen op elkaar had gestapeld. Moet dat nou? Waarom wilt u nu per se hier zitten? Vraagt de mevrouw. Ach wat maakt het uit mevrouw, het loopt toch vol, en bovendien zit ik altijd het liefst op een plek die door mensen bezet wordt gehouden met tassen. Nijdig zet de mevrouw een tas aan de overkant naast een andere mevrouw, de andere neemt zij op schoot en ik ga naast haar zitten. Zij zint op wraak.

Zegt, na enige seconden: meneer, u stinkt verschrikkelijk, ik ga aan de overkant zitten. Ze kruipt onder haar ene tas uit, steekt over en gaat onder haar andere tas zitten, zich excuserend tegen haar buurvrouw: ik ga hier zitten want die meneer stinkt vreselijk. Nou, mevrouw, zeg ik, nu neemt u wel een risico, want deze tas (ik leg er even mijn hand op) staat wel erg dicht bij mij. Als u die daar laat staan stinkt hij straks nog de hele rest van de dag naar mij. De mevrouw houdt zich groot en laat haar tas staan, tot zich een excuus aandient: een oude man voor wie geen plaats meer is. Nu zit ze aan de overkant met twee tassen op haar schoot. Omdat de man het nog niet helemaal in de gaten heeft besluit ik om met de eer te gaan strijken: maar gaat u toch zitten meneer! Dat laat hij zich geen twee keer zeggen.

Op kwasi gedempte toon, luid genoeg om mevrouw's aandacht te houden zeg ik: meneer, ik hoop niet dat ik teveel stink. Absoluut niet, ik ruik niets! roept de oude man, waarschijnlijk tegen beter weten in, maar uit dankbaarheid voor de door mij gul aangeboden zitplaats. Mevrouw is ondertussen een quasi ontspannen conversatie met haar buurvrouw begonnen zodat ze kan pretenderen dit allemaal niet te volgen. Ja, weet u, zeg ik tegen de oude man, die mevrouw daar is naar de overkant gegaan omdat ze mij zo vond stinken. De oude man slaat zich op de knieën van de pret en daarna ook nog op de mijne. Dan komt er nog een oude mevrouw binnen aan wie ik galant mijn plaats afsta. Zo was het vandaag al vóór ik het luchtruim had gekozen weer genieten met volle teugen."

Nu zult u vragen, hoe weet ik dan, behalve van die ene Zwitserse mevrouw die, u zegt het al, zeer wel over een verdachte verborgen agenda zou hebben kunnen beschikt, dat ik stink?

Hiervoor is het bewijs dat ik dit juist niet van het grote publiek, maar van mijn naasten hoor. Mijn moeder vindt dat ik stink. Toen en nu. Enkele zeer intieme vrienden delen mij ongevraagd behulpzaam en in alle goedheid mede dat ik stink, soms zelfs met ironische stemverheffing. Onder het tweede garnituur van mijn vriendenkring zijn er enkelen die, als ik het op man c.q. vrouw af vraag de treurige moed hebben recht voor zijn raap te antwoorden dat ik stink.

Ik stink dus. Er kan geen twijfel over bestaan.

Een lief nichtje van 15 suggereerde laatst eens dat ik zou kunnen gaan douchen. Aardige meid. Daar heb ik toen over nagedacht. Ik besloot dat ik daar, gezien mijn leeftijd en verregaande staat van uitburgering, niet meer aan moest beginnen. Ja ik heb nu eenmaal met grote zorg en aandacht een eigen buitendijkse life style ontwikkeld waar ik heel erg mee in mijn sas ben, ook al blijken er altijd weer kleinigheden aan te verbeteren. Zwemmen OK. Een plensregen, ja daar profiteer ik ook wel eens even van.

zxcv
... buitendijkse life style ...

Mijn leeftijd wordt meestal minstens 10 jaar te laag geschat. Ik vraag mij wel eens af waar dit gebrek aan eerbied vandaan komt. Natuurlijk, ik heb nooit gewerkt, geen kinderen, altijd gerookt, en nicotine remt veroudering, in ieder geval dementie, dat is wetenschappelijk bewezen, dus ben ik goed beschermd tegen de recente binnendijkse Alzheimer's epidemie van de stoppers. Ik let niet op mijn gewicht, dat voorkomt stress en houd je daardoor ook jong. En ik heb op latere leeftijd niet zoals gewoonlijk de angst ontwikkeld mij kinderlijk te gedragen dus dat is nog steeds mijn belangrijkste dagelijkse bezigheid: ik blijf zelf de juiste woorden voor de dingen verzinnen, heb er een hekel aan iets net zo te doen als de anderen en ga dan op zoek, doe expres stout om de lachers op mijn hand te krijgen. Dan lijk je ook jonger. Volwassenen zijn voor mij bepaald niet je van het, maar kinderen vind ik nog steeds leuk. Ja, u heeft gelijk, daar telt ook mee dat ik ze zelf niet heb. Maar legt u dan eens uit hoe u aan die kinderen komt die u niet leuk vindt en ik wel. Nou ja, ter zake: alles bij elkaar verklaart dat, vind ik, verregaand onvoldoende mijn duidelijk onderjarige uitstraling. Wat je er nog bij moet beseffen is dit:

Wassen veroudert

Je hebt een paar moslims die vinden dat je ze niet mag zien en die trekken dan zo’n zak over hun kop. Best mal natuurlijk maar onder de Nederlanders is het absoluut verboden om geroken te worden. Dat is veel slechter voor de volksgezondheid. Kijk maar eens in die Hollandse badkamers wat daar een plastic flesjes staan met van die smerige groene ecochemicalieën die ze elke dag op zich smeren. In de supermarkt staan er hele gangen vol mee. En dan maar weer naar de dokter voor iets tegen de allergie. Niemand die uitrekent hoeveel jaren die zooi je leven bekort. Dus ik zie er helemáál niet te jong uit. Jullie zien er allemaal veel te oud uit. Door al dat wassen! Geloof me nou maar. Mijn auto is ook nog nooit gewassen. Zelf nieuw gekocht, dus ik weet het zeker. 20 jaar oud. Rijdt nog steeds als een zonnetje.

En behalve niet wassen doe ik voor de rest ook al veel minder vies dan jullie want ik koop minder, stook minder (alleen 's de vier koudste maanden 45 kilo propaan per maand), woon kleiner. Ik loos absurd weinig smeerboel. Ik heb immers ook geen kinderen. Maak je kinderen dan veroorzaak je met die daad ook de vervuiling van hen, van je kleinkinderen, achterkleinkinderen, etc ... , een eeuwige schuld - als de mens niet uitsterft. Ouders hebben daardoor zo'n gigantische ecofootprint dat ze geen hoop meer kunnen hebben voor het Laatste Oordeel. Dat wordt branden, eeuwig branden. Eeuwig? Is dat nou nodig? Dat moet wel, het is de wil van God. Die kijkt kennelijk niet op een beetje kooldioxide-uitstoot.

Hoe ruiken zondige zielen als ze eeuwig branden?

Ik wissel altijd met enige spijt van onderbroek. Je bent even iets kwijt. Een stukje van jezelf. Gelukkig komt het na enige dagen terug.

bwni

frfr
... hier maken ze het ... en dan doet de overheid er nog de BTW bij ...

2. Wat nu?

Over de dijk begint een andere cultuur. Hoe wil ik mij daartoe verhouden? Grofweg zijn er voor mij twee mogelijkheden. Het meest gecharmeerd ben ik van de isolationische optie: men stinkt, neme drie enorme dito door-en-door selectief-sympathieke honden en kome nimmer meer binnendijks. Immers men is blij van mij af te zijn en dit is geheel wederzijds. De caissières van de supermarkt hebben pech, maar ach, ik ben er maar even, en anders zetten ze maar zo'n spuitbus uit gang 3 ex BTW bij de kassa. Wel wachten met spuiten tot ik afgerekend heb.

Opteer ik daarentegen toch voor overdijkse omgang dan moet er hier aan de dijk een geursluis komen.

Een geursluis is een van buitendijkse netstroom, leidingwater, gas en riolering voorzien bad- en omkleedhuisje onderaan de dijk, rivierzijde. De utiliteitsvoorzieningen lopen er bij mij nog geen honderd meter vandaan, en de bar stinkende rioolwaterzuivering van het reine dorp Beesd, altijd vol enthousiast rondzwemmende meeuwen, is op 120 meter afstand NoordNoordOost. Aan mijn kant, de buitendijkse kant van deze geursluis is een ruimte waarin men zich van zijn buitendijkse kleren ontdoet. Dan een deur naar een sauna-badkamer-douche met goede verlichting, grote spiegels en een aantal planken met potjes en flesje bekend van de onbetaalbare reclamecampagnes met broodmagere topmodellen. Daar liggen ook, vers uit de wasmachine en droogtrommel (in een volgende ruimte, waarover later), grote schone droge badstof handdoeken, zoals men die in de duurste golfclubs aantreft met dat bordje waar de leden wordt gedreigd dat er mee gestopt wordt als ze steeds maar gestolen blijven worden, een keur van borsteltjes, washandjes van badstof en van peperduur plastic-nep-sisal. Uit kleine luidsprekertjes in het plafond klinkt zachtjes New Age en Minimal Music. Glimmende damesbladen met uitgebreide katernen over gezondheid.

adfa 

Ongetwijfeld zal dit zo aangenaam zijn dat men tegen de tijd dat alle stank en vuil door het putje is niet eens meer weet hoe laat het is. Er is daar ook geen klok. Die is in een volgende ruimte, maar daar zijn we nog niet.

Na afdrogen loopt men in de gereedhangende badjas de volgende ruimte in. Daar bevinden zich de wasmachine, droogtrommel, strijkplank, strijkbout en plantensproeier met "Ecologisch Strijkvocht" Op het etiket ligt dat kind van Kroes natuurlijk weer naakt achterover met de benen wijd maar door zorgvuldige plaatsing van de "i" van "strijkvocht" is het netjes gehouden. Dit alles in een hygrometrisch geconditioneerde ruimte. Had u eerst even om het gebouwtje heen gekeken dan had u ter hoogte van deze ruimte een grote witte kast met een inlaat- en uitlaat-rooster gezien, die de lucht in het hele gebouw en ook in de droogtrommel optimaliseert - elke ruimte afzonderlijk natuurlijk - en voorziet van geur-remmers en geur-boosters.

Men ziet evenwel nog geen binnendijkse kleding. Deze bevindt zich in de volgende ruimte waarvan de klimaatknop op "Sahara" staat. Hier zijn de kasten gevuld met een keur van splinternieuwe door de fabriek zelf totaal verscheurde spijkerbroeken, tangaslips, van die colberts zoals het hoort, veel te klein, weet je wel, en natuurlijk van die gerafelde laarzen van Mondony en Dubarry die je bij sex aanhoudt.

Ook hangt hier een klok aan de wand, want we naderen de binnendijkse wereld.

Ja die Kangoo van 1998 die kan niet meer, en bovendien kan een auto niet buiten staan: vocht! De laatste ruimte is dan ook een van manshoge electrisch aangedreven (miljeu!!!) wasborstels voorziene garage voor een witte hybride zelfsturende Landrover.

sfhgjfhk
... Daarachter onder de dijk zou de geursluis moeten komen ...

3. Wat nu, deel II

Dat gaan we natuurlijk allemaal niet doen. Het voordeel zou wel zijn dat men door een dergelijke entree naar de binnendijkse wereld het Eftelinggevoel zo heftig krijgt dat men zelfs nog een kaartje zou willen willen betalen. Maar zelfs zonder geursluis noem ik de wereld over de dijk hier toch al voor ik zelf het in de gaten heb "De Efteling".

En dan te bedenken dat men bij afzien van de investering in een burgerlijk badkot - als dat zonder majeure binnendijkse schade kan - naar mijn zorgvuldige berekening voor 27 jaar en drie maanden elke dag een prijzige Pouilly Fumé en een Partagas D nummer 4 heeft.

Dus daar ga ik voor.

Maar om nou behoudens noodzakelijke boodschappen permanent buitendijks te blijven ... dat is wel een beetje saai (al zal ik dat altijd tegen beter in blijven ontkennen).  Anderzijds: voor een bevredigend buitendijks gaan moet ik, zeggen mensen die het goed met mij voor hebben, iets doen. Googelen dan maar. Meeldauw? Te laat: dan was de boel dus niet droog. Correctie: wassen met azijn. De relatieve vochtigheid in de bewaarruimtes mag maximaal 15% zijn en moet geventileerd. Ja, denk ik dan, dan komt er weer vochtige lucht in. Zelfs ongeventileerd lijkt mij 30% al flink ambitieus. Regelmatig luchten, frisse buitenlucht is het beste. Dat moet voor veel binnendijkers lastig te halen zijn, want mijn stokoude diesel mag vanwege zijn Ugandese registratie nog steeds Rotterdam in, maar hier rijdt hij nooit en is frisse lucht overvloedig voorradig.

Helaas kan dat nog niet alles wezen: 's zomers word ik ook stinkend bevonden en dan staat hier de boel dag en nacht wagenwijd open. Sigaren natuurlijk. Ik lees over tabakslucht: parfums in de zepen of in een druppeltje olie toevoegen. Daar heb je het al. Gatverdamme! Over mijn lijk! Mijn luchtjes waar iedere hond op toerent heten stank en die peperdure teringmeur uit de Body Shop heet parfum, zoals ook mijn vegetatie hier onkruid heet en dat in hun eigen tuintjes noemen die binnendijkers planten. De reden is niet ver te zoeken: dat van hun is gekocht en dat van mij komt vanzelf. En wat je moet kopen zeggen ze op TV en die heb ik ook al niet.

Ik lees hier: je binnendijkse kleding niet in de kleine afgesloten ruimten bewaren waar je 's winters je grote prijzige Cubaanse sigaren rookt. OK, klinkt niet onredelijk. Is te proberen.

's Winters is een auto vochtig. Die van mij is tevens in gebruik als berghok. Ook voor binnendijkse kleding. En ik rook daar sigaren. Dan kan dus absoluut niet. Binnendijkse kleding in luchtdichte koffer en luchtdichte hangkast of hangzak met droogkorrels en niet in de hut en niet in de auto. Bij mooi weer alles buiten hangen en nieuwe droogkorrels er in. Spullen van tijd tot tijd meenemen naar binnendijkers, vragen: "Ruik je iets?".


... tevens berghok ...

Toch voel ik een weerstand bij deze interne beraadslagingen. Ik heb er werk van, maar zelf heb ik er niets aan. Heb je al vijftien jaar geleden je laatste vrouw en je laatste baas eruit geflikkert, krijg je dit. Dat heb ik weer.

Betuwetoerfietsdames die bij mijn bosjes aan mijn dijk een noodpiesstop maken zijn zo als de dood voor het Tempootje waar ze zich mee afvegen dat ze die meteen in het gras laten vallen, dat aldus geleidelijk dichter bezaaid raakt met die witte papiertjes. Hoe zouden de daar onder de grond reeds eeuwen uitgestonken Batavieren dit verklaren? Ze waren na veel denken uitgekomen op een religieuze duiding, zoals immers ook steevast onze archeologen doen als ze iets onduidelijks van de Batavieren opgraven. Dit moet een god op zijn geweten hebben. Dat kan gewoon niet anders.

Ik zei al: als ik mijzelf ruik denk ik altijd: ha, ik ben er nog. Maar als dat een binnendijker overkomt raakt die meteen in paniek. Diens selectieve geurvrees lijkt een onderdeel van de in de polder heersende doodsangst om iets van jezelf te merken. Men weet daar zeker dat men niet zichzelf, maar iemand anders is, zo van: "Als ik vreemd ga vertel ik het altijd eerlijk, ik gebruik dan ook altijd een condoom, ik jat nooit, zeker niet van mijn baas, ik heb zelfs nog nooit een fiets gejat, ik ontduik geen belasting, mijn vrouw en ik zijn het altijd roerend eens, ik heb geen zwart geld, ik discrimineer niet, ik kijk niet naar xHamster, mijn carrière heb ik zuiver aan mijn capaciteiten te danken, ik heb politiek volkomen correcte opvattingen en omdat ik absoluut niet stink weet ik zeker dat het allemaal echt zo is."

En nu word ik goedwillend en beslist geadviseerd mij daar bij mijn binnendijks socialiseren naar te voegen ... jek-kes! Weldenkende, geleerde en verlichte vrienden werpen mij tegen: ja, Bert maar ben je in een Afrikaanse junglestam dan loop je net zo makkelijk onder de voorgeschreven leeuwenmest met je blote lul te zwaaien.

En ja, dat is ook wel weer waar.

4. Wat nu, deel III

Na googelen en raadplegen van binnendijkse welwillenden ("I never get lost, everybody tells me where to go") blijft het lijstje van storende geuren goddank beperkt tot de twee voornoemde satanische krachten: 1. muffe lucht (meeldauw) en 2. sigarenrook. Tabak is een plant, en bijna alle planten hier aan de Linge hebben meeldauw, maar ten behoeve van mijn binnendijkse aanvaardbaarheid moet ik bij vertrek overdijks al die ongerepte natuur zorgvuldig achter mij laten, want natuur, vooral ecologische natuur, vinden ze daar prachtig als het maar niet groen of bruin is en voorzien van een -nummer en keurmerk.

Nou dat gaan we doen. Buitendijkse kleding dient fris en buiten bereik van mijn tabaksgeuren gedroogd in afgesloten kisten gepleurd met lavendel en een vochtigheidsgraad van maximaal 30%.

stbw
... gedragen binnendijkse kleding luchten vóór opsluiten in lavendelruimte op maximaal 30% vochtigheid ... op de voorgrond een prijzige Pouilly Fumé waarmee ik de stemming er in probeer te houden ...

Bij de bekisting van buitendijkse kleding mag ik via mijn moeder en jongste zus uit tweede hand profiteren van de wijsheid van opruimgeleerde en bestsellerauteuse  近藤 麻理恵 (Marie Kondo). Mijn moeder, wier huis één grote geursluis is, en bij wie ik mij tot haar grote vreugde eergisterochtend vroeg vervoegde met mijn binnendijkse kleding in mijn kussensloop (ja meer heb ik natuurlijk niet nodig), is een vurig disciplesse van 近藤 麻理恵 . Dit Japanse rolmodel heb ik geoormerkt om mijzelf uit mijn benarde dreiging van Middenwest post-Germaans sociaal stankisolement te redden.

En dat betekent vervolgens: spoorslags naar de Action.

gjklgjkl
... opruimguru en bestsellerauteuse
 近藤 麻理恵 (Marie Kondo) in actie, op de achtergrond Oude Boeken ...

flghkfglkh
... links: afsluitbare plastic Actionkist met binnendijkse kleding opgerold volgens 近藤 麻理恵, onderin lavendel geurvreter en hygrometer draadloos verbonden met een van mijn weerstations, midden:  voornoemde kist in rookvrije achterdek-kast rechts: weerstation waar de vochtigheid in de kist draadloos kan worden afgelezen.

De tot 30% vochtigheidsgraad (15% is beter maar dat lukt je niet) gedroogde binnendijkse kleding gaat in de kast op het achterdek. Op het gehele achterdek, toch gauw een dikke 4% van mijn gehele dekoppervlak, heb ik mijzelf met ingang van hedenmiddag strikt verboden prijzige sigaren te roken!

Maar nu komt nog een héle harde: stap ik met mijn geconditioneerde binnendijkse vodden in mijn onvolprezen 1998 Kangoo diesel dan mag daar niet gerookt zijn, noch gerookt worden ...

O, NEE hè???

Ja echt. Dat kán niet. Aan een rookvrije tweede auto begin ik niet. Trouwens ik mag als inwoner van Uganda in Nederland helemaal geen auto kopen, daar geldt niet je paspoort maar je woonland.

Een zware aderlating. Dit MOET.

Op de heenweg.

5. Aan het werk!

Ik ben begonnen. De binnenkistse relative luchtvochtigheid blijkt af te hangen van druk en temperatuur. Ik heb mijn maatstaf dus moeten aanscherpen tot:

maximaal 30% vochtigheid bij 0o Celsius en 1019 hectoPascal.

Daar ben ik nog niet maar het zakt punt voor punt. Al zal er de komende dagen nog dapper strijd voor geleverd moeten worden, over de mogelijke kering van het gevaar voor verdere negatieve binnendijkse geurbejegening ben ik inmiddels gematigd optimistisch.

Naschrift

Actionkist: 8,86
Lavendel geurvreter: 9,10,
Extra draadloze hygrometer: 11,15,
Wassen incl. wasmiddel: gratis bij mijn moeder.

Dromerig kijk ik over de rivier en denk aan die 27 jaar en drie maanden elke dag een prijzige Pouilly Fumé en een Partagas D nummer 4 die deze doortastende actie lijkt te gaan opleveren. Dan zal ik 92 zijn. Hoe zou U er dan uitzien? En ik? Dood en uitgestonken naast die Batavieren onder die Tempo-zakdoekjes van die noodplassende Betuwetoerfietsdames? Of zou je in de Betuwse avondschemer nog steeds in de verte de kegel van een Partagas D nummer 4 zien oplichten?


... Of zou je in de Betuwse avondschemer nog steeds in de verte de kegel van een Partagas D nummer 4 zien oplichten? ...

Update 4 maanden later

Dat opbergen in die kisten blijkt te veel werk elke keer. Van een 12mm plaat Gamma-betonplex heb ik nu een buitenhutse hang-legkast voor binnendijkse kleding gemaakt, lekker krap want dat zorgt ervoor dat je binnendijkse zooi tot een absoluut minimum beperkt blijft.


... hang-leg, zo klein mogelijk ter bestrijding van overmatige binnendijkse garderobe ...

Update November 2020: het heeft bijna 3 jaar geduurd maar de wetenschapgeeft mij nu gelijk:  Prof. James Hamblin (Yale) over misplaatste wasritelen.

 

Lingeblog Home
Previous
Next