Home
Het Honden Jounaal Index

050418 Last edited 16-12-17

 

Retrospectief filosofisch slotwoord: de staart van het hondenjournaal

Supa is bij Makau aan het integreren. Hij is dik met dochtertje Angel (2 jaar).  Florence (5) heeft er nog wat schrik van en wordt door Angel nu met Supa bedreigd als die haar zin niet krijgt. Ik denk dat hier:

<><><><>

nog wel een plaatje komt van dit drietal: een witte hond met twee zwarte kindertjes. De hele dag samen bezig. Supa heeft geen tijd meer om "Misty" te zijn. Hoe dan ook: het is de hoogste tijd voor deugdelijke retrospectieve filosofische reflektie op het hondenjournaal, anders dreigt het straks nog te worden opgevolgd door een hondensoap over de Nijl.

Alleerst staat het volgende als een paal boven water: ik heb meer geleerd van de honden dan de honden van mij. Zij hebben geleerd: als hij "come" roept is er flink kans op een hapje. Trekt hij die malle gele korte broek aan dan gaan we voor de bussen rennen. Loopt hij naar de keuken dan moet je er zeker achteraan. "No!"  betekent dat je een roei krijgt als je gaat doen wat je net van plan begon te zijn.
Maar ik hoor ze zelf niks roepen dat in de verste verte op mijn "come" en "no" lijkt, terwijl ik al hun grommetjes, grauwtjes en piepjes kan nadoen. Met name over mijn waarschuwende blaf ben ik zeer te spreken: Met Supa kom je bij het hardlopen vaak zo'n stel straathonden tegen. Daar mag hij dan niet weg. Je kent dat wel: met zijn drien met de staart omhoog met de halzen over de rug van zo'n jong hondje heen, die dan doodstil moet staan met de staart naar beneden, de lafbekken. Maar ik blaf ik ze faliekant van de weg! Ineens lijken ze helemaal geen staart meer te hebben. Supa weet dat ik het ben en holt vrolijk naar me toe, ik wil u in alle trots mijn blaf in niet onthouden. Geen mp3 deze keer natuurlijk, maar een wav,  klik hier: blaf.wav!
Zelfs heb ik het verschil geleerd tussen wanneer ze iets echt menen en wanneer ze me in de maling proberen te nemen, waarmee ik en passant heb geleerd niet meer in het verhaaltje te geloven dat dieren zo eerlijk zijn. Het zijn gewoon net zulke immorele rotzakken als wij mensen. Een hele geruststelling.
Als er wat te eten is zijn ze er als de kippen bij, maar voor de wezenlijke aardse geneugten, whiskey en sigaren, heb ik ze geen belangstelling kunnen bijbrengen.
Ik kan op hun manier bijten, duwen, trekken en anderszins spelen, maar zij niet als ik. Met als uitzondering dat de eenzame Supa nu toch uiteindelijk de tak is gaan terugbrengen ter herhaling van het takgooien. En hond is op je aangewezen dus hij leert meer menselijks dan twee - en dus waarschijnlijk minder hondelijks, dus of hij er beter van wordt is uiterst onzeker!.
Ik ruik niet geheel feilloos wat er precies op de kruiwagen keukenafval ligt als die voorbij komt naar de afvalhoop, zij wel, maar dat hebben ze niet geleerd, dat kunnen ze gewoon. Toch is, genspireerd door de honden, zelfs mijn reuk vooruitgegaan: ik kan thans 's nachts in het donker in mijn bed ruiken of Supa in de kamer ligt te pitten is of buiten. Op een eventuele volstrekt onverantwoordelijke en roekeloze reaktie als dat dat andere oorzaken zou kunnen hebben dan de oefening van mijn reukzin ga ik niet in.

De staart, Het Andere Uiterste

En dan nu: de staart. De staart is allereerst een nuttig handvat voor een baas bij een hond die op een verkeerd idee dreigt te komen - want dat is toch ook wel weer knap van honden, dat kunnen ze namelijk! De staart is vooral een efficinte handgreep als je er op tijd bij bent en hem vlakbij zijn kont stevig kunt omklemmen. Dat doe je zo intutief dat je beseft dat je verre voorouders zelf ook een staart moeten hebben gehad. Je voelt hem als het ware bij jezelf nog zitten. Eigenlijk mis je hem. Omdat de staart vanuit de hond gezien vanwege vijandelijke happers en bazige tegenhouders toch duidelijk als een kwetsbaar nadeel gezien moet worden, ga je je afvragen waar in godsnaam de staart voor geschapen is. En daar ben ik met enig encyclopedisch onderzoek achter gekomen: de staart is niet geschapen! Vissen gingen pootjes ontwikkelen en op land lopen. Dan zou het wel heel stom zijn als poten helemaal achteraan de wervelkolom hingen. Het zal er misschien wel geweest zijn, die constructie, maar is dan snel uitgestorven. Dan komen je poten te ver uit elkaar en zak je in het midden door. Voor het evenwicht en de krachtverdeling zet je de poten, als je er vier wilt, zo'n beetje dat ze naar voren en achteren evenveel gewicht te dragen hebben. Daarom zit je kop vr je voorpoten (wat niemand gek vindt). Maar om dezelfde reden zitten je achterpoten niet aan de achterste wervel maar een flink stuk naar voren. En de rest daarachter is dan...de rest. Het Andere Uiterste. Zoals ze in Nederland ook bij een restje eten zeggen: het staartje. De staart moest er zijn, puur voor het gewicht. Verder koos men er in de evolutie voor daar geen enkele serieuze functie in te herbergen (waarom geen tweede kop? Enfin, je moet de evolutietheorie nooit te veel "waarom niet?"-vragen stellen, Gods schepping is een rotzootje). Zo werd de staart puur ballast. En in de evolutie kan zoiets natuurlijk niet lang duren. De staart gaat er uit: kijk maar naar het varken, het paard, de koe, de tendens is de tegengewichtsfunctie te verplaatsen naar een extra zware kontspier, daar heb je tenminste wat aan, en soms krijgt de minderende staart zuiver om de evolutionaire tijd te doden bijvoorbeeld even een seinvlag- of vliegenmepperfunctie, zoals wij mensen, omdat wij al twee eeuwen in wezen uitgeluld zijn, onze mobiele telefoons gebruiken voor domme spelletjes, inferieur internetten en het maken van foto's met slechte resolutie.

Door rechtop te lopen heb ik mijn evenwichtsprobleem wel heel handig opgelost: mijn kop balanceert recht boven mijn wervelkolom zodat de nek dunner kan wezen en in het algemeen alles lichter gebouwd kan worden. De lage rugklachten zijn mijn eigen schuld: had ik maar consequent moeten weigeren op stoelen met rugleuningen te zitten. In culturen waar ze die niet gebruiken hebben ze ook geen lage rugklachten. Ondertussen nader ik nu ongemerkt de kern van mijn verhaal ter zake van de staart: ik geef ruiterlijk toe dat de staart voor mij, een rechtop lopend zoogdier, in het opzicht van de statica en dynamica van mijn lichaam weinig zinnig is. Maar toch, ik kan er niet onderuit, met een schaftkeet, een dhow, een parapente en een afgekeurde container hoort een staart tot mijn bescheiden lijst van desiderata.  Ik vind mijzelf echt iemand voor een mooie lange harige staart. Aangezien dat niet binnen mijn bereik ligt zal ik mij er mee moeten verzoenen dat ik in mijn leven niet al mijn grote wensen zal kunnen vervullen. Ik klaag niet, maar ik heb het anderzijds toch ook niet onder stoelen of banken willen steken. Dus hup, nu weet u het, lezer: u wilt een 4WD en een Rolex die u niet kunt betalen, ik wil een staart, en dat zit er ook niet aan. En zo ziet u: het is Het Andere Uiterste maar toch lijken we een beetje op elkaar.