|
040219 |
||
Tigre |
Eigenlijk sta ik niet op de Pannerdensche Kop maar ik heb er alleen maar
uitzicht op.
Mijn wat winderig landingsweiland
(groen op het kaartje, dus, voor
de liefhebbers van technische vliegweerverhalen met griezelige momenten klik:
een pr�caire landing) ligt er ook buiten,
vanwege hoogspanningskabel 2.
Ik besloot tot een verkennende wandeling op de kop zelve: over de brug bij La
Perni�re en dan rechtsaf de weilanden in naar de Kop.
Bij het zwarte pijltje trof ik een fantastische
Pr� du Bonheur-achtige
standplaats.Het toegangspad was geblokkeerd door het sneeuwschuiven van
de asfaltweg waar hij van aftakt. En er lag een gevallen boom over. Ik ben
meteen maar eens met zwaailicht gaan sneeuwruimen en zagen. Daarna een paar
dagen op sneeuwsporen van onderzoekslustige opzichters gelet, maar alleen ree�n
en hazen. Toen er met een ferme zwaai ingescheurd. Het werd ook tijd voor een
nieuwe plek, want ik was inmiddels zo ingeschoten op een aanschietende
Bagger dat ik
overal poepte waar ik zin had en, anders dan bij de Ferme des Sources, steeds
vaker met poep aan de schoenen de hut in begon te komen (Op deze panoramafoto
was ik nog niet verkast, dus heb ik mijn plek maar even aangegeven. De foto
loopt naar rechts door, de rest krijg je te zien door te schuiven met het
onderbalkje of op het pijltje drukken dat naar rechts wijst)
Echter, nu komt het: ik liep door in de richting van dat gele vlekje (dat er in
het echt ook niet was).
Waar je dertig meter verderop wel zicht op kreeg, was dit:
Het leek mij absoluut geen koe. Zo van afstand kon het een marmot zijn, maar dan
een zo groot als een koe.
De overige "animaux de la ferme" bekend van de door de beugel geacht te kunnen
kleuterboekjes kwamen allen ook minder in aanmerking. Ik besloot tot nader
onderzoek. Behoedzaam sloop ik onder de wind naderbij.
Toch nogal wel zo tamelijk een tijger, ik doe het niet voor minder.
Echt serieus geen truukfoto. Wel 10x zoom en voor jullie thuis nog eens
vergroot.
Goedemorgen!
Inmiddels was ik in de gaten gelopen en ging men mij in dekking begluren:
Nou, dacht ik, dan kan ik ook net zo goed tevoorschijn komen van achter mijn
bosje. Valt er tenminste iets te zien, dacht ik in mijn eenvoud.
Maar dat werd kennelijk als onwelvoeglijk ervaren. Ik denk dat het tot de
etiquette behoort dat men elkaar minstens een kwartier van achter een visuele
hindernis blijft begluren. Hoe dan ook, men stond op, draaide mij de kont toe
(geen ballen)
en liep ge�rriteerd blazend een hok in:
Ik voelde mij een vreselijke boer vanzelf en het betekende voorlopig einde
oefening.
Hoe dan ook, mijn naaste buurvrouw op vijfenveertig meter
is dus nu een tijger.
Het botert nog niet zo, maar ik laat het er niet bij zitten. Immers een goede
buur is beter dan een verre vriend.