Bert hamminga Back to: Index: Economie en Cultuur, Doctoraal Wijsbegeerte,
KUB 1e semester 1999
Goto: van de Vondevoort, Helma, Individualisme en de
kennis-verwerving. Afrika ten opzichte van Europa
Page title: Vondevoort Helma, Tijdshorizon bij Afrikanen en Nederlanders
Wie veel vertrouwen heeft in de toekomst, plant ver vooruit. Wie een
onzekere toekomst tegemoet gaat, maakt geen plannen die pas over een aantal jaren vruchten
afwerpen. Deze gedachte ligt ten grondslag aan de 'time horizon':
Aan de linkerkant bevinden zich de meeste Afrikanen. Hun toekomst is onzeker,
onvoorspelbaar, instabiel en onveilig. Misschien wacht hen oorlog, hongersnood of een
milieuramp. Aan de rechterkant kun je een land als Nederland plaatsen. Onze toekomst is
voorspelbaar, stabiel en veilig. De kans dat een ander land ons land aanvalt, is uiterst
klein. Tegen overstromingen van de zee hebben we ons beschermd. Ons sociale stels[t]el
garandeert ons een bestaansminimum als we om een of andere reden niet kunnen werken. In
zo'n situatie kun je zeggen dat mensen handelen op basis van een lange tijdshorizon. Dat
betekent dat zij ver vooruit denken in de toekomst.
Als een Afrikaan dan ook bij een gemiddelde Nederlander in zijn papierwinkel kijkt, slaat
hij steil achterover van verbazing. Behalve paspoort en geboorte-uitreksel vindt hij
waarschijnlijk een map met papieren van de verzekering (levens-, inboedel-, brand-, auto-,
WA- en ziektekosten), bankpapieren (spaarrekening, lopende rekening, aandelen, schuld bij
de studiefinanciering of bij de bank, spaarbrieven, deposito's, beleggingsrekening,
hypotheek-aflossing, spaarloonregeling, zilvervloot, etcetera. En wie op z'n 16e gaat
werken, bouwt al aan zijn pensioen voor later.
De mens in Nederland spaart, leent, belegt, koopt en verkoopt. Hij kijkt vooruit in de
toekomst, soms zelfs verder dan zijn eigen dood. Het zou immers leuk zijn als de kinderen
en kleinkinderen later ook nog een bedrag erven. Er zijn nog een aantal hele oude mensen
die het principe 'bank' niet vertrouwen, en bij wiens overlijden de familie duizenden
guldens in een oude sok vindt. Maar dat zijn uitzonderingen. Wie in Nederland geld op de
bank stort, heeft de garantie dat hij het er 'later' weer vanaf kan halen. Behalve als er
een oorlog uitbreekt of de economie totaal in elkaar klapt. En dat is nu juist het punt.
Het vertrouwen dat wij in economie en politiek stellen, is de traditionele Afrikaan
vreemd. De Afrikaanse 'tijdhorizon' is veel korter dan de Nederlandse. Hoe kun je
vertrouwen hebben in de toekomst als die onzeker is, niet stabiel en onvoorspelbaar?
In verschillende opzichten plant de Afrikaan veel minder dan wij doen. Waarom zou je nu al
vast geld opzij leggen voor een nieuwe dakgoot, als de oude nog voldoet? Natuurlijk gaat
hij ooit kapot, maar dat zien we dan wel weer. Er kan zoveel gebeuren, je kunt er toch
nooit allemaal rekening mee houden. Als de buurstam een oorlog begint, gaat het hele hutje
eraan. En de oogst verloren. Je weet nooit wat de dag van morgen brengt, laat staan hoe de
toekomst er over tien of zelfs dertig jaar uitziet. Het zou dus zelfs stom zijn om plannen
te maken die zo'n lang tijdsbestek bestrijken. Een Afrikaan kan niet riskeren dat hij
afhankelijk is van de toekomst.
Ook de Afrikaan in de moderne stad zal minder ver vooruit plannen dan de Nederlander. Hij
krijgt te maken met corruptie, inflatie en wie weet oorlog of een economie die nog meer in
elkaar zakt. Liever zal hij spullen kopen die de waarde behouden.
Pas als je je in je eigen land echt veilig voelt, ga je ver vooruit plannen. Zo gedacht
klopt het 'time horizon-schema'. Hoe meer onzekerheid, onvoorspelbaarheid, instabiliteit,
kans op conflicten en oorlog, hoe minder ver vooruit mensen plannen. En hoe meer
zekerheid, voorspelbaarheid, stabiliteit en een gevoel van veiligheid, hoe verder vooruit
mensen plannen. Van geboorte tot dood.
Toch moet er een op dit moment gaande ontwikkeling in het schema opgenomen worden. Want
binnen mijn generatie Nederlanders moet je constateren, dat zij juist weer minder ver
vooruit plannen. Juist omdat ze zich geen zorgen maken over de toekomst. Voor ons is alles
geregeld, en wij zijn niet anders gewend. Oorlog kennen wij alleen van televisie en uit de
krant. En misschien van verhalen van opa en oma. Honger kennen wij niet, behalve als we
vergeten zijn om boodschappen te doen en het te laat is om nog iets te bestellen. Als wij
ziek zijn, kunnen we onmiddellijk naar onze huisarts gaan. Er is werk genoeg. Misschien
niet altijd werk wat we zelf het liefste zouden willen, maar bijna niemand hoeft thuis te
zitten. En als dat om de een of andere reden wel moet, bijvoorbeeld bij ziekte, dan krijg
je via de overheid elke maand een bedrag op de bank gestort.
Wat betreft stabiliteit, veiligheid en voorspelbaarheid van de toekomst scoren we hoog. Zo
hoog, dat jonge mensen minder ver vooruit plannen. We maken ons geen zorgen over de
toekomst. Het is geen probleem om een lening af te sluiten om een mooie reis te maken. Dat
betaal je later wel terug. Mensen nemen meer risico's in hun werk. Werken via een
uitzendbureau of freelancen is normaal. Bijna niemand werkt meer zijn gehele leven voor
één baas. Het gaat juist om de afwisseling, nieuwe uitdagingen, carriere maken. Liever
risico nemen dan inkakken.
Een spaarloonregeling nemen de meeste jongeren nog wel, maar voor de rest wordt er niet
veel gespaard. Dan nog liever beleggen op de beurs, dat is veel spannender. Misschien is
het begonnen in de jaren zestig en zet het nu op grote schaal door, maar in elk geval hoef
je je niet meer te houden aan het motto 'doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.' Geld
moet rollen, dat is beter van toepassing op deze tijd. En de een koopt een grote auto, de
ander gaat een tijd reizen, weer een ander koopt een duur huis, een ander kunst, en
sommigen brassen alles op in de kroeg. In elk geval lijkt het erop dat onze generatie zich
geen zorgen maakt over de toekomst en lekker nu leeft en geniet.
Een goede illustratie van deze gedachtengang is de discussie over het tentamineren en beoordelen van studenten op een universiteit. Vroeger werden studenten geacht zich gedurende drie jaar voor te bereiden op een tentamen. De stof omvatte tientallen boeken en om het tentamen te kunnen halen, had je een lange voorbereidingstijd nodig. Dit is een voorbeeld van een lange termijn planning. Nu werken de studenten in tri- of semesters. De stof omvat hoogstens een paar boeken en wat artikelen. Sommige vakken kun je in een week bestuderen. Voor andere vakken heb je meer tijd nodig, maar in principe moet je toch zo'n vier of vijf vakken per tentamenronde binnenhalen. Zie hier: korte termijn planning. LINK RATED ASSIGNMENTS.
De trend van de korte termijn planning speelt zich af op het individuele gebied. Het
betreft de persoonlijke financiële planning. Bedrijven kijken wel ver vooruit. Zij passen
prima in het schema. In een land dat weinig stabiliteit biedt, zal een ondernemer minder
snel investeren. Want de kans dat hij iets van zijn geld terug ziet, is klein. In
Nederland doen bedrijven investeringen die ze pas over twintig jaar terug zullen zien. Dat
kan, omdat men gelooft dat het goed blijft gaan in Nederland. Het economisch klimaat is
gunstig en het vertrouwen in de toekomst groot. De meeste mensen gaan ervan uit dat die
beperkte groep van managers, politici en directeuren wat de toekomst betreft de juiste
plannen maakt. Hierover maken zij zich geen zorgen.
Is Nederland dan verworden tot één grote Efteling? Toch niet. Jongeren maken zich
namelijk wel zorgen om bijvoorbeeld het milieu, dierenmishandeling en de situatie in
ontwikkelingslanden. Dit in tegenstelling tot de Afrikaan. Om het hele idee van
scharrel-eieren zal hij hard lachen. Laat staan dat hij zich druk maakt om het gat in de
ozonlaag. Zelfs het riool in zijn achtertuin interesseert hem niet.
Het is typerend en ook logisch dat mensen zich pas zorgen maken om zaken als het milieu op
het moment dat zij zich in een veilige en stabiele situatie bevinden. Maar een mens moet
zich toch ergens druk om maken? Misschien voorziet de milieuproblematiek wel in een
behoefte van de mens, namelijk het 'goed' willen zijn. Wie nu leeft, die nu geniet. Maar
het leven moet toch meer bieden dan alleen genieten? Misschien voelt de rijke mens zich
onbewust wel schuldig over zijn rijkdom. En vindt hij het dus bijzonder prettig dat er
instanties zijn die hem de mogelijkheid bieden een Foster Parents-kindje te adopteren.
Milieu-vervuiling, dierenmishandeling en de derde wereld: reële zorg of
afleidingsmanoeuvre?
Bestudeerde literatuur:
Mbiti, J.S. (1969) African religions and philosophy, Londen,
etc.: Heinemann
Lamb, D. (1983) The Africans, New York: Random House
Museveni, Y.K. (1997) Sowing the mustard Seed, London: Mac Millan Education LTD
hamminga, B. (1997), Economics, Philosophy and the social morality
of colonialism, Bert hamminga Research and Teaching
hamminga, B. (1999), Le Penseur Africain, Bert hamminga
Research and Teaching
hamminga, B. (1999), Epistemology
from the African point of view, B. hamminga home page
hamminga, B. (1999), Identifying culture groups, Bert hamminga
Research and Teaching