Home
Groeten Index

040212

Groeten van vijf volstrekt betrouwbare roomblanke Fransen ongehinderd door hersens, opleiding, of uitrusting.

Franse gendarme en douane, Een onuitputtelijk onderwerp.
 

 
Maar het kan allemaal nog veel mooier!!! Heb je even tijd? Dit is echt geweldig.
 
Het is Donderdagavond 19:53. Ik nader met mijn bekende opvallend onopvallende combinatie (een foto hiervan is te bezichtigen) de péage l' Isle Roze bij Voreppe, voor Grenoble.
Voor ieder loket drie of vier auto's. Ik schuif aan. In mijn spiegel ineens blauwe zwaailichten. Een ambulance schuift aan in de rij naast mij (geen sirene, wel dus die zwaailichten). Er zijn twee auto's voor de ambulance. Eén is aan het afrekenen. Krijgt zijn wisselgeld.
Nu wordt het interessant natuurlijk. Maar de slagboom gaat weer dicht. De auto direkt voor de ambulance, een Duitser, trekt haastig de portemonnee. Het loketmeisje mag het wisselgeld houden, hij scheurt weg.
Nu wordt het heel erg interessant natuurlijk. En ja! De slagboom gaat weer dicht. De ambulancechauffeur steekt zijn Carte Bleu uit het raam. die gaat even door de lezer. Hij krijgt bonnetje en Carte Bleu terug en de slagboom gaat open. Daar gaat hij weer. Nog altijd met die blauwe zwaailichten.
Ik was net de péage opgekomen. Het was gelukkig dus maar 1 Euro vijfentwintig. Meer dan het bruto salaris van het meisje over de afrekentijd en extra afschrijving wegens de slijtage van het betaallaatje tijdens mijn betaling, dus het wegenfonds heeft er nog iets aan. Kunnen ze misschien net de péagedichters van betalen, al zijn die elektronische poortborden waar de gedichten op vertoond worden daar zeker te duur voor. : 

météo dégradée
lever le pied,

météo dégradée
votre vie peut déraper,

mauvaise visibilité,
vitesse adapter

Maar ineens herinner ik mij dat die entreepoorten een paar kilometer terug, kosten twee miljoen euro, onderhoudskosten 150 000 euro per jaar, alleen gebruikt kunnen worden door mensen die dan vervolgens hier hun 1 euro vijfentwintig komen afrekenen.

Achter de betaalversperringen ontwaar ik vijf mannen met zaklampen en reflecterende vesten. Ik vermoed een verband met de ambulance. Maar dat is er niet. Het is douane.
Meneer waar gaat u heen, luidt het agressief.
Dat lijkt me een strikvraag.
Ik weet het nog niet, zeg ik, ik ben op vakantie.
De douanier, een dertiger, schijnt met zijn zaklamp op mijn computer met het navigatiescherm en de pijl.
U heb daar een plan, zegt hij.
Nee hoor, zeg ik, als u die lamp er even niet op richt zult u zien dat er alleen een pijltje staat op de kaart waar we hier zijn: de péage l' Isle Roze bij Voreppe, voor Grenoble.
Moeten we deze maar eens goed bekijken? Vraagt hij aan een collega.
Dat lijkt me wel verstandig, zeg ik, vol verwachting van wat komen gaat. Een gepensioneerde heeft immers alle tijd en is niet vies van een verzetje.
Afparkeren.
Nu komen ze er alle vijf aan.
Vijf lange zaklampen met elk vier 1.5 volt batterijen erin. Ik zag ze later bij de kijkshop liggen: "American Police-zaklamp". Vijf dikke jacks. Vijf paar hoge leren schoenen. Vijf kortgeknipte koppen. Vijf reflekterende vesten. Dertigers. Geen wapens.
Het eerste dat ze geroutineerd doen is het zekeringenkastje openmaken. Bij mij zit daar papier in.
Ze halen er wat uit. Vouwen het open. Waarom of ik daar papier in heb.
Dit is een Franse auto, dus dan weten jullie dat toch wel?
Nee, ze weten het niet.
Nou, zonder papier tocht het als de ziekte.
Door het zekeringenkastje?
Door het zekeringenkastje. Jullie rijden toch ook in Franse auto's? Probeer het maar eens, het helpt echt.
Hebt u een beroep?
Jazeker.
Wat is uw beroep.
Filosoof.
Hebt stupéfiants (drugs) bij u?
Nee, dat zou voor een filosoof toch onprofessioneel zijn, niet?
Gaat het filosoferen niet beter als je af en toe eens...
Nee, filosofie en stupéfiants, dat combineert absoluut niet, behalve in de Franse filosofie maar dat is niet mijn gebied.
Tabac, alcohol?
Jazeker! Havana's en goede Franse wijn, u mag proeven.
Een zaklamp wordt door het raam in de hut gericht, op het drankkrat.
Nou, dat is inderdaad niet zuinig, zegt de jonge onderzoeker.
We willen even in de hut kijken.
Prima, hoor.
Ik open de deur en wil ze voorgaan naar binnen.
Hohohoho, eerst wij, want er kan iets gevaarlijks liggen.
Got ze kijken wel TV, denk ik zachtjes.
Er springt er meteen een naar mijn vetlederen sopraansaxofoonkoffer.  Die gaat open en dicht.  Hij draait zich om en richt de zaklamp op de leeuwen.
Ja, dat zijn leeuwen, zeg ik, maar je kunt ze ook als pantoffels gebruiken. Heb je die saxofoonkoffer wel weer goed dichtgedaan? Nee, ik zie nog een sluitlipje open staan.
De jonge onderzoeker klikt de lipjes dicht.  De bedkist gaat open.
Wat is dat? Hij wijst op een vuilniszak.
Dat zijn tien exemplaren van een boek van achthonderd bladzijden dat ik zelf geschreven heb. Ze kosten 45 euro.
De kist gaat gauw weer dicht.
Buiten ligt er inmiddels een op zijn rug onder de hut met zijn zaklamp.
Dat kan interessant worden want dat is een dubbele bodem met van boven naar beneden linoleum, zwaar multiplex, tempex, dan een grote lege ruimte van vijftien centimeter hoog, door mij persoonlijk gevuld met polyurethaanschuim, dan dun multiplex en dan een vette smerige laag zwarte terige bitak. Ideaal voor hero�ne, of, als je echt zwaar geld wil verdienen in Frankrijk sinds 1 januari: tabak.
Er is geen sniffer dog.
Ik leg de op zijn rug liggende jonge onderzoeker de constructie uit en wijs hem op de gaatjes die ik heb geboord om het polyurethaan door te spuiten.
Hoeveel spuitbussen hebt u er in gespoten, vraagt een ander.
Het waren en twintig. Ik maak er maar eens dertig van. Voor iemand die naar klein duur spul zoekt toch wel een verschil.
Hij vraagt niet naar het gevulde aantal kubieke centimeters. Heeft natuurlijk ook geen douanevraagbaak on line in de auto met gegevens over expansie van polyurethaan.
Het onderzoeksinstrumentarium van de hutmonteur naar wiens voeten we met zijn allen staan te kijken bestaat uit een klein lullig zakmesje, duidelijk priv� gekocht, en zeker niet als beroepskosten durven aftrekken voor de inkomstenbelasting. Precies door een gat steekt hij het er maar eens zo ver mogelijk in.
Kent u Italiaans, vraagt er een ander slim.
Dat moet een strikvraag zijn.
Nee, ik ken geen Italiaans.
Wat zeg je? Vraagt hij slim in het Italiaans.
Wat zeg je? Vraag ik in het Frans.
Wat zit daarin, probeert er weer een, wijzend naar de gaskast.
Propaanflessen.
Doe maar even open.
Open. De losse fles is momenteel leeg. Hij trekt hem er uit. Kijk er aarzelend naar. Zet hem weer terug. 
Je spreekt goed Frans, zegt een ander.
Ja, als je reist kom je veel in contact met de plaatselijke bevolking, zoals je nu ook maar weer ziet.
De andere drie staan nog hier en daar te loeren, wat ver uit elkaar, ik besluit ze uit mijn ogen te laten gaan. In Uganda zou dat niet kunnen, want dat was je meteen van alles kwijt.
Waarom ligt die kar zo voorover?
Dat ligt aan de hoogte van de as van die hut ten opzicht van die van de trekhaak, fluister ik samenzweerderig.
Hij is tevreden met deze verklaring.
Je hebt er een kachel in.
Ja, propaan.
Pas op voor koolmonoxide.
Ik wijs op de in en uitlaat aan de buitenkant.
Hattie nog niet gezien!!!!
't Is goed, u kunt gaan. Prettige vakantie.
Ik heb nog een vraag, zeg ik. Kom het wel eens voor dat drugssmokkelaars met een heel convooi auto's expres achter een vreemde vent met een raar aanhangertje gaan rijden omdat ze verwachten dat die de aandacht van de hele politie wel zal trekken?
Dat leek ze onwaarschijnlijk.
Dank u wel heren.
Ik trek op.
In de auto staan drie grote reiskoffers. E�n met gereedschap, ��n met de windmolen, en de zgn. ellendekoffer met ordners. Niet bekeken. Daaronder mijn bootbed met daaronder een bergruimte van twee veertig bij ��n bij vijfendertig centimeter. Niet in gekeken.
Iedere Kangoo, toch een Franse auto, heeft achter elk der voorstoelen onder de vloer van de laadruimte een ruimte van vijftig bij vijftig bij twintig. Iedere Kangoo heeft tussen binnenwand (met plastic luiken met handzame plastic sluitpennetjes) en buitenwand van de laadruimte in totaal nog een kleine kubieke meter, waar alleen wat kabeltjes lopen. Geen belangstelling.
Bij iedereen die kan lassen kan een lege gasfles vol sigaretten zitten. Je moet toch in ieder geval even de bodem bestuderen, die zaklamp, het enige dat ze je voor de klus meegeven, is daarvoor toch nuttiger dan voor het beschijnen van een notebookscherm.
Njet.
Ik gaf toch duidelijk aan dat die leeuwen pantoffels waren. In iedere pantoffel kunnen zes, als je meedogenloos wil zijn negen pakjes sigaretten, zeker bij Averell, vier maal negen is zesendertig maal acht euro zoveel is een straatwaarde van....maar geen douanehandje gaat zo'n leeuw in. 
 

Wat de dubbele bodem betreft is dus het onderzeebootspel gespeeld met slechts één schot. Nog geen half schot eigenlijk, want het lemmet van dat Lidl-zakmes was ongeveer een derde van de dikte van de dubbele bodem.
De wanden en het dak van de hut zijn ook dubbel met een laag van tweeeneenhalve centimeter hero...eh tempex er tussen. Dat gaat dus over nul komma acht kubieke meter!!! herotempex, of als je na 1 januari echt rijk wilt worden in Frankrijk, sigarettempex, oftewel 5000 pakjes, straatwaarde ruim veertigduizend euro, acht keer de aanschafwaarde van zo'n hele hut.  Nou, ja daarvan is vijfendertig duizend natuurlijk nepwaarde, virtuele euro's, luchtgeld, gecre�erd door nieuwe tarieven van de tabaksaccijns. En deze brave jongens worden op die luchteuro's uitgestuurd.
De oven is niet eens open geweest, noch mijn zeer diepe en toch opvallend fel gele handdoekenla.
Hadden ze dat allemaal wel gedaan, maar nu houd ik verder mijn mond, dan hadden ze de werkelijke plek van mijn sigaretten met een straatwaarde van tweehonderdduizend euro waarvan honderdvijfenzeventigduizend Franse regeringslucht, nog glansrijk gemist.

Kortom: volstrekt betrouwbare roomblanke Fransen ongehinderd door hersens, opleiding, of uitrusting. 

Wel zonder het door te hebben in dienst van echte criminelen natuurlijk: de top van de Franse bureaucratie. Die voor dit half uur maal vijf gendarmes plus benzine en afschrijving van door het zekeringkastje tochtende Franse politiebus inclusief bureauondersteuning, bazen en omslag stafmedewerkers en andere overhead toch gauw driehonderd euro aan het onderzoek van mijn auto hebben besteed. Dat is natuurlijk maar een duizendste eurocent per Franse belastingplichtige, maar als je er even over nadenkt wat er van die belasting allemaal moet, dan vind ik het toch ineens veel, voor ��n zo'n onderzoekje van mijn hut. Ik verreken me toch niet? Nee. Zo heb ik dus toch een naar macro-economische maatstaven meetbaar effect op de Franse economie gehad vanavond. Dat is dus wat ze doen met de opbrengst van die verhoogde tabaksaccijnzen.
 
Ik kan mij voorstellen dat jullie dit allemaal niet kunnen geloven, maar ik zweer het: zo is het gegaan. Zonet. Op donderdagavond 12 februari 2004 tussen 19:53 en 20:48 uur bij de p�age l' Isle Roze bij Voreppe, voor Grenoble.
 
Het is inmiddels diep in de nacht, want dit moest ik natuurlijk even boekstaven. Ik sta nu op het verlaten donkere parkeerterrein van de supermarkt bij Vizille. De honkbalpetjesjeugd komt er aan de benzinepompslangen schudden om de restjes in een meegebrachte jerrycan de laten bruisen. Andere ongure types parkeren in het duister voor hun dito zaakjes. Ik kan in de hut de contourverlichting aandoen. Is de boot ingeplugd dan gaan daar de lichten ook aan, NB de koplampen dus ook. Je moet natuurlijk telkens wachten tot je weer een paar hebt horen aankomen maar dan heb je ook prachtig effect. Er zijn er een paar die er zogenaamd kalm vandoor gaan, maar je hoort ook enkele autos werkelijk oorverdovend wegscheuren.  Daar zitten gemeenteraads- en parlementsleden in, stel ik mij zo voor. Althans daar lees je vaak over in de krant. In de verste verte geen douane of gendarme. Je moet tussen de boeven gaan staan. Daar houden ze niet van bij de  douane en de gendarme, want als ze daar hun eigen bazen al niet tegenkomen dan toch in ieder geval anderen die je te vriend moet houden door ze niet op een verkeerd moment te storen.