Home
Groeten Index

040121

Verjaagd

 

Vrijdag 16 Januari, 10:00 uur AM CET, ik lig nog heerlijk te slapen, wordt er op mijn hut gebonkt.
Niet op mijn deur, nee OP MIJN HUT.
Ik open. Een dikke norse man in blauwe parka met een politiebadge op de mouw, naast hem een krachthonktiepje met een United States Marine kapsel (je weet wel kaal met alleen bovenop zo'n maf borsteltje), dito badge maar met wat minder zilver en goud erin.
Gelukkig ben ik momenteel s'nachts warm gekleed.
Komt u binnen.
Met neemt niet eens de tijd mijn vriendelijke uitnodiging af te wijzen.
Wat doet u hier.
Ik ben op vakantie, lieg ik vlot.
Paspoort!
Het is duidelijk, wij bevinden ons aan de frontlijn van een oorlogsgebied en ik ben een uiterst verdachte infiltrant. Al Qaeda. Ik ben vast een terrorist, of erger, misschien zelfs een toerist. Ik breng de lezer in herinnering dat vorig jaar op Delhi een vliegtuig werd omsingeld omdat men had gezegd dat er toeristen aan boord waren en dat was, denk aan dat Indiase Engels, verstaan als "terroristen", hetgeen luisteraars naar dat taaltje van Bush ook zou kunnen overkomen, ware het niet dat die weten dat hij het nooit over toeristen heeft, want daar win je geen verkiezingen mee, die win je met het voorstel paspoorten te vervangen door de verplichting bij de geboorte het DNA van het kind op te geven, waarvan de mondiale gegevens worden opgeslagen op Guantanamo Bay, en deze twee heren zullen daar dan draadloos internettoegang krijgen vanuit hun glimmende blauwe dienstbus, zodat ze alleen maar even een haar van mijn hoofd hoeven te plukken en in een scannertje te doen om binnen dertig seconden mijn gehele doopceel te lichten.
Maar ik word weer wakker gemaakt: Meneer, U bent hier in Frankrijk en hier heb je wetten, camping sauvage is verboden, u moet naar een camping. Als u hier blijft staan komt uw zaak voor het departementale gerecht.
Maar agent, als u zegt dat ik hier weg moet dan doe ik dat.
Het is hier ook gevaarlijk, meneer, zegt de agent nu ineens. Lawinegevaar. Het kan u uw auto kosten, verduidelijkt hij.
Kijk aan, denk ik, een geuit voornemen tot blinde gehoorzaamheid ontlokt zelfs een ruwe bonk als deze overduidelijke wijnliefhebber een beroep op redelijkheid vanuit de optiek van het eigenbelang van de verdachte. Merkwaardig wel, want (a) wie toch al gehoorzamen wil hoeft immers nergens meer van te worden overtuigd, (b) als hier werkelijk gevaar zou zijn hoe kan het dan dat hier gendarme is? (c) een korte blik op de gave tot beneden reikende steile wand maakt volledig duidelijk dat er hier sinds het einde van de Alpentectoniek negen miljoen jaar geleden nog geen lawine is geweest. Ik besluit deze vaderlijke waarschuwing daarom veeleer op te vatten als een reaktie van waardering en lichte toenadering.
Het is wel een zware kar, zegt de borstel, ten teken dat ook hij gereed is tot de gezamenlijkheid toe te treden die zich ten doel stelt mij hier uit te krijgen, waarbij de kilowatturen in zijn lichamelijke reserves hem zelfs wellicht een zekere heldenrol zouden kunnen bieden.
Dat valt mee, ik kom wel weg, zeg ik, hij staat expres een beetje hellingafwaarts. Bent u de gendarmerie van Bourg?
Ja, maar je mag best in Bourg blijven. Je kunt ook een boer zoeken waar je mag staan, zegt nu de wijnliefhebber. Kijk je hoeft hier vandaag niet meteen weg, als je hier maar over twee of drie dagen weg bent.
Ik zal vandaag nog wat anders zoeken. Willen jullie mijn paspoort nog zien?
Dat willen ze. Naam, nummer en plaats van uitgifte worden op een frommelig briefje gemaggeld. Een pen hebben ze zelf. De borstel kan lezen en de wijnliefhebber kan schrijven.
U reist nogal wat af, zegt de de borstel amicaal zonder de studie van mijn paspoort te onderbreken.
Ik krijg hem terug.
Dank u wel, tot ziens heren.
 
Terwijl ik de sneeuwkettingen om doe vraag ik mij af wie mij bij de gendarmerie heeft aangegeven, en in welke bewoordingen. Tenslotte heeft de Franse belastingbetaler de eerste opbrengst gebruikt van de weliswaar forse verhoging van de tabacsaccijns, die evenwel tot een de vreugde op Financi�n bedervende 40% consumptiedaling heeft geleid (ze proberen nu of het met de diesel beter gaat), om een grote glimmend blauwe fourwheeldrive Peugeot bestelbus met perperduur zwaailicht ter beschikking te stellen met twee geschoolde opsporingsambtenaren waarvan ��n kennelijk voldoende gespierd geacht om mij de oren te wassen. Wie o wie? In het lieflijke landschap tussen mij en Bourg bevindt zich een aantal fraaie landhuizen van mensen die natuurlijk hun drie ton schuld  - roken kunnen ze zich niet meer veroorloven -  niet gemaakt hebben om tijdens het uitlaten van hun rashond geconfronteerd te worden met iemand die gratis van hun duurbetaalde natuur geniet.
 
Voor ik vertrek ruk ik de euros van de wand die ik heb verdiend met weddenschappen dat ik zonder ambtelijk interventie aan de Piushaven in Tilburg zou kunnen staan. De verf gaat mee. Ik zal voor de rest van mijn leven naar die bladders moeten kijken. 
Ik sta inmiddels net buiten het werkgebied van de Bourquatse Gendarmerie een aantal km voor Venosc in te sneeuwen op de rand van een prachtig ravijn. Beneden mij in de diepte ruist het dooiwater van de Veneon. Nog verder beneden zie ik nog juist mijn waterval. Als er nu een lawine komt ben ik het zelf.