|
Crtd 10-04-04 Lastedit 20-11-24
Hammerkopnest
Het leven van een plaatsvervangend farm keeper
Een manual is mooi, maar
nu de praktijk: wekker zetten hoeft niet. De honden hebben hier wekker-taak. Zij
ruiken de dageraad v��r die er is. En dat is niet
het enige, 's nachts zorgt men voor charmante pingpong geluiden (de ballen waren
gevonden) en Jimmy inspecteert iedere morgen, nog v��r
ik word gewekt, de slaapkamerdeur van Willemien en Maarten. Er is ook iemand die
daar regelmatig een grote drol draait. Iedereen ontkent natuurlijk.
De koffierobot, die vers gemalen espresso spuit na ��n druk op de knop, naar ik
vermoed in een on-line draadloos internet communcatieproces met het
Saeco-Odea hoofdkantoor, knippert snel op een rood
uitroepteken. Het
bijbehorend cursusboek schijnt ergens te liggen maar ik ik ben al gepromoveerd.
Ik geef de voorkeur aan mijn onvolprezen bootcafetiera.
Wij maken even van Willemien en Maarten's afwezigheid gebruik om mannen met HELE
enge pakken en maskers te huren. Die spuiten alle 5.234.765.165 mieren in en
rond het huis en zwembad dood. Mens en dier moeten twee uur weg blijven. Daar
maken wij maar eens vijf van want na twee staan de plassen gif nog op de tegels.
O wat zijn die mieren stil, mieren stil, mieren stil!
De Vrije Geit |
De geit en ik zijn een grappig stel: we trachten elkaar op te voeden. Als ik
haar kom halen vlucht ze voor mij achter haar hok.
Dat kan ze heel goed. Ik wacht bij open deur met ketting, komt ze niet snel dan
ga ik voor straf weer weg. Na een uur komt ze wel doch schiet vrij door in een
bliksemsnelle duikbeweging. Daarop beperk ik mij er toe de rotstuin te verdedigen.
Mevrouw blijkt er in vrijheid een zesgangenmenu op na te houden verspreid over
de hele tuin. Dat begint met het boompje achter het pomphuis. Dan wat hoog gras
van het gazon, dan links in de hoek iets�enz. Komt ze bij de rotstuin dan grijp
ik in. Ze neemt ook pauze, dan gaan ze terug hun afrastering in. Zet George haar
aan de lijn (hij wel!) en breng ik haar terug dan loopt ze trekkend voor mij uit
om de buren te laten denken dat ze mij naar het hok brengt. Kortom ik tegen geit
is nu iets van 0-3. En moet je dat beest eens zien loeren. Heeft al-les in de
gaten.
Ochtend. Frodo weigert eten. Dus ik prik er ook geen insuline in. Dan eet hij
drie brokjes. Dat zou zijn nul komma nul 4 streepjes op de spuit. Dan de helft.
Dat is drie streepje, hup dat jassen we dan maar in zijn donder.
Walter ligt even compleet voor lijk, vrijwel compleet: kotsen en diarree
uitgezonderd. Die was hier
sinds het gifspuiten niet eens geweest! Goed spul, goed spul. Ik naar zijn huis,
herkende hem niet eens zo ingevallen. Olav (volgende farm, met eigen dokter) had
vandaag (Zo) zijn telefoon af dus maar naar de enige niet geheel zeker voor 100%
beunhazende clinic in Entebbe. Daar heb ik inmiddels al 110 000 betaald, 50
euro, een redelijk tot zeer aardig maandsalaris hier. En hij ligt er nog. Ik ken
ze daar niet als bedriegers, maar gewoon een nieuwe guard is wel goedkoper. Hoe
komt die jongen daar nu weer aan. Als ze hier zijn drinken die negers allemaal ab-so-luut alleen commercieel fleswater
en niets anders, dat steekt heel nauw, tot verbazing van mij, kraan- , meer- en
zwembadwaterdrinker. Misschien toch thuis minder precies?
Met genoegen zwiepte ik met zeef aan stok de kikkers uit het zwembad zoals ik Maarten heb zien doen (denk eens aan hun stoere praat daarna: "ik heb toch een SPRONG gemaakt!!!!"). Maar ik heb niet goed genoeg opgelet: de stokzeef is gebarsten door het whiplash effect bij kikkers boven de 4 ons. Even weer samengemopt met schroefje maar dat wordt een nieuwe halen bij Henkel Kampala. De slakken hou ik er wel in. Zij verwijderen voor mij het klevend vuil op de waterlijn. Pas een uur v��r Maarten en Willemien arriveren gaan ze er uit. Mijn zwembad taken geven mij ook de altijd weer verbijsterende observaties over negers aan de arbeid, het zwemhok in dit geval. Vijf man, de hele dag. Afgezien van het lostrekken van mijn zwembadslang van zijn adapter (op gewoon van kraan afschroeven komen ze niet, was ook eigenlijk stom van mij zulks even weer te vergeten), bestaat het werk van een hele dag uit het passen en spijkeren van drie zolderplaten, een blanke zou zeggen: werk voor ��n man, drie kwartier.
Links: de zwemhokwerkers gebruiken ook stroom. Losse fase en aarde draden in vele feestelijke fantasiekleuren aan elkaar geknoopt passeren rakeling, op hoogte van de knoop natuurlijk, het zwembad. Er is ook geen stekker, de draadeinden worden los in het stopkontakt gestoken
Ondertussen continu levendige conversatie, met veel gelach. Een eindje verderop hebben George en de buur-tuinman nabij elkaar nuttig werk gevonden tussen het onkruid grenzend aan de perselen (alhans als ik opkijk van mijn badwerk maakt men symbolisch een paar gebaren, maar als ik na hun werk, dat enkele uren duurt, onopvallend even ga kijken kan ik absoluut niets ontdekken dat op gedane arbeid wijst), ondertussen staan de monden niet stil. Wat zulke minibreintjes elkaar allemaal te vertellen hebben! De moderne theorie van de taalgenese - dat ons gebrabbel 100 000 jaar geleden is begonnen met roddelen totdat onze taalbeheersing goed genoeg was om er nuttige dingen mee te gaan doen - wordt hier weer dramatisch bevestigd. Enfin die zwemhokwerkers maken niks klaar, maar ze kosten ook niks. Ik heb geen instructie me er mee te bemoeien, anders schopte ik ze buiten en maakte dat hok in twee dagen in mijn eentje af. In huis is het anders maar met hetzelfde resultaat. Victoria's personeel, George en Irene, komen om half tien aankakken, en de bazin zelf om elf uur. Verschil moet er zijn. Victoria en Irene zijn in een mum klaar. Ze zouden wel vijf van dit soort huizen op een dag kunnen doen. Het resultaat is hetzelfde: veel pret en een de hele dag ononderbroken ontspannen conversatie. Er vallen geen stiltes. Zelfs het schelle kef van Frodo en de oorverdovende blafbulder van Jimmy vermag niet voor een onderbreking te zorgen. Allemaal voor mij geen probleem, het huis is groot genoeg. De hele momentele staf van 9 personen, alsmede all vijf stuks vee zijn, mede vanwege het triest en plotsklaps overlijden van enkele miljarden minuscule medebewoners, de hele dag goedgemutst, behalve soms even de geit nl. als zij mij ziet komen.
Vic mest mij goed vet. Vis met friet, cannelonischotels, cake met icing (een vriendin kwam haar dat leren voor het a.s. huwelijk van haar dochter), quiches, ommelletten (of hoe schrijf je dat), en altijd mijn favoriete verse passion fruit juice - spreek uit j�-is)
Inmiddels Walter uit clinic maar nu bij kennissen daartegenover met kraantje nog
in aderen voor regelmatige oversteken en infuseren. "Madam" dat is zijn vrouw,
dreigt reroyeerd te worden van de werkerslijst JPCuttings wegens de derde keer
niet komen morgen. Hij had Piet gebeld maar die leek hem niet zo snel van
begrip, of ik niet.... "Daar weet ik de oplossing voor", zeg ik "ze gaat gewoon
werken dan is er niets aan de hand". Hij heeft geld nodig. Tijdens boodschappen
breng ik daar zijn salaris.
De benzine is even 20% omhoog, want in Mombassa en Dar verwacht men
prijsverhoging. Maar omdat de tanks niet vol waren toen dat daar ging rondzoemen wilde men ook weer niet van het toeval afhankelijk
zijn en nu zijn de leveranties in Oost Afrika gestaakt om eerst ALLE tanks HELEMAAL te vullen.
Zo worden we eerst maar eens even wat uitgedroogd, dat verhoogt immers ��k
de prijs. Dat wordt verdienen daar aan de haven straks met die volle tanks en
die torenhoge prijzen! Onze
George kan het al niet meer
betalen. Nu ik toch naar Kampala ga, of ik even 5 liter wil halen want daar is
het goedkoper. De auto gaat op weg terug naar de garage, onderweg 5 liter
benzine afgeven op
de weg waarlangs George straks naar huis gaat...totale besparing 40 eurocent.
Maar je moet hem die 40 eurocent niet geven want dan ben je weer die maffe
blanke die een beetje met geld gooit.
Ik loop even met mijn intellectuele ziel onder de arm want nu, na anderhalf jaar, heb ik de Franse revolutie, consulaat en empire begrepen, het is nl. mekaar op de kop slaan en daarvoor ge�erd worden, terwijl de slimmen stiekem van de verwarring gebruik maken om rijk te worden. Wat nu? Ik weet het nog even niet. Maar hier is de Hammerkopsnest-bibliotheek! Met veel wikken, wegen en spijt hebben Maarten en Willemien een klein gedeelte van hun boekenbezit meegenomen. Ik loop er eens langs. Ik voel een positieve grondhouding opkomen bij James Grippando, De Erfenis en Ursula den Tex, Erfgenamen. Beuren zonder werken spreekt natuurlijk altijd tot de verbeelding, ik ben zelf een tevreden erfgenaam en voorts is het bekend dat rond het vrijkomen van erfenissen spannende dingen gebeuren waarbij de politie menigmaal moet uitrukken. Toch gaat Jeroen Smit De Prooi, mij kwa titel te ver. Ook is er een halve meter Isabel Allende meeverhuisd naar Afrika (toch een productie verbazend als die van Rembrandt, zeker waar die het niet in zijn eentje deed doch straf leiding gaf aan een compleet schilderijen-productiebedrijf), John Gray, Mannen komen van Mars, waarin met zich o.a. kan bekwamen in het schrijven van liefdesbrieven. Maar ja ik neuk liever. Wie is Wie in Nederland 1984-88, een werkje dat, nu hun daden bekend zijn, interessant is geworden, bijvoorbeeld de als enige voorkomende hamminga, Jan Hendrik, directeur Machinefabriek hamminga Utrecht, lid bondsraad metaalunie, en behoudens Nijs, de, Robert, zanger, de enige Nijs: Marinus Wijnand Guillaume Maria, directeur Nijs adviesburo etc. etc. ...Men is als bekend inmiddels op zoek naar de toenmalige daders en ja...wie is wie? Ik kom met de schrik vrij: ik sta er niet in. Couperus' Eline Vere, maar ik hou niet van dat homogemummel.
..hoe bang "Boneparte" was voor de "Kezakken"...
|
Maar daar is de Camera Obscura van Hildebrand. Dat blijkt een mooi boek.
Ik voelde me al veertig jaar schuldig want onze klas moest het lezen van Bonger,
een goede man die vat had op het kindergeweten. Ik heb dat toen niet gedaan, ik
meen mij te herinneren dat ik eraan begon en meteen de handdoek in de ring gooide.
Begrijpelijk want ik zou er maar dan ook helemaal volstrekt niets van
begrepen hebben. Mijzelf dus, laat maar toch, vergeven: Bonger, woordvoerder van
de georganiseerde humanisten in die tijd van explosieve deconfessionalisering
zat fout. Hij dee ook geschiedenis en over de slag bij Thermopylae kan ik
goddank nog makkelijk een half uur � l'improviste spreken, dus had zonder
gevaar in de Wie is Wie kunnen staan. En ziet, Hildebrand, 1836, voert een
oudgediende ooggetuige op die vol vuur verhaalt hoe bang "Boneparte" was voor de
"Kezakken", de chirurgijn heet in Hildebrand's tijd inmiddels weer gewoon barbier, is zijn medische status kwijt
en moet spitsroeden lopen om niet als kwakzalver te gelden, op de trekschuit is
de trein het gesprek van de dag. De hoogleraren geven wekelijks thuis
thee-uurtjes voor de studenten, we hebben de Belgen er even bij gehad maar die
vonden het niks en zijn er net weer af. Stastok Sr. is uit de textiel gegaan
wegens pest aan stoommachines. Minutieuze beschrijving kleding en de interieurs,
Hildebrand, wiens vak dat toch niet is, lijkt wel alle stoffen en materialen met
naam en toenaam moeiteloos te herkennen, en wie zich er dan toch nog aan stoort
dat KEGGE op zijn suikerplantage in de West "tijgers"
schoot is een kniesoor. Bij een uitspanning span je je paarden nog uit, alle
dorpjes en steden zijn nog voor de volle 100% van monumentenzorg en
vanaf de kerktoren kijk je dus scherp naar beneden al op de muur en daarbuiten de weilanden en de
windmolens. Er zijn weldadig weinig kinderen. Horen hun ouders niet bij de
overvloedige armen, dan gaan ze op mini- nee microschooltjes
maar het zijn precies even onwijze teringetters als die van tegenwoordig. Wie
met zijn burgeroudertrots ("Frans, Duits en Engels!, en altijd wellevend,
meneer") klaarstaat wordt altijd net, en liefst onverwacht, teleurgesteld als
Hildebrand met pen en papier aanwezig is om zulks te boekstaven. Wij, H en ik,
verkneukelen ons. Nu wel, Bonger!
Maar gek genoeg is er tussen de vele personages in de Camera Obscura niemand zo
beschreven dat men hem of haar tot boezemvriend zoudt willen hebben, en wanneer
U bedenkt dat Uzelve daar in dit of dat knotse interieur niet aanwezig was om door de schrijver aangekleed en door het gezelschap bewogen te worden
zal U toch vast een zekere opluchting ontvallen. William Kegge mag de
uitzondering zijn, maar die blijft vrijwel even ver buiten beeld als de
schrijver zelve, die immers zelfs nog achter een pseudoniem wenst te resideren.
William doet en zegt weinig en is als het familie KEGGE-verhaal
werkelijk op dreef raakt reeds ontijdig overleden. Het is een traditioneel klein
genoegen in Nederland een elkaar een beetje (niet te erg) gek vinden. Maar
Hildebrand gaat niet te ver: zijn volkomen admiratie voor de Rotterdamse
adellijke burgemeestersfamilie NAGEL, de wijsheid harer
leden, hun compassie met de lijdenden, de eenvoudige koloriet van hun interieur,
hun hoffelijkheid jegens de goeden in Hildebrands verhaal evenals hun koelheid
jegens de kwaden, dat alles kontrasteert met de ironie waarmee hij de
middenstand ten tonele voert. Men voelt overal de boodschap, en voor de
zekerheid schrijft hij Hildebrand het er nog wel eens bij: wij moeten niet
trachten meer te zijn dan wij zijn, de adel is toch wel adellijk. Daarin ligt en
licht ons ware geluk. Hij beseft niet met welke snelheid die adel op dat moment
in neergang is, en die parmantige, veel te druk kleurende middenstand het
machtsvacuum aan het vullen is. Ook niet dat die "wijze" adel van hem in de eeuw
ervoor het land zo tot stilstand, armoe en patriotisme Franse stijl had belast
dat de bezetting niet meer tegen te houden was. Er blijkt ook geen gevoel dat
het lot van de straatarme meerderheid minder dan verdiend en minder dan normaal
zou kunnen zijn. Hildebrand is een volkomen conservatief. Er wordt dan ook wel
gezegd, niet zelden mag ik zelfs zeggen, dat Hildebrand een pseudoniem is van
Ds. Nicolaas Beets, later hoogleraar theologie die van die stichtelijke dingen
schreef als:
1854 - De blijvende Heiland.
Afscheidsrede gehouden te Heemstede, op den 25 Mei 1854
1856 - Lijden dienstbaar aan eeuwig heil. Vroegpreek, enz.
1858 - Nicolaas Beets,�s Heilands goedkeuring op de Christelijke Zending.
Redevoering uitgesproken te Rotterdam 21 Julij 1858, ter gelegenheid der
algemeene Vergadering van het Nederlandsch Zendelingen Genootschap
1865 - Gods woord waarheid. Leerrede
1872 - Lijden op de weg tot heerlijkheid. Kerkrede gehouden op den 2en Paaschdag
1872 voor de hervormde gemeente in de Nicola�-kerk te Utrecht
Er staat ook een paar kilo Bomans die is gelukkig nog steeds actueel: de geleerde zorg over het klimaat en onze toekomst was reeds vijftig jaar geleden mikpunt van zijn spot.
Betaaldag in het Hammerkopsnest. De enveloppen. Blije gezichten. De Jongetjes (van Piet de Jong) komen zwemmen. Bij vertrek oefenen we even: "En wat zeggen we als Willemien vraagt hoe het zwembad er uit zag???" Iedereen in koor: "Nog NOOOOOOIT zo schoon geweest!!!" Als dank veeg ik de zwarte smoelen af, gooi de handdoek rechtstreeks in de vuilnisbak, en ga de honden voeren. Frodo eet weer. Prikken, Jimmy wil nu ook, en hij wordt er een stuk rustiger van. Beweegt hij nog? Nou ja, morgen misschien weer.
Ik moet wennen aan de indoor afstanden in het Hammerkopsnest. Zelfs koffie zetten in een keuken van 5 bij 5 met kraan, koffiemolen en gas in verschillende hoeken is al gauw, als je af en toe onderweg ergens iets vergeet, een meter of vijftig. Alle gordijnen open en dicht is 35 meter lopen en tegen de 15 meter trekken. Dit heb ik gedelegeerd aan de staf, om mijn conditie v��r het geitenwerk en de zwembadreiniging niet te veel aan te spreken. Voor mij als, nu al tien jaar, klein mobiel gelogeerde nomade is de huiselijke verheid van het weer wel een attractie. Ik ben gewend de eerste druppel al te horen tikken, en bij menig tropisch onweer op de dhow vrees je te vergaan, wat de nachtrust op zo'n moment niet bevordert. Hier in mijn huisbed word ik 's ochtends ontspannen wakker en ik merk er pas iets van op de tegels in de zitzaal, op de tocht naar de koffie, wadend door de plassen ("de krant op het lek", uit het HKNFM ligt er wat symbolisch bij te druppen). Victoria zei dat het vandaag "public holiday" was, ze zou vrij hebben. Op mijn vraag bleek het pasen te zijn. Zal haar verbazen dat het verlichte ras dat hier de blijde boodschap van de here Jezus met zoveel succes heeft gebracht zelf niet meer weet wanneer het pasen is. George komt wel aanknorren op zijn brommer, en zo ontsnapt de geit aan de Here en graast, door de geitjes vooruitgeduwd aan haar bobbelende uiers, aan haar touw op ons grasveld.
Dat met die public holidays is hier in Uganda ook niet bij te houden. Dit is de lijst: New Year's Day, NRM Liberation Day, International Women's Day, Good Friday to Easter Monday, Buganda: Public Holiday, Liberation Day, Earth Day, Labour Day, Buganda: Lubiri memorial day, Ugandan Martyr's Day, National Heroes' Day, Assumption , Independence Day , International Day For The Eradication Of Poverty (zo bestrijd je hier de armoede: een vrije dag), Eid Al Fitr, Eid Al Adha , United Nations Day, All Saints Day, Children's Day, World Aids Day, Christmas Day, Boxing Day. Ruim 22 dagen, dat lijkt iets van elk jaar bruto een maand, of 10% van het werkjaar (denk eens in, als in een Europees land het nationaal inkomen 1% lager uitkomt dan verwacht stort de beurs zowat in), maar er is een verschil: de mannelijke bevolking hier merkt er niets van want die werkt toch nooit, de vrouwen ook niet want die werken altijd, en de winkels zijn gewoon 365 dagen per jaar open, ook 's avonds. Bovendien zijn de families groot, heeft men een zeeeer brede opvatting van wie er allemaal bij de familie hoort dus is er ook nog wel p.p.een maandje per jaar afwezigheid wegens lief en leed.
Frodo en Jimmy hadden vandaag een levendig grens incident door het gaas van de afscheiding met twee enorme herders. Dit is een geliefde traditie, die verondersteld wordt onmogelijk te zijn gemaakt door een tweede hek van prikkeldraad aan onze kant, 30 cm van onze eigenlijke kadastrale limiet. Maar na enige opwarming van het conflict wurmden Frodo en Jimmy wurmden erdoor en confronteerden de superieure vijand door het vrije open gaas. Zo is Frodo al eens, na half gevild te zijn, afgevoerd voor doktersvisite. Dat schijnt vooral verklaard te moeten worden uit de ongemanierdheid van een van die herders, Willemien twijfelt daar niet aan en komt er vrijwel dagelijks een keer op terug. Ik denk er genuanceerder over, kan ook met die herder uitstekend opschieten (wij hebben vermoed ik een vergelijkbare stank om ons heen). Nu sta ik er voor, of liever, achter. Nu heb ik bij Germanicus en Napoleon geleerd dat soldaten hun generaal regelmatig voor volkomen gelijksoortige problemen stellen: je maakt een leger om te vechten, maar als het er is moet je gaan ook want je houdt het niet meer tegen. Alleen twee van die ENORME herders en dan nog de eigenaren...ik pik Frodo aan de nek tussen de twee hekken uit en houdt hem dicht bij mijn ontblote tanden voor een fatsoenlijk schrobbering. Maar hij heeft zelfs in die genante positie geen enkele aandacht voor mij en blijft blaffend en grommend de grootste der herders met gesperde ogen aankijken. Met een sierlijke boog werp ik hem achter de linies, vanwaar hij direct weer naar voren stormt waar Jimmy nog steeds de honneurs waarneemt. Van mijn positie achter deze voorhoede zie ik dat Jimmy bij het passeren van het prikkeldraad een stuk van het vel dat bedoeld is zijn ballen te bedekken half heeft losgescheurd. Andere hondenzouden hier wellicht hun lessen uit trekken maar Jimmy...vergeet het maar. I word gered door de autoriteit die de buurvrouw, tot mijn niet geringe jalouzie, over de vijand blijkt te hebben. Men vertrekt, Frodo en Jimmy achterlatende met het gevoel van een eclatante overwinning.
Frodo heeft iets nieuws bedacht. Wil alleen nog ongedoseerd van Jimmy's bord eten. Jaagt daartoe grommend de zes keer zo zware Jimmy weg. Besteed je werk en een fortuin om die hond van de poorten van de hel weg te houden gaattie kutten. Jimmy kan hem in drie happen opeten, heeftie meteen de gestolen brokken terug, maar niets daarvan. Dus ik ga onversaagd door, het niet voor hem, het is voor Willemien. Anders had ik al lang de zuurgraad van het zwembad met hem verlaagd.
De sfeer tussen mij en de geit is iets verbeterd. Het ging regenen. De geit, buiten aan de lijn, besloot in mijn richting te mekkeren dat ze de afrastering in wou. Dit heb ik beloond met prompte actie. Ik maakte haar los en ze wandelde zonder trekken naar huis. Ze liet zich voor het eerst geduldig en zonder rukken de lijn afgespen en de verheugende gebeurtenis kon worden afgesloten met een krabbeltje mijnerzijds tegen haar rechterzijde. Hoopvol! Een rol kan hebben gespeeld dat even eerder haar kleintjes, bij mij op de veranda, tot haar woede niet wilden komen. Ik wachtte even tot ze goed link aan haar touw ging staan rukken, waarop ik ze naar haar toe joeg. Is mijn nut ontdekt?
|