Kleine Zakgeschiedenis van Uganda

-2900

De Egyptenaren zeilen de Rode Zee uit

-1472

Egyptische handel met sub-Sahara Afrika komt tot volle bloei onder koningin Hatshepsut

500

Begin van de IJzertijd in Oost-Afrika.
Bantu dringen binnen uit het Oosten en het Zuiden. Dat zijn de latere Baganda, Basoga, Banyankore en alle andere stammen waarvan de naam met Ba begint.
Vanuit het Noorden komen de Nilotics, zoals de latere Acholi, de Karamojong en de Luo waar Hans Burgman de meeste ervaring mee heeft.
De Afrikaanse Oostkust wordt bevaren door Grieken, Perzen en Indiërs

Vanaf ca. 1000

Arabische moslims verschijnen aan de Afrikaanse Oostkust met ambities op het terrein van handel in goederen en slaven

Ca.1500

Portugezen zeilen om Kaap de Goede Hoop en beginnen zich in te vechten tegen de Arabieren aan de Oostkust van Afrika

Rond 1800

Sterke Afrikaanse stammen in Oost-Afrika verdienen lekker aan het grijpen en als slaaf aan de Portugezen en Arabieren verkopen van de zwakke Afrikaanse stammen. Zanzibar is de Arabische handelshaven en het centrum van de "beschaving". De vorm van transport is de karavaan onder leiding van een Bantu, Arabische of halfbloed handelaar. Alles gaat op de nek en op ezels en kamelen. Het gaat er bloederig, ruig en meedogenloos aan toe: slaven die het niet meer kunnen bijhouden worden ter afschrikking van de rest aan de bomen gespijkerd en gruwelijk vermoord.

1844

Voor de Arabieren die langs de Afrikaanse Oostkust zeilen is Uganda nog steeds te ver, maar er kunnen ter doorgifte wat olifantstanden en wellicht ook al eens wat slaven worden verruild voor textiel, kralen, koperdraad, geweren en munitie met stammen die wel met de Arabieren in contact staan. Uganda kent enkele grote goed georganiseerde koninkrijken, waar in het westen niemand nog iets van weet.

1860

Speke en Grant bereiken het hof van Kabaka Mutesa van Buganda (waar nu Kampala ligt). De Engelsen raken zo onder de indruk van de organisatie van het koninkrijk met zijn 125 000 man sterke leger dat men het als de snelst naar winstgevendheid te brengen koloniale gouvernementele basis beschouwen. Hier was tenminste iemand met wie je kon praten!

1862

Speke ontdekt bij Jinja de bron van de Nijl. De Baganda en Basoga hadden hem natuurlijk al lang "ontdekt" en je maakt mij niet wijs dat ze hem aan het hof in Kampala niets hebben ingefluisterd of dat hij na Kampala Oostwaarts te hebben verlaten nergens de weg heeft gevraagd en gekregen. Speke kwam zeker bij de Nijl. Het monument staat aan de Oostelijke Jinja-kant van de Nijl. Terecht heeft het dorp aan de andere kant later zijn eigen monument geplaatst met friettent, want Speke kwam van Kampala, dus uit het westen. Ontdekt heeft Speke hem hoogstens in zekere zin als die lui die hem er de weg heen wezen niet wisten dat de Nijl bij Alexandrië de Middellandse zee in stroomt. Volgens mij is daar nooit onderzoek naar gedaan. Kortom, monumenten zijn gebouwd en friettenten geplaatst vóór degelijk onderzoek is gedaan. Met Engelsen moet je oppassen: ze hebben ook eens "de oudste mens" gevonden. Deze Eoanthropus dawsoni werd "ontdekt" in 1912. In Engeland! Hun koningin is Zijne Heiligheids tentoonstellingsruimte toen nog wezen openen. Het skelet bleek later uit geïmporteerde en opgekalefaterde onderdelen van enkele verschillende apen te bestaan.

1896

Bij de Oost-Afrikaanse zeehavenstad Mombassa beginnen de Britten het werk aan de spoorweg naar het Victoriameer en Uganda. In 1901 wordt Kisumu, havenstad aan het Victoriameer, waar father Hans Burgman zit, van het prachtige artikel over Afrikaans denken en het Pandipieri project, bereikt en is Uganda voor zwaar vrachtvervoer middels scheepvaart ontsloten. Tegelijk is door de spoorweg het tevoren als minder bruikbaar beschouwde Kenya in de commerciële belangstelling geraakt, waar sisal (voor scheepstouwen), katoen en koffie vooral door blanke boeren, die zich rond bielzenopslag en railfabrieksterrein "Nairobi" hebben gevestigd, wordt geëxporteerd. Het uitbuiten van het "protectoraat" Uganda zal tot 1910 een verliesgevende hobby blijven.

Na 1900

Slavernij mag niet meer van de Britten, al is het een krimpbaar begrip, maar er gewerkt moet wel worden. De oplossing: belasting op hutten en geweren. In rupees. Deze kan men verdienen door op de plantages te gaan werken, wordt overal uitgelegd. Men kijkt verbaasd heen en weer tussen zijn hut en de blanke dorpsomroeper. Hutbelasting??? Het zijn niet verdiensten die belasting uitlokken, zoals in Europa, maar belasting moet verdiensten noodzakelijk maken en zo werk afdwingen. Nu gaan ook universiteitsprofessoren zich er mee bemoeien: professor G.J. Brown van de gerenommeerde universiteit van Oxford schrijft: "Het grootste deel van de wereldbevolking moet hard werken voor zijn bestaan en er is geen reden waarom de generositeit van een overvloedige natuur een excuus zou zijn voor de Afrikaan om zich daaraan te onttrekken, werken is weldadig voor ieder en als de zwarte mens zich wil verheffen boven zijn huidige niveau dan moet hij aangemoedigd worden, zonodig met lichte druk, om zich wat te gaan inspannen en een hoger niveau van bestaan te bereiken." Daar komt vervolgens in de ogen der Britten teleurstellend weinig van terecht. Binnen de kortste keren is iedereen ziek, spoorloos of heeft een ontheffing. Voor die spoorlijn waren de arbeiders ook al uit India gehaald ("koelies").
Dapper blijven de missionarissen zich van hun beste kant laten zien. Ze doen er alles aan de Afrikaan te doen begrijpen wat de Here voor bedoeling mee heeft met de nieuwe geldeconomie: textiel kopen voor kleren bijvoorbeeld! Hoef je niet meer zo vies bloot te lopen, toch? Men knikt ijverig ja, maar het succes blijft matig. De oma van Margaret liet mij evenwel opgetogen weten, als bijzonderheid van haar huwelijk, dat zij en haar bruidegom kleren droegen. Dat was wat! Dat was een hele aparte, moderne bruiloft.
De Imperial British East Africa Company die het bestuur regelt ziet exclusieve rechten voor blanke boeren als gevaar voor de vorming van concurrerende prijzen. Het is dus geen koek en ei tussen de blanke boeren en het koloniale bestuur. Men tolereert vestiging van blanke boeren in Kenya, daar men de maatschappij daar als niet verder te verpesten beschouwt. Hoop op bruikbaarheid van de koninkrijksstructuur van de Baganda doet de Britten vestiging van blanke boeren in Uganda ontmoedigen. Sir Hesketh Bell: Uganda mag niet "another white man’s country" worden. Indiërs, niet blank, dus die mogen wel, zetten er bedrijven op en hun bouw van plantages en steden in Uganda neemt een aanvang. De Imperial British East Africa Company hoopt zo de prijzen der koloniale waren lager te krijgen, dus de marges van de Company te verhogen, door niet-blanken mee te laten concurreren.

1945

Oprichting van de Verenigde Naties, waar onder aanvoering van de nieuwe wereldmacht (en ex-kolonie!) Verenigde Staten een sterke antikoloniale stemming ontstaat. Wat ook scheelt is dat de westerse afhankelijkheid van een groot aantal "koloniale waren", zoals katoen en sisal door technisch industriële ontwikkeling sterk is afgenomen. Slechts de olie en delfstoffen zijn nog werkelijk van belang. "Bovengronds" heeft het westen in Afrika weinig meer te zoeken. Het recept van de Verenigde Naties is van een verbluffende (en goedkope) eenvoud: geef de Afrikanen een stoomcursus democratie en dan snel de onafhankelijkheid.

1962

Uganda wordt een onafhankelijke democratie met Milton Obote als president, "Obote 1". Gefeliciteerd Uganda!

1966

Obote pleegt een militaire coup samen met zijn legertopman Amin. Democratie en chiefdoms worden afgeschaft. Acholi, Langi en Kakwa, Nilotische stammen met hun boomlange pikzwarte gespierde mannen, traditioneel de meerderheid in het leger, gaan domineren. De Engelsen zijn niet erg over Obote te spreken. Op Amin hebben ze hun hoop gevestigd.

1971

Amin (van de Kakwa-stam) pleegt een coup tegen Obote en zijn achterban van Acholi en Langi, Nilotics tegen Nilotics. Obote vlucht naar Nairobi, waar hij door Kenyatta op de reservebank wordt gezet en waar zich ook Museveni (Muntu van de Banyankore Bahima nomaden) meldt, die als een schooljongen wordt behandeld en zich tegen de intriges van Obote verweert door in Uganda zelf ondergronds te gaan werken.

1972

Amin zet de Indiërs Uganda uit. De huizen in de steden raken bewoond op de wijze van hutten, straten spoelen weg, de telefoondienst en de water- en elektriciteitsvoorziening storten in, als je boodschappen gaat doen houd je er rekening mee dat je wellicht simpelweg onderweg door soldaten doodgeschoten wordt, trouwens, er is toch niets meer te koop. Soldaten pakken Margaret de spullen van haar catering bedrijfje (frietpan e.d.) af, familiespaargeld op de bank wordt geconfisqueerd, autootje weg, de benzinepomp moet worden verhuurd aan een vertrouweling in regeringskringen die bereid is te roepen dat hij eigenaar is, zodat ze het niet confisqueren. Die vertrouweling wordt wel gedwongen er een Total pomp van te maken en dat is het nu nog. Had Total Amin genoeg geboden om Shell uit Uganda weg te werken? Er zijn nu wel weer Shell pompen, maar Margaret krijgt haar pomp niet terug. Haar man heeft het niet overleefd. Wat er precies is gebeurd krijg ik niet te horen. Frida en haar man, beiden met een goede opleiding, trekken zich terug ver in de bush achter Kamuli, vallen terug op subsistentielandbouw en houden dat later maar zo.

1976

Raid on Entebbe: Vier Israëlische Hercules C-130H vrachtvliegtuigen begeleid door Phantom straaljagers landen op Entebbe, rollen een limo af met een Amin lookalike, schieten zeven terroristen en 11 Ugandese MiG's kapot, bevrijden 103 Israëlische gijzelaars en vliegen ermee naar een op Nairobi airport gereedstaand hospitaalvliegtuig. Tanken en naar huis. Een soldaat en drie gijzelaars overleven het niet.
De leider aan terroristenzijde, ene Carlos, was helaas net even neuken in Kampala.

1978

Invasie van Tanzania, de dirigent van de Kamuli brassband wordt door de Tanzanianen zo verrot geslagen dat zijn gezicht nooit meer stilstaat (zie dagboek 4 december 1997) Herman Wubbels "vlòòòòg" de rozenkrans door de vingers (zie dagboek 7 december 1997)

1979

Vlucht Amin

1980

Obote opnieuw president, "Obote 2", Museveni begint aan de opbouw van het verzet als brede volksbeweging. De structuur die hij maakt zal de basis vormen van de stabiliteit van het land na de machtsovername.

1986

Museveni wordt president. Alles is kapot. Er is niets.

1997

Ik ga voor het eerst naar Uganda. Inmiddels gaat er minimaal elke tien minuten een busje van iedere Ugandese plek naar iedere andere Ugandese plek. Dat moeten toch zeker 30 000 van die busjes zijn. Allemaal uit Japan. Letterlijk duizenden daarvan staan onbegrijpelijk dicht opeengepakt in wat Moses Isegawa (een prachtige beschrijving in Abessijnse kronieken vanaf p. 115) een "bruisende niervormige kom" noemt in Kampala-centrum. De afstand die wordt aangehouden (zestig cm) bleek bij navraag de minimale afstand te zijn waarop de geoefende chauffeur hem kan aanduwen. Dit is ook de doorslaggevende test voor sollicitanten.