Groeten Index |
000630
Groeten van de watertiet.
Hier zie je me
druk in de weer met de weegschaal, zonder enige aandacht voor de meisjes die daar expres
in mijn blikveld zijn gaan staan, want ik heb zoveel last met landen dat ik heb besloten
bij dit soort weer een rugzakje met 10 kg gewicht mee te nemen. Zelf ben ik nu -met
berschoenen!- 94 kg. Het moet minimaal met gordel en kleren 105 zijn. Mijn keuze is
gevallen op de watertiet met tien liter water.
Lekker zacht. Ik heb
mijn Duitse A-brevet, dus nu wil ik wel het Franse B-brevet: "pilote
confirm�". De Duitsers vinden dat het er bij een brevet vooral om gaat dat je
de regels kent. Duitsers hebben nu eenmaal iets met regels. Ik vroeg de sympathieke Franse
assistent-moniteur van de school hier wat ik moest doen om dat te halen. Daarbij toonde ik
hem een Frans theorieboekje. Met gefronste wenkbrauwen keek hij er naar. Ja, eh.... hij
bladerde wat en zag dat achterin vragen stonden. Een blik van herkenning. Vragen! Ja,
vragen kreeg je ook. Tachtig. En dan dan moest je het goede antwoord aankruisen. Dat wist
hij nog. Maar wat het met vliegen te maken had, dat was hem, dat kon je zo zien,
onduidelijk. Dat Duitse A-schein, dat moest ik maar aan de Franse bond vragen, zei hij
voorzichtig. Verder hield hij de boot af. Hij had me zien vliegen. Ik moest eerst maar
eens vijftien kilometer heen en weer vliegen en precies op de goede plek landen. Hij keek
er bij alsof hij me dat voorlopig niet zag doen. Bij Fransen moet je duidelijk, om een
brevet te halen, gewoon kunnen vliegen. Niks regels. En als je vliegt kijkt iedereen naar
je en iedere deskundige ziet zonder examen ook wel of je het kunt of niet. Dus: ik kan het
duidelijk nog niet, en tegen de tijd dat ik het wel kan zal er weinig ge�xamineerd worden
want dan hebben ze dat al lang gezien.
Dat is natuurlijk veel beter dan bij die Duitsers, maar snotferju, begin ik mezelf al een
heel luchtpikje te vinden en dan blijk ik nog niets voor te stellen in de ogen van de
echte vliegheren. En die hebben vast, uitgaande van hun eigen heilige parapentekoe -
bovenop de stip landen en geen halve meter er naast- gelijk, want ze zouden aan me
verdienen als ik dat examen ging doen. Fransen kunnen overigens zelf wel lachen met hun
stip-idolatrie. In mijn lesboek staat zelfs een cartoon van iemand die aan komt vliegen,
de meest gevaarlijke kronkels, draaingen en salto's maakt, met een als een losse zakdoek
meefladderend scherm, zich bijna in zijn eigen touwtjes verstrikt en dan bovenop de stip
neerkomt. "Oef", wist hij zich het zweet van het voorhoofd, "wat was ik
bang dat ik niet op de stip zou komen!"
Het zij zo. Ik ben niet boos op ze. Alleen verdrietig.
Overmorgen (maandag 26 juni) begint hier het seizoen. Enkele liften draaien al. Steeds
meer duffe toeristenwinkeltjes met hebbedingetjes en ansichtkaarten worden uitgesopt. Een
eigenaar van eentje presteerde het stiekem achter mij op de rijweg stil te gaan staan met
een oude Clio. Dat kunnen Fransen zo snel als van die honden die precies achter je gaan
lopen waar je ze niet ziet om aan je ballen te snuffelen en zelfs even meedraaien met de
oogloze achterkant van je hoofd als ze dat zien draaien. Deuk in zijn portier en spiegel
er af. Hij blij. Zijn eerste winst van het seizoen. Het rode plastic kapje van mijn
mistlamp gebroken. Daar gaat semipermanent verhuistape op, want bij Renault willen ze er
vast een hele nieuwe console op zetten voor de hele kolom van lampen tegelijk. Dat gaat
met drie nullen en daar doe ik niet aan mee. Verhuistape is prima waterdicht en waarom zou
een mistlamp niet bruin zijn? Het in het Franse verkeer
gebruikelijke va te faire fiche (go to hell) gebaar - alsof je je met de muis van
de duim van je vlakke rechterhand hard op het voorhoofd wilt slaan maar je je op het
laatste moment bedenkt en met de vlakke hand, handpalm naar je voorhoofd en licht
gespreide vingers zonder jezelf te verwonden doorschiet tot iets boven het doel -
dat vtff-gebaar dus, dat is met het tuig van de toeristenindustrie uit het dal
geklommen.
En...de FM doet het ineens: alle goede Franse radiozenders behalve Radio France Info geven
ineens vlekkeloos signaal. Is dat zo duur dat dat in het dode seizoen afgezet moet worden?
Of is dit een juist op tijd gereedgekomen nieuwe steunzender die door Radio France Info te
duur gevonden wordt om aan mee te doen? Enfin veel heb je er niet aan want bij Radio
France is een staking uitgebroken. Ze zenden overal alleen maar plaatjes uit. Het kan ook
zijn dat er een kettingstaking is: eerst het zendpersoneel, waardoor ik hier geen radio
kreeg, en nu het opnamepersoneel waardoor het door mij zo hogelijk gewaardeerde Franse
gelul ontbreekt. Ook de vrachtwagenchauffeurs staken. Grenoble-Briancon is een sluikweg,
er wordt gepost met een vervaarlijke staalkabel dwars over. Voor ons kleintjes gaat die
naar beneden. Staken, dat is voor Fransen iets heel anders dan voor Engelsen, die het toch
meer zien als sport, als iets dat volgens regels verloopt, zoals bijvoorbeeld het leggen
van een mooie snooker. Bij Fransen is het bagarre, contester, revolution,
contre le patronnage, ze een poepie laten ruiken, er zit bij Fransen meteen
kruitdamp aan. Het is net alsof ze het ook gewoon af en toe nodig hebben, zoals ze
eigenlijk ook met groot genoegen de meest domme verkeersfouten maken maar er even later de
grootste stennis over maken als een ander hetzelfde doet. Het bumperkleven, dat zal Franse
vakantiegangers moeten worden uitgelegd dat je daar tegenwoordig in Nederland zowat
gevangenissstraf voor kunt krijgen, want dat doen ze hier allemaal. Ook op bergweggetjes
waar de voorste auto zelf al te hard rijdt om op tijd te kunnen stoppen voor een plots
achter de bergwand opduikende tegenligger. En als de bumperklever dan met een noodstop net
de kettingbotsing vermijdt kijkt hij erbij alsof het heel gewoon is. Dames net zo hard. Ik
duik altijd meteen de eerste vluchtstrook op om ze er langs te laten. Niets zo veilig als
30 meter achter een bumperklever over een 2.5 m breed bergweggetje rijden. Doffe knallen
en glasgerinkel zijn dan nog ruim op tijd om te remmen en de anti AIDS handschoenen op te
zoeken.
De Gauloise van de supermarkt heeft demonstratief weinig aandacht voor mij. Gisteren zag ik haar (zij mij niet, en dat was niet demonstratief) in Bourg d'Oisans lopen met haar vriendje, een lange spichtige nondescripte Visigoot met zwart stekeltjeshaar en de bekende zonnebril. Nou ja, het zou toch niets worden, ze werkt nu al een week bij de Casino supermarkt en kan nog niet zonder hulp een nieuw rolletje in de kassa krijgen.
Enfin ik eet lekker bij de wegens staking onaangekondigde klassieke tonen van MUSIQUES mijn gekookte eitje met een broodje kruidenham in de Pr� du Bonheur, waar ik nu een vast plekje pal naast de beek recht onder de bomen heb waar tot twaalf uur schaduw is. Vannacht heb ik een tijdje wakker gelegen. Behalve vossen, piepvogeltjes en ritselhazen heb je hier ook nog uilen en een ezel, hoorde ik. En van de vogels is het toch de haan die als eerste begint 's ochtends, direct gevolgd door de ezel en dan pas de rest van de vogels.
Een zichzelf respecterend parapentist heeft natuurlijk een barometer in de auto, dacht
ik begerig toen ik in Grenoble in een etalage keek. Die heb ik geinstalleerd, maar hij
gaat van 960 tot 1070 hectopascal. Dat lijkt heel wat, tot je weet dat de druk begint elke
8 meter een hectopascal te zakken (kun je dus in je eigen huis al merken!) en dat dat
exponentieel harder gaat naarmate je hoger komt. Dat betekent bijvoorbeeld normaal
840 hectopascal op Les 2Alpes. Dat is twee rondjes terug op de meter. Ik had het al eens
ergens gelezen, dus eigen domme schuld, maar die lui van die winkel in Grenoble...daar
komt kennelijk geen bergvolk. Die hebben ook hun eigen denkwijze over het weer. Toen de
wind eens flink van de andere kant ging waaien vroeg ik de heren parapenteleraren of het
juist was dat een ander dal dat op Venosc uitkwam wegens onweer zo sterk trok dat het niet
alleen de warme bel bij Venosc maar zelfs onze hellinglucht wilde hebben. Men schudde het
hoofd. Wat het dan wel was? Vroeg ik.
Antwoord: "C'est de la merde!".
Dergelijke warsheid van theorie is mij uit het hart gegrepen. Toch is dit een speciaal
slag volk want Franse beleidsmensen en managers schijnen ziekelijk te hechten aan
abstracte doctrines, tot wanhoop van andere Fransen die er in arren moede maar grapjes
over maken, zoals tegen iemand die met een nieuw idee komt: "dat zou in de praktijk
goed werken, maar hoe zou het werken in de theorie?". En niets verbetert de
luisterdichtheid van een radiopraatprogramma meer dan de mededeling dat de discussie
filosofische consequenties heeft. De Opperdru�de der Franse filosofen, Jacques Derrida
kampeert op de stoep voor de studio: genetische manipulatie, de doodstraf in de Verenigde
Staten, de nucleaire energie, vraag het Jaques Derrida. Hij geeft, na enkele voorzinnen
van bescheidenheid, het is natuurlijk allemaal historisch en cultureel relatief, maar on
peut dire..., peut �tre, ...en nadat niemand het meer kan volgen, komt het tout
simplement en vervolgens komt Derrida's dan eindelijk met subtiele stemverheffing met
zijn slaapverwekkende en al tweehonderd jaar bekende definitieve Franse
antwoord...owowowowo... VA TE FAIRE FICHE, DROPLUL!!!!!! !!
!!!
!!!!!!
!!
!
Ja, mij begint dat Franse genoegen van het heerlijk alle remmen los bij het schelden toch
ook wel te smaken. Met een .75cl rode Beaujolais 1995 erbij (voor 21 piek ben je hier in
het dorp het heertje), glas met Havanna in de linker en natuurlijk regelmatig het vtff-gebaar
met de muis van de duim van de rechterhand...h��rlijk. En ik deel in de "roem"
als men mij hier op de helling vraagt wat ik eigenlijk voor werk doe... Dan zeg ik er
altijd maar meteen bij dat nieuwsgierigen mij vaak verzoeken eens iets filosofisch te
zeggen maar dat dat zo vreselijk duur is dat dan eerst altijd stevig gecollecteerd moet
gaan worden. Gat-Ver-Dam-Me.
Enfin, altijd hetzelfde gesodemieter, net als de vakantie een beetje begint te wennen moet je weer naar huis om d��r vakantie te vieren. Triest. Maar ja, ik kan toch niet blijven, de Havanna's zijn op.