Een aardige ontdekking is de
ochtenschemervogelzangwave. Dat zit zo: zoals bekend worden een uurtje
v��r zonsopgang alle zangvogels wakker en gaan allemaal een half uurtje
vreselijk hard fluiten. Zoals wie zijn speakers aan heeft staan nu hoort, is
de koekoek van de partij en doet zelfs de uil na gedane nachtelijke arbeid
nog even mee. Aangezien die zonsopgang op onze hoogten met zo'n 900 km/u
naar het westen reist, moet er theoretisch een Noordzuid-vogelfluitband van
een half maal negenhonderd = 450 km breed met 900 km/u westwaarts om de
aarde slingeren. Die wave gaat als in een stadion de aarde rond in 24 uur.
Dat is gewoon rekenen. Maar nu! Op Tigre komt de zon op van achter de
Grandes Rousses, een dikke 3000 meter hoog. In de schaduw daarvan kunnen de
vogels dus nog wat langer doorpitten. In dat schaduwgebied trekt de schemer
in tegengestelde richting. Bovendien veel langzamer. Misschien iets
van tien meter per minuut. Dat moet dus theoretisch lokaal een vertraagde
ochtenschemervogelzangwave opleveren in de tegengestelde richting.
Eindelijk was ik een keer op tijd wakker, en ja! De
verte, het WESTEN van de vallei kreeg al wat schemer van achter de berg in
het oosten. Daar, westelijk in de verte was het inderdaad al een vogelkabaal
van jewelste. Terwijl daar alleen wat houtwallen zijn. Hier achter vlak bij
mij heb ik een in vogelopzicht heel dichtbevolkt bos, in het midden van de
vallei, dus eerst nog in de schaduw van die bergen. Daar kan iedereen nog
een kwartiertje pitten. Langzaam komt het vogelkabaal vanuit het WESTEN, dus
tegen de normale wereldbol-richting in dichterbij. Als de houtwal veertig
meter west aan de overkant van mijn weiland begint te zingen geeft mijn bos
nog steeds geen sjoegen. En dan ineens, vijf minten later, barst mijn bos
los.
Hoewel het heerlijk klinkt is het allemaal natuurlijk absoluut niet lieflijk
bedoeld: men deelt fluitend de medevogel mede dat men de nacht heeft
overleefd en er nog is, dat het territorium dus bezet blijft en dat het
afstand houden is geblazen want dat er anders verdomd gemeen gepikt gaat
worden.
Tenslotte zij als bijzonderheid vermeld dat de eenden zich hier tot de
zangvogels rekenen. Zij snateren de vogelzangwave mee, al heb ik ze er voor
deze opname niet op kunnen krijgen. De ganzen, die overdag wel steevast
enthousiast waarschuwend tegen de slapende honden voor onraad snateren als
ik voorbij ren, onthouden zich.
Het gras, paardenbloemen en de overigen, door mij barbaar overigheidshalve
als "bloeibloempjes" aangeduid, zijn op een centimeter of twintig. Sinds
vandaag, 10 mei, gaan overdag bij zon weer krekels tekeer. God weet waar ze
ineens vandaan komen.
Normaal laten de ree�n zich op Tigre niet zien:
zolang er licht is houdt men zich in de houtwallen op. Vandaag was er
echter een incident: er werd een dame geschaakt. Haar man had het net op
tijd in de gaten en achtervolgde het liefdespaar met grote snelheid over
het weiland. Zijn vrouw begreep dat haar aspirant amant dit niet zou gaan
redden en hield de pas in om manlief duidelijk te maken dat zij absoluut
niet vrijwillig was meegegaan. De rivaal werd verjaagd en de man joeg zijn
vrouw met grote beslistheid terug zijn eigen bosje in. Zo gaat het bij ons
ook. Wij willen het alleen niet weten
's Avonds was het kennelijk bijgelegd en kwam het
echtpaar in de schemer toch weer het weiland over. Kennelijk zijn er
ergens in dat vogelbosje aan de achterkant van mijn hut smakelijke hapjes.
Water hebben ze bij hun eigen houtwallen genoeg. Op deze foto heeft men,
na mij aandachtig door de ruit te hebben bestudeerd besloten dat ik
ongevaarlijk genoeg ben en zijn pad vervolgd.
Met de wilde hoefdieren hier is het zo: als zij je
zien bevriezen ze. Bewegingloos luisteren ze naar hun ogen, neus en oren.
Doe jij dat ook dan kan dat rustig een half uur duren. E�n beweging en ze
zijn weg. Je kunt bewegen maar dan in slow motion, als een slang. Daar
schrikken ze niet van. Een mens bezorgt ze schrik in de benen. Ze zijn
slim genoeg om te begrijpen dat Laila de Tijgster ongevaarlijk is. Hun
prenten lopen vlak naast haar hek door de beek.
Verder reeds hier in de buurt gezien: moeflon en
vos. Op de eerste vierhonderd meter van de helling van de Belledonne
achter die ree op de foto. Ik zeg maar "vos" geen "wolf" al was hij/zij
grijsbruin met witgrijze pluimstaart, zeker maatje herdershond en hebben
de herders op de Belledonne mij zelf immers verteld dat zij een
wolvenschadevergoedingsregeling hebben - over de hoogte waarvan zij
natuurlijk ontevreden zijn. Zij denken ook dat die wolven niet, zoals de
ecodwepers beweren, net als destijds de oude Romeinen uit Italiaanse
Apennijnen zijn komen lopen via het
Massif de Mercantour (waar
ze zeker zitten, zie mijn foto van de
aangevreten chamois) maar dat ze door grapjassen meteen na de
ratificatie van een nieuwe natuurbeschermingswet zijn uitgezet - dat is
een voor hen voordelige gedachte want dan mogen ze volgens die nieuwe wet
w�l schieten. Enfin de details staan reeds lang op het net, klik daarvoor
op het blauw hierboven.
groeten, dus, van Jan en Alleman hier en vooral de
ochtenschemervogelzangwave,
Bert