Home
Groeten Index

040527

Oma Lea

Tigre ziet er aardig anders uit dan toen ik hier kwam in feburari:
 

 
Francois, de boer wil een dezer dagen foucheren. De "herbes" maaien, opladen en aan zijn vee voeren. Hij is bang dat ik er dan net niet zal zijn om de boel weg te zetten. Dus nu sta ik een klein eindje verderop, bij oma Lea (nou ja zeg, Lea is "leeuwin" in het Latijn, en dat bij een tijger!). Helaas: dit is bij de weg (naar de indrukwekkende 2000 meter passen Col du Glandon en Col du Croix de Fer). Maar die is niet zo druk. De zon is er 's ochtends vier uur eerder zodat ik de dagelijkse opbrengst van all��n mijn zonnepaneel niet op krijg. Ik hoef haar dus niet aan het schrikken te maken met mijn windmolen.
 

 
Op de achtergrond achter die prachtige kanstanje staat haar huis. Ik sta op een voormalige camping maar die is al heel lang gestopt. Op de voorgrond een hoop brandnetels, maar daarover straks
 
Oma Lea is heeeeeel klein en heeeeeel oud.
Ik begrijp nergens meer iets van, zegt ze tegen mij: Euro's niet, belasting niet, niks niet.
Mens wees blij, zeg ik. Jij kunt het niet. Ik wil het niet, dus ik moet me nog schamen ook. Ze lacht. De humor is er nog.
Aangezien dochter en man van de overkant weg zijn zal ik morgen de boodschappen meenemen: een treetje miniflesjes witte wijn en een mud hondebrokken.

Mijn brandnetelsoep (op de foto boven ligt de grondstof), hoeft ze niet. Als ze ooit als eens soep heeft is het uit een pakje.
Maar Rouxki, de hond zal het wel lusten. Rouxki is een hond die ooit een helder besluit heeft genomen: als oma Lea niet bang is, is hij ook niet bang. Dus hij dolt met me rond tot Oma Lea er eens een keer niet bij is. Dan kruipt hij weer als vanouds angstig blaffend weg in een hoekje. Worst helpt niet.

Het is hier dus even aanpappen met Oma Lea, want die keet moet ook ergens staan als ik in Uganda woon en wie weet hoe lang niet kom.
 
Het kan niet op: zometeen komt nog een foto, met nummertjes erop. Men volge de nummering.
Nummer 1. Een straffe brandnetelbouillon, deze keer echt goed gelukt, het werd eens tijd: trek handschoenen aan. Douw een grote pan stevig vol brandnetels (liefst Alpine, die gemener steken maar ook sterker smaken), en giet ze net onder water. Tien minuten laten koken. Brandnetels er uit vorken (via vergiet het in de brandnetels achtergebleven vocht terugwinnen en weer in de pan gooien). Bij dat kookwater nieuwe brandnetels gooien en weer tien minuten koken. En zo nog een keer. Het gaat nu heerlijk ruiken in uw schaftkeet. U heeft met een vier/vijf liter pan zeker twee/drie liter straffe brandnetelbouillon (men plukke voor die hoeveelheid twee boodschappentassen brandnetels - als op de foto boven). Deze brandnetelbouillon biedt als grondstof voor soep tal van mogelijkheden. Schep de bouillen voor vandaag er uit. Het kan helemaal geen kwaad om de laatste portie brandnetels er voorlopig in de rest te laten drijven. Hoe meer het op afgewerkte motorolie gaat lijken hoe beter. Ruik maar eens.
Idee voor een brandnetelsoep "Mexicaine": gooi in een liter brandnetelboullion gesnipperde rode pepers naar smaak (bij mij zijn dat zeven). Breng aldus de bouillen met een snifje zout weer aan de kook en wacht tot de pepersnippers "al dente" zijn. Breek een ei boven de soep en roer. Klaar! Neem rustige hapjes en zorg dat u zich niet verslikt, zoals ik zonet, want dat brandt venijnig in de keel (niet van de brandnetels maar van de peper).

Nummer 2. Tomme de ch�vre (geitenkaas) uit Villard Reculas, dat net als Alpe d' Huez hoog tegen de Grandes Rousses zit geplakt. Al kauwende (in die stoel op de foto met de brandnetelhoop) omhoog kijkend kan ik heel klein de huisjes van Villard Reculas zien.
Nummer 3. Everzwijn, we kunnen er alleen maar over fantaseren waar die gelopen heeft.
Nummer 4. Drink hierbij een krachtige rode wijn van formaat. Er zijn genoeg Bordeauxs (Bordeauxen??) en Bourgognes, maar een pas uitgeklede gepensioneerde als ik die nog niet aan de kou is gewend en op de kleintjes let proeft eens tussen de Chileense Merlots want daar zitten voor een prikje ook machtige klappen voor je kanus tussen, die moeiteloos breed over een brandnetelsoep "Mexicaine" heen komen.
Nummer 5. Dan doe ik daar persoonlijk een volkoren stokbrood bij. Wit stokbrood, hoe geweldig ook - in Frankrijk dan, je weet wel, met grote luchtbellen en binnen een paar uur oud-  is mij in deze contekst ineens te flatterig.
Nummer 6. Vergeet U vooral niet tot slot een dijk van een Cubaan op te steken. Men trekke aanhoudend doch kalm - ja zeg maar rustig zachtjes - anders slurp je die die vieze bagger mee en ga je kotsen - ik noem geen namen maar ik was eens op een waddenschip dat aldus bij laag water aan een zandbank moeiteloos vlot werd gekotst. Zachtjes trekken dus. Kun je dat quasi deskundige gelul over het "omslagpunt" ook vergeten en roken tot je je lippen brandt.
Tussen de trekjes door spoelt men de mond met een digestief, waarbij ik, barbaar, ondanks de de Franse Cognacs, de Armanacs en vooral de Calvadossen (Calvadi??), Schots ge�rienteerd blijf. Wie niet drinkt kan naar de apotheek gaan voor zogenaamde "alcohol", dit aanlengen met wat water en dit met een pipet druppelsgewijs tussen de trekjes door in de mond brengen. Heeft hetzelfde effect. Voor wie niet rookt is er geen enkele oplossing en ziet het er verdomd somber uit.