Home |
Groeten Index |
040713
Groeten van het LEED der IMMORALITEIT
Beste vrienden,
Kennen jullie niet iemand die niet meer in de mens
teleurgesteld kan worden? Iemand die de mens goed genoeg kent, in goed en kwaad,
om geen te hoge verwachtingen te koesteren? Iemand die weet waartoe de mens zoal
in staat is? Iemand die niet te snel argeloos veronderstelt dat iets wel goed
zal zijn bedoeld, iemand die niet vergeet op tijd ergens iets achter te zoeken
en het daarachter ook op tijd te vinden? Iemand die weliswaar niet de wereld
gaat verbeteren, maar wel op tijd en desnoods hardhandig ingrijpt om te
voorkomen dat hij zelf een rekening krijgt voor des anders gebrek aan moraal?
Iemand die zich (bijna) nergens voor verzekert omdat hij terecht meent dat hij
zijn eigen verzekering is? Kennen jullie zo iemand? Ja, toch zeker! Zo iemand
kennen jullie! Dat ben ik toch?
Toen ik op weg naar mijn
emigratiefeest ter hoogte van Grenoble bedacht dat mijn benzineaggregaatje nog
onder de hut stond in de tuin van Oma Lea,
niet zichtbaar tenzij je er echt onder gaat liggen, vloekte ik wel even.
Maar vervolgens dacht ik, vooruit maar, het is een risico, maar te klein om er
voor terug te gaan. En bij vertrek had ik al gedacht: bij Oma Lea stelen ze geen
zonnepanelen uit de tuin. Dus, vond ik, dat paneel mag daar mijn akku netjes vol
blijven houden.
Paneel weg, aggregaat ook geleasd.
Het paneel is nog tot daar aan toe, maar aan de
"�lectrog�ne" was ik verknocht. Ze had al lang een naam "Ang�lique".
Mijn Ang�lique is nu in boevenhanden. Smerige rotzakken. Dutrouxs. Waar zou ze
nu zijn, peins ik droef. Zou ze nog aan me denken? Ik kijk naar de jerrycans met
benzine en tweetaktolie die ook buiten stonden maar die de heren kennelijk niet
nodig hadden.
Oma Lea had goedgevonden dat mijn hut daar zou blijven
staan als ik naar Uganda ging. Maar ze bleek wat vergeetachtig dus was ik er
voor de veiligheid ook nog even over begonnen tegen schoonzoon Richard van de
overkant. Hij zou er nog even over nadenken, want ik zou immers nog
terugkomen. Een aardige man. Die zou zeker wel iets anders voor mij verzinnen
als de plek bij Oma Lea hem niet goed uitkwam.
Had hij nog nagedacht? Ja, nee dat was geen goed idee,
daar zou Oma Lea maar slapeloze nachten van krijgen. Hij was er verder bij
niemand anders nog over begonnen maar ik kon wel proberen bij...Met stalen
gezicht bedankte ik hem vriendelijk voor de hulp tot nu toe, want hij had me
tenslotte wel aan de plek bij zijn schoonmoeder geholpen.
Oma Lea had het lesje van Richard ook netjes leren
opzeggen: nee die keet hier, die zou te veel in het zicht staan, en ze werd
zenuwachtig van het idee dat er mensen op het idee zouden komen de boel maar
eens op te gaan halen. Allemaal niet stom natuurlijk, tenslotte waren ze zonder
dat ze dat wist al een beetje mee begonnen, maar een beetje laat bedacht.
Oma Lea op beide wangen gezoend en daar stond jullie door
de wol geverfde nomade dan, 28 uur v��r het vertrek van zijn Ugandabus zonder
zonnepaneel, zonder benzineaggregaat en zonder bergplaats voor hut en auto, met
zijn boeltje op de openbare weg, tussen de lachende dieven van het Franse
Alpenland.
Het is nu tien uur 's avonds ik sta nu in het vlekje Le
Rafour. Zes huizen pal aan de voet van de bergwand waar duizend meter hoger
Villard Reculas geplakt
zit. Hier in Le Rafour zit ook een geitenboer: Dominique. Ik ben niet naar de
suggesties van Richard gegaan, want als die had gedacht dat het daar werkelijk
voor mij van een leien dakje zou gaan had hij er zelf wel even heen gebeld.
Dominique ken ik zelf, want zijn boerderij ligt bij de uitgang van het
crossgedeelte van mijn hardloopronde "Tigre", en Dominique heeft vijf
schaapshonden dus dan weet je het wel. Die kwamen elke avond dat ik er langskwam
enthousiast aansprinten want honden in zo'n piepklein dorpje zijn altijd blij
als er eens iets te blaffen is. Toen ik er eens met hongernok bleef steken heb
ik een babbeltje met Dominique gemaakt en hij leek me wel aardig. Ik er heen.
Zijn vrouw doet open. Die blijk ik tot mijn verrassing ook te kennen, zij werkt
in de Casino, dus aan haar kassa heb ik al heel wat voortreffelijke en toch
voordelige wijnen afgerekend en haar gasflessen hebben bij mij van 't winter
menig rillinkje voorkomen.
Nee, hier ging het niet, ze wilden hier zelf binnenkort de
rotzooi gaan opruimen. Na wat bellen met Oma, die moeilijk deed, vroeg ik naar
een onduidelijk hoekje met wat gras en troep, links van
hun ingang.
Daar hadden ze niet aan gedacht. Ze hadden er geen moeite
mee. Het was goed.
Ik maakte een luchtsprongetje.
Ze wilden even egaliseren met de trekker. Ik zei dat dat
niet nodig was, maar Dominique was er niet af te houden en toverde het lieflijk
glooiend groen in een ommezien om tot een egale moddervlakte. Het ging heel
handig, je kon zien dat hij dat vaker had gedaan:
Goed. Het zonnepaneel en het benzineaggregaat kunnen dus
niet meer gestolen worden. Mijn drie akku's worden in arren moede maar vol
gehouden door Dominique, want ik verbind ze allemaal met diodes aan de
autogenerator (deze optie voor de hutakku had onze onvolprezen Ben reeds in het
trekhaakstopkontakt ingebouwd!), en Dominique laat de automotor af en toe
draaien, die dan alle drie akku's weer laadt, en bij zichzelf lekker het
condenswater verdampt en de olie weer in alle hoekjes klopt.
Dominique heeft mijn kistje met overgeschoten alcoholische
verversingen en keukenvoorraad. Wij hebben elkaars adressen. Emailen is er niet
bij want de bovenste kootjes van zijn rechterhand zijn al bij de Heer, en met de
uiteinden van wat over is raak je altijd minstens drie toetsen. Voor de knopjes
van zijn mobiel zal hij wel een spijker op zak hebben. Kortom een kansrijk adres
om t.z.t. wat na deze diefstal nog rest van mijn Alpenbedoeninkje bruikbaar
terug te vinden.
Ik reed mijn bagage naar het caf� bij de bushalte, zette
de auto met de laaddraadverbinding naast de hut, gaf mijn laatste Europese
sleutels aan Dominique en rende met geheel leeg sleuteletui
naar het buscaf� om nog juist tijd te hebben voor
een biertje.
Pokkenboeven.