Groeten Index |
010615
Groeten van de moeder van Alain
Vandaag een dreigende lucht met felle thermiek. Ik zag meteen dat het niet
kon, maar Camille zei: "C�st bon". Ik: "Je ne va pas mourir?". Nee. Camille wist
het zeker. Ben ik nou alw��r een laffe zak? vroeg ik mij af, terwijl ik mijzelf
alsnog trachtte op te pompen. Maar de eerste serieuze vlieger die zijn neus liet
zien keurde het zwerk net zo onmiddelijk af als ik dat had gedaan. Die jongen
had gister net van een vriend wat nu vlieglessen voor gevorderden gekregen (een
inklapper forceren en hem er weer uit krijgen, neerwaarts spiralen met 15 meter
per seconde om aan een heftige thermiekwolk te ontsnappen, over de radio wordt
de leerling toegeroepen: niet voor je uitkotsen want dan krijg je het in je
smoel!). Zelf deed ik nog even niet mee maar vloog natuurlijk wel, vanzelf.
Maar vandaag niet. De andere serieuze vliegers verschijnen niet eens. Camille
vond het ineens ook gevaarlijk. Die Camille.
Ik ga maar op
mijn schoenen omhoog de bergen in, met uitzicht (zie foto, net een lichtplas
door een gaatje in het wolkendek) op mijn tweede diner in
La Ferme des Chazarets, met als extra
een Monte Cristo, want de sigarenboer in Bourg d'Oisans, aan de voet van Alpe
d'Huez heeft zojuist, God bestaat, besloten deze Havana sigaar in zijn
assortiment op te nemen. Nu hoef ik dus nooit meer te verzinnen waarom ik "toch
naar Grenoble moet", zodat ik daar dan net zo goed even Havana sigaren kan
kopen. De man van de sigarenzaak in Bourg valt zowat achter zijn toonbank als ik
zeg: doet u maar zeven, maar herneemt zijn apropos en vraagt wat ik van die
Balmoral van gisteren vond (toen waren mijn eigen Partagas al op en zijn Monte
Cristo's nog niet aangekomen, dus tsja). Na tactisch de Balmoral met de grond
gelijk te hebben gemaakt, bleek hij zelf toch wel iets van sigaren te weten. Hij
kende zelfs mijn Partagas en vond hem te....ja wat hij zei was te moeilijk Frans
voor mij, maar ik denk dat ik hem wel begreep: de Partagas, en vooral de
Partagas de Luxe is een Cubaan die echt zo ordinair volbloed Cubaans is, waaraan
zo weinig moeite is gedaan om hem voor de gemiddelde en bemiddelde blanke
hooisigarenpaffer enigszins geruststellend te laten
smaken dat het, zo zei ik het maar, met recht een "Cubain fermier" genoemd kan
worden. Hij knikt heftig, dus ik had hem wel begrepen kennelijk. Maar daar hou
ik juist van, zei ik. Hij kon dat billijken maar zijn herinnering aan de
Partagas de Luxe, naar mijn opvatting de beste sigaar ter wereld, en 20%
goedkoper dan de Monte Cristo 4 (Castro, die zelf niet eens meer mag roken van
de dokter, bepaalt persoonlijk de wereldmarktprijzen is mijn indruk), bleef toch
van dermate desastreuze aard dat hij er duidelijk niet over peinsde hem in
voorraad te nemen. Geen kloten die man. Enfin als hij dan maar Monte Cristo
blijft inkopen.
Na de afdaling uit de bergen, een heerlijke douche uit mijn
watertiet en met frisse kleren aan
begeef ik mij op de afgesproken tijd naar La Ferme des Chazarets. Alwaar men nog
geen tijd heeft gehad om de keuken in te gaan. Maar met een sigaar en het
staartje van de Merlot dat ik nog in de keuken op de ijskast aantrof maakte het
mij allemaal niets meer uit. Stephanie ging koken, Alain moest nog melken. De
buurvrouw kwam binnen en die liet ik vast op de laptop de fotoos zien die ik
zojuist boven op de kam van het dorp had gemaakt. De buurvrouw bleek de moeder
van Alain. Nu werd het verhaal toch weer anders: zij was hier geboren. Met haar
man naar Grenoble gegaan om beter te verdienen. Grond en huizen in het dorp niet
verkocht. Alain wilde terug naar het dorp, deed landbouwschool. En mammie
denken: het is een jongensdroom, dat doet hij toch niet, of hij houdt het niet
lang vol. Ook dacht zij: daar vindt hij nooit een meisje en word ik nooit
grootmoeder. Maar Alain hield vol. De geitenkaas werd steeds beter en de Fransen
uit de buurt gingen er voor omrijden om het bij hem te kopen.
Eerst werkte hij tien jaar in zijn eentje. En ook nog elke avond uit, beweert
hij. Hij had lang haar. De rest van het dorp, allemaal oude mensen vonden hem
maar een hippie. Een vrouw vinden, denk ik dan, dat is voor een boer kennelijk
inderdaad, zoals mammie al vreesde, lastig. Tien jaar elke avond dansen. Je zou
denken dat de meisjes allemaal in de rij staan om zo'n romantische boer in zo'n
fantastische vallei te trouwen. Maar nee, ze hebben liever die makelaar met zijn
cabriolet. Getver, het is toch niet te geloven als je er even over nadenkt.
Toen gingen zijn ouders met pensioen en kwamen terug. Toen kwam Stephanie dus
met haar truuk, en
toen vijf kinderen. Het hele dorp gered! Tegenwoordig heeft hij nooit genoeg
kaas. Hij raakt aan de deur los. Een grote vari�teit van groenten vindt
zijn weg omhoog tussen, het moet gezegd, heel wat onkruid, maar er wordt ook
niet gespoten. Dertig geiten, twintig schapen, een koe en een kalf, kippen,
ganzen, acht poezen, zeven honden, een ezel met een veulen, de getallen zijn bij
benadering, zij weten het zelf ook niet altijd even precies, behalve bij de
geiten en schapen, want die kent Alain allemaal persoonlijk. Zijn ze ziek dat
komen er homeopathische geneesmiddelen in huis. Alain is daar erg tevreden over.
Als ik zeg dat ik altijd hoor dat mensen in zoiets moeten geloven om beter te
worden beaamt hij dat, maar die beesten weten nergens van en worden toch beter.
Ik ontmoet Mamma Alain ("mamie" voor de kleintjes want "mamie" en "papi" zijn
oma en opa) buiten met paraplu, ze gaat toch morgen maar paddestoelen zoeken,
het regent te hard. Ze pakt het kleurige kinderfietsje van het kleispoor en zet
het netjes tegen het hek. Ik: dat is toch geen werk voor grootmoeders? Nee, zegt
ze, maar toen ik klein was had ik zo graag een fiets gehad. Maar er was geen
geld, er waren vier kinderen. Dat kon niet.
Ik bedenk dat hier in de buurt het kleinste wissewasje meteen een uur lopen is.
En nu, gaat ze verder, kan ik er nog steeds niet tegen als er zomaar zo'n fiets
op de grond is gesmeten.
Aan tafel.
Nu eet Raluca van het begin af aan mee, want de kinderen zijn al naar bed. Zij
had zich even teruggetrokken en zich voor de gelegenheid verkleed in een nauwe
broek en een elegant topje. Als ik die merkwaardige aantrekkingskracht die ik op
jonge meisjes heb nu eens aan een gefortuneerde oude snoeper van de hand zou
kunnen doen...maar dat ben ik immers zelf. Het blijft toch een genot dat dat van
de Partagas de Luxe nog wel eens wil benaderen.
Vrienden, voor ik te ver ga, hetgeen dreigt, zo het niet al te laat is,
Hartelijk groet,
jullie,
Bert