Home |
Groeten Index |
Created 04-11-11
Last edited
16-12-17
Groeten uit Mwanza
Beste mensen,
Tocht zeer gelukkig verlopen ook als je aftrekt dat de laptop is geleasd. Redelijk goed verstopt en afgesloten en opgelet maar ze waren slimmer. Er zijn natuurlijk backups.
Landsgrenzen zijn hier drukke omhekte pleinen vol boeven die hun verblijfsrechten
daar onderhands gekocht hebben van de officials: geldwisselaars (we pay less
because here you are on the black market), Clearing agents die je naar de kant
gebieden of de president hen met die taak heeft
belast en die je dan niet je papieren moet geven, want die ben je kwijt en krijg
je met geluk terug tegen betaling. Bedelaars die heel echt kunnen doen
alsof ze een been missen.
Iedereen is dol op nummers (paspoort, groene kaart, verzekering, nummerbord,
chasisnummer, casconummer etc etc), en data: van verstrekking, van ingang, van
afloop der geldigheid, van passering van de grens, van terugkeer. Eerst de
soldaat bij het hek, dan de immigratie, dan de douane, dan de soldaat rechts bij
het hek naar het andere land,dan de soldaat links bij het hek die die vorige
soldaat sinds een recente onregelmatigheid controleert, en die een broer blijkt.
Dan ben je dus op het Kenyaans clearing terrein en gaat alles opnieuw beginnen.
Kom niet met een vrachtauto handelswaar, want de douane heeft een eindeloos
repertoire van regels om mee te zieken als je niet schokt.
De wegen in Kenya zijn veel beter dan in Uganda. Maar rond Kisumu ligt een plaag
van politieroadblocs. Daar kom je met een personenauto makkelijker langs dan met
mijn pickup, want die lijkt op afstand vracht te bevatten waarvoor de
politiearmen likkebaardend omhoog gaan.
De weg blijft goed, ook na rechts de Nairobi-weg afgeslagen te zijn om
zuidwaards langs het Victoriameer naar Tanzania te rijden. Daar is het aan de
grens hetzelfde gedoe, maar wat provincialer en dus rustiger. De Tanzaniaanse
grensgemeente heeft de jongen bij het laatste hek geprest niemand door te laten
als ze niet in een hokje zijn geweest voor een gemeentelijke entry fee for
Tanzania van twee vijftig (in euros,
dus daar moet een Tanzaniaan twee dagen voor werken).
Ik zal een keurig kwitantiebonnetje krijgen. Men had voor de kleur middelgroen
gekozen. Ik ga naar de politie. Arrest them, zeg ik, this is corruption.
Ze willen niet en lachen wat.
Mijn kwitantie gaat naar binnenlandse zaken met de mededeling dat jullie
weigerden het gemeentebestuur te arresteren, zeg ik.
Later, op de terugweg, was het entry fee hokje gesloten en verzegeld. Scheelt
mij weer een postzegel.
Dat had flink tijd gekost. Nog twee uur licht.
Havenstadje Musoma op 4 uur. Dan maar doorknallen want hier is nergens meer een
serieuze plaats voor de nacht. Leegte en hutjes.
DEVIATION
De pijl wijst naar een buitengewoon onaantrekkelijke kleiweg vol modder,
metersdikke keien en venijnige stenen. Hobbeldehobbel. De snelheid zakt naar 20
km/u en de zon gaat onder. Speurend tussen de hutjes links en rechts zie ik een
afrastering. Beetje symbolisch prikkeldraad met minimale resolutie maar vooruit.
Ik stop en leg een vent aan de straat mijn kampeer-probleem uit.
Ja dit gaat noor 22 km zo door. Slapen moet je bij mij
doen, zegt hij, hier is het niet veilig.
Hij blijkt de heer van de afrastering.
Daarachter stenen huisjes, redelijk netjes gedaan. Er is ook stroom. Water is
lopen naar de put. Verder gaat het net als bij de buren in de hutjes: men zit op
de binnenplaats bij een vuurtje cassave te schillen, kindertjes krioelen, een
onduidelijk mengsel van moeders vaders grootmoeders grootvaders, zonen,
dochters, kinderen en babies, tussen de twintig en dertig.
Doe of je thuis bent.
De heer der huisjes kent wat Engels.
De dames houden afstand, de rest wil alles zien. Men
dromt om mij heen
Als ik het zweet met mijn jerrycan van min lijf spoel
riskeert men een nat pak.
Ik ga nu in mijn blote kont, ik zeg het maar even,
kondig ik aan.
Men begrijpt mijn Engels.
Dat moest ik dan maar achter de auto doen, zij zaten hier nu.
Ik gehoorzaam.
Daarna is het maspuree met een soort gezouten
zoetwatersprot, ik breng wijn in. Als zelfs een debiel van de buren met een
vieze beker aan komt zeggen doe ik of het op is en gaan we over op een niet mis
te vestane cassavejenever.
Dan is het slapen. Er slaapt er eentje in de keuken om op mijn spullen te
letten. Als ik om vier uur iets hoor en even gluur hoor ik:
Niets aan de hand.
Zelfs het bultje in mijn tentzeil had hij gezien.
De volgende ochtend moet ik absoluut mee naar het
volgende dorp want daar woont een neef en die is majoor.
Ik neem maar snel afscheid.
Tien km en vijf kapotte trucks verder (iedereen van Kisumu naar Musoma en Mwanza
moet hier momenteel langs) is een rustige plek aan een beekje. Ik zet koffie en
ga ontbijten.
Een Range Rover
komt voorbij, stopt aarzelend
vijftig meter verderop. Een Tanzaniaan in
smetteloos kostuum stapt uit: are you all right?
Prima, ik zit te ontbijten.
Hij groet ten afscheid en roept nog: this is a very bad place!
Musoma sla ik nu over en rij rechtstreeks de brug van de Mara over, de Serengeti
in. Het heeft zes jaar niet behoorlijk geregend. Het hele Victoriameer staat ook
80 cm lager dan enkele jaren geleden. Hier geeft men ons Jinjajenezen de schuld
want wij laten te veel water door onze damturbines lopen. Als ik zeg dat een dam
natuurkundig nooit het waterpeil aan de hoge kant kan
verlagen wordt ik als chauvinist weggehoond.
De gnoes weten het water nog wel te vinden maar de vegetatie is natuurlijk al
jaren niet meer te vreten en ze staan er mistroostig en in zichzelf gekeerd bij,
verre eenzame puntjes in de lichtgele vlakte.
Bij aankomst in Mwanza na inspectie van Noordbaai met veel dhows aan
havenmarkterrein (vis, eiland landbouwproducten, hout en houtskool, stinkend als
een oordeel) meteen maar gauw een standplaats zoeken. De werven langs de
Zuidbaai misschien? Die hebben hekken en security.
Bij de eerste werf staat een lange grijsblonde staak een paar lassers aan te vuren
die met een verdomd oud schip bezig zijn.
Hello, I am Bert hamminga.
Kees van Vianen.. wat doe jij hier?
Ehhh..ik was professor maar ze hebben me buitengeschopt, zeg ik kortheidshalve.
Je was zeker te goed.
Dat zeg ik wel ja, geef ik schoorvoetend toe.
Boot? Bestel een staalpakketje. Dat komt plat in een container aan en wij lassen
dat. Kunnen wij heel netjes in twee weken.
Ik krijg een webadres.
Kamperen? Dat moet je op onze echte plek doen: de Yacht Club. Zeg maar dat Mr.
Kees het gezegd heeft.
De Yacht Club, ietsje richting vergane glorie maar met bar, restaurant,
grasveldje met kinderspeeltjes en zowaar enkele jolletjes. Ik het gras op. Aan
de Zuidbaai met uitzicht Oost over het water richting de dokken van Kees.
Knal het meer in. Hoezo bilharzia.
Ik vertrouw manager Rafal toe dat de communicatie met de werven een probleem
wordt. Ik ken nog geen Kiswahili en zij geen Engels.
Rafal zal eens een kennis bellen.
Tot mijn verbazing komt van de dokken van Kees een
hoosbui aanzetten. De eerste in zes jaar!
De kennis blijkt s ochtends (dag 2) Jeremia te heten, kent Engels, repareert
Yacht Club schepen en is timmerman, en weet ook waar
de werven zitten, wat wel nodig is want vaak is het vreemd rijden nogal ver
buiten Mwanza. Ik zit gebeiteld.
Met Jeremia rijd ik op dag twee (hevige plensbuien
met tussendoor weer vochtige hitte door zonneschijn)
een heel stel werven af en lul met Jan en allemaal
over wat ik wil, op het laatst hoef ik niets meer te zeggen want Jeremia kent
het verhaal (zie dhow)
uit zijn hoofd.
s Avonds rijd ik naar Kees. Kees, ik ga voelen voor traditioneel, en aan het
eind wat custumizen. Jeremia kan controleren, maar ik voel haarfijn aan dat jij
er ook bij hoort.Wat vind je ervan?
Kees kent Jeremia en vind het prachtig. Maar hij weet nog een werf die goed is
maar op zijn kont ligt. De timmerlieden hangen er nog bij rond, want het was
regering dus ze krijgen nog een loontje. Nkaka is de baas.
Daar blijkt een romp van ongeveer mijn maat (12x4 meter)
uit een faillisement van de Tanzanianse tycoon Mazara te liggen. Die
heeft $3000 schulden bij Nkaka maar wil er $8000 voor hebben om er zelf nog
$5000 aan over te houden. Wij schrijven het op.
Dag 3 (regen): drie overgebleven werven, waaronder
Nkaka krijgen huiswerk: uitrekenen hoeveel hout ijzerwaren etc, een fasering
maken met wat ik in elke fase moet voorfinancieren. Achteraf betalen kan niet
want ze zijn allemaal blut, vooraf ook niet want dan komt er geen boot.
Een werf met leuke jongens valt af: ze weten de maten en sterktes niet, de
begroting is laag maar klopt voor geen meter.
Jeremias vriend Tumaini komt er met anderhalf uur hulp en kopkrabben van
Jeremia uit: $ 15 000 zonder motor.
Dan naar Nkaka. Die heeft een offerte in tweevoud handschreven Engels, geef ons
een exemplaar en leest die voor.
Heb je nog vragen Jeremia? Vraag ik na vier minuten voorlezen.
Nee, zegt Jeremia verheugd.
Jeremia schat Tumainis laatste prijs op $10 000. Nkaka heeft Mazaras hull om
mee te beginnen, maar daar zijn ze vijf jaar geleden aan begonnen. Enkele
rottende planken moeten al weer vervangen, de rest is nog prima, want het is
allemaal mninga, zweert Jeremia. Mninga een van de hardste tropische
houtsoorten. Hapa mninga betekent hier mninga in het Kiswahili. Doet het je
aan iemand denken? Hoe dan ook: starten van een oude romp moet de prijs toch in
de buurt van $ 9000 komen. En Mazara zit te hoog in de boom met zijn rompprijs.
Nkaka bouwt af voor $4000, dus voor Mazara is $5000
over, 3 om de schuld aan Nkaka af te lossen en 2 voor hem zelf. Dan is Nkaka
meteen na vijf jaar eens dat loeikreng van zijn werf kwijt. Nkaka belt Mazara.
Mazara gooit de kont tegen de krib: $6000 of anders
niet.
Een mooi moment demonstratief af te reizen naar Uganda (maar wel na alle
werkafspraken met Kees en Jeremia afgemaakt te hebben). Jeremia gaat $300
krijgen voor de inspectie, Kees wordt emailadres, representative en
betaalmeester, Nkaka moet zelf zien dat het in zijn belang is Mazara wat schuld
kwijt te schelden als die halsstarrig blijft. Anders moet hij door Jeremia, die
eens zogenaamd uit eigenbelang (wil immers ook graag de klus), op dat idee
worden gebracht.
Laatse optie: Nkaka begin opnieuw zon romp, voor dezelfde prijs. In geval van
nood $1000 er bij. Wij zijn het eens: zij weten het nog net, maar
mis kan het niet meer gaan.
Intussen slaap ik bij Kees en Jane, ik kook een avond als ze het druk hebben, en drink eersteklas spiritualien met Kees, Jane aan de fris. Zij laten mij hun nieuwe huis in aanbouw zien. Het schiereiland tussen de twee baaien van Mwanza is een bergje. Ze noemen het Capri point. Maar dit is het echte hemelse Jerusalem, vergeet Jerusalem, Mekka, Capri, en zulke dingen meer. Het ligt aan de monding van de Moame rivier, de grootste wateraanvoer naar Lake Victoria en dus de grootste bron van de bron van de Nijl. Jane had van haar eerste spaarcentjes destijds een stukje land gekocht, en daar is wat buurland bij gekomen. Ze is al lang met de tuin bezig, dus die heeft al hele leuke plekjes. Het huis is zeer binnenkort klaar.
Foto: Tuin van huis in aanbouw van Kees en Jane. Van links naar rechts stroomt de Moamerivier het Victoriameer in. In de verte mijn maatje dhow.
Ik terug. Op advies van Kees bilharzia profylaxe in de bast.
Dan lust je even geen drank. Water spoelt door
de lang droge beddingen onder de bruggen. De Serengeti is bedekt met een groen
waas. De gnoes staan te bokken van plezier. Een balorige schildpad maatje emmer
steekt de weg over. Ik rem. Snel moet het raampje dicht want er komt een baviaan
onopvallend maar snel aangerend, die rechtop, handen tegen het raam, met erectie
(??) mijn cabine bestudeert (roadbloc combine? Wat zit er voor de schildpad
aan?).
Terug in Kisumu sta ik na de securtity wat geschoven
te hebben op een bewaakt terrein aan het water. Zwemmen? Ja hoor, dat kan best
hier. Heerlijk mijn zweet afgespoeld
De volgende ochtend word ik met retrospectieve schrik wakker van het geboer der
nijlpaarden.
In Kisumu op dieseljacht, met een introductiebrief van
een technische man van de werf van Kees. In Kisumu kost een veel te zware diesel
van een meter hoog $ 5000. Voor de Indir die met twee in zijn maag zit zijn ze
juist te klein en hij raakt ze maar niet kwijt. Het
zou een optie kunnen zijn want die dingen zijn vaak nog een stuk duurder.
Op de 24 km na Kisumu acht politieroadblocs. Elke drie minuten. Telkens andere
vragen. Journalist? Christen? Interesse in een investeringsproject? De laatste
wilde een boete uitdelen voor pijl en boog.
En die vorig zeven dan?
Die hebben het niet gezien.
Ze hebben me zelfs schietles mee gegeven meneer, lieg ik keihard.
Ik mag gaan.
Aan de grens een nogal wel zo tamelijk opdringerige, waarschuwingen mijnerzijds
lachend in de wind slaande, zich noemende clearing agent neergeslagen (nou ja,
hij had in ieder geval beide handen op de grond). Een onverwachte rechtse hoek
met grenspapieren in de linkerhand. Wel verkeerd geraakt, namelijk met de
knokkel van de mijn pink, die nog verstuikt is, dus hij voelt het ook nog.
Over de grens is het 50 km zwaar hobbelen over een weg met slecht nog wat
asfaltresten. Het is de hoofdader van Mombassa-Nairobi naar Kampala, alles komt
er langs. Slechte wegen is altijd corruptie want de regeringen
spreiden het wegengeld gewoon volgens een technische berekening. Waar de weg
niet gebouwd wordt zit het dus in verkeerde zakken. Uganda heeft dus het
corruptste gedeelte van de hele weg tussen Mombassa en Kampala. Ik raak er
scheef naar links wegzakkend de reeds kapotte plastic spiegelhouder zonder
spiegel van een geparkeerde truck. De chauffeur blijkt zon Ruandese
koppensneller die 25 euro wil. Ik bied 10 om snel van het gezeik af te zijn
maar meneer vertrekt naar de politiepost. Dan moet je
er achteraan, anders wordt het een zaak. Het dorp stond aan mijn kant
(Uganda!!!!), dus ik draai met laadbak vol getuigen en laat mij naar de
politiepost gidsen. Nou, jullie kennen mijn platte spitsvondigheden, dus laat ik
mij er toe beperken dat het bij een tientje bleef nadat ik had voorgesteld dat
de koppensneller een tientje boetje zou krijgen wegens ondeugdelijke
spiegel en dat ik die dan voor hem zou betalen.
Thuis nieuwe laptop, nieuw cameraatje. alles uiterst
schappelijk geprijst en inderdaad al weer veel mooir dan mijn oude spullen,
maar wel de bekende week computershit: nieuwe
draadloze internetverbinding, Uganda Telephone
leren hoe ze mijn login moeten activeren en
wat een outgoing mail server is, en hoe die van hun heet, even een crash bij
upgraden naar Windows XP, alles nog even een twee keer overnieuw installeren en
downloaden, maar ik lijk weer het internet heertje voor $ 50 in de maand, tot 35
ver het meer op! Details hier (later komt hier een link)
Dan stuur ik Jeremia (lang leve de mobiele telefoon) langs Nkaka om de stand op te nemen en aan Kees te rapporteren. Die gaan vervolgens getween naar Nkaka. Hij heeft inderdaad besloten de zaak zo met Mazara te regelen dat ik er in de eindprijs niets van merk. Of het hem is ingefluisterd weet ik nog niet. Ik werd staande de vergadering gebeld en ging akkoord.
De moraal van dit verhaal:
Project: traditional dhow, 12 x 4 meter Opdrachtgever: Hapa mninga Werf: Nkaka Opzichter: Jeremia Representative en betaalmeester: Kees Prijzen: schip: $9000, thans 6000 euro, motor: $5000, thans 3400 euro Gereed: 1 februari 2005 |