Home
Het Honden Jounaal Index

050106 Last edited 16-12-17

Nogmaals gemengde pack updates

Apport, vergeet het.

Apporteerneigingen betekenen, zegt Gaus, dat de hond "voor je wil werken". Dat verwacht je natuurlijk niet bij honden als Supa en Haipa, volbloed Afrikaanse West Nile bastaarden als zij zijn. Werken is in Afrika not done. Het is de Goden verzoeken. Met werken wek je de indruk te denken dat je invloed kunt uitoefenen op je eigen welbevinden in de toekomst: je rekent op een "opbrengst". Hoovaardij. De serieuze krachten in de natuur zullen je spottend bestraffen tot je weer netjes oplettend gaat zitten wachten tot je wat van ze krijgt. Zo is dat in Afrika, en zo als dat dus volgens Afrika.

Ook Afrikaanse hondenbazen zijn erg lui. Voor wie lui is en wil zijn, zoals ik, is er een probleem . Je hebt als hondenkapitein absoluut geen zin om alles zelf op te gaan halen en terug te brengen. Maar om ze dan te gaan trainen, daar ben je ook te lui voor. Hoe nu?

Men neme een kleurige plastic borstel. Kleuren zijn mooi, en door de haren lijkt het net een beest. Je kunt ze er mee borstelen. Wrijf hem goed in met rottend vlees. Bind hem met een lang touw aan de stoel in de tuin waar je je sigaren zit te roken. Gooi hem weg. Gaan ze er niet achteraan, dan moeten ze dat zelf weten. Brengen ze hem niet terug dan haal je hem weer binnen als je zin krijgt. Als ze hem zien bewegen gaan ze er meestal weer achteraan. Heb je de grommend vasthoudende heren binnengehaald dan kun de tenminste het "drop" commando leren, dat doen Afrikanen heel graag: "drop". Voor de rest: je kunt stapels kaaskorsten in je knuisten hebben maar de deal: ik de borstel, jullie de kaas wordt niet begrepen. Zien ze kaas dan laten ze alles vallen en komen aangesprint. Nee werken voor een beloning, dat zit er niet in. Heel logisch in deze cultuur.

Zwemmen.

Rustige concentratie op de voorliggende taak spreekt uit Supa's gelaatsuitdrukking. Hieraan waren twee dagen spelen, zonder dwang, maar wel met een lekker stinkend ondermaats visje in de hand van de kapitein op een meter in zee, voorafgegaan. Dag drie gingen ze op de arm net voorbij stadiepte en moesten zelf terug. Beide heren bleken gewoon altijd al te hebben geweten hoe je moest zwemmen en vertoonden geen spoor van zenuwen.

 

Haipa is in les 4 feitelijk al niet meer bij te houden. Supa worstelt energiek, woest mag je wel zeggen, met zijn techniek: hij tilt zijn voorpoten uit het water en plonst ze er dan weer in alsof hij slagroom aan het kloppen is. Het mag hem de pret niet drukken. Mijn zus Willemien zegt dat ik de enige ben die honden zwemles geeft. Met zo'n hoogohmige oeros als Supa is het toch echt nodig: hij moet leren dat die kop lager moet en de kont omhoog, we zijn geen klimgeiten maar bevers, kijk nou naar Haipa!!  De truuk is om hem in het water, als hij nog niet zelf zwemt, horizontaal te houden zodat hij in de gaten krijgt dat zijn bek en neus er dan nog makkelijk bovenuit blijft steken. De vissers bewaren nu zelfs het kleine spul voor ze.
Kortom het is feest aan de waterkant (bij de verste boompjes op de achtergrond de bron van de Nijl)

 

 

Say Cheese

Bij de ochtendbegroeting gaat het er altijd wat wild aan toe. Waarschijnlijk omdat ze niet bij mij mogen slapen. Na drie minuten over mij heen en onder mij door, elkaar hard, en mij net iets te hard bijtend, zodat ik flinke tikken uitdeel, hetgeen als deelname aan het spel wordt opgevat en geen corrigerende werking heeft, komt er wat rust. Ze krijgen overal kriebel, gaan zitten krabben, en vervolgens zet men uit ligstand de hap- en gromspelletjes tegen elkaar voort. Hieronder Supa met karakteristieke ochtendbegroetingsmimiek.

Een leuk koppie krijgt hij wel, Supa, maar er zit nog steeds niet veel in. Vergeleken met mij, en zeker vergeleken met Haipa. Haipa begint mij uit te dagen. Dat zal hem bezuren. Hij mag dan wel de slimste zijn van ons tween, ik blijf de kapitein. Ik weet heel goed hoe dat moet want ik heb in mijn leven alleen maar bazen gehad die dommer waren dan ik, tot mijn vader aan toe. Trouwens zo hoort het in de wereld: de domsten moeten de baas zijn. Behalve Supa dan, want dan zou het toch echt uit de hand lopen.

Nautische training

De eerste trainingen van de toekomstige jantjes van de "Pungu" in nautische vaardigheden:

zijn toch vooral oefeningen in gezagshandhaving voor de beoogde kapitein:

We zijn volgens Martin Gaus in de rangorde periode. Nou, dat zie ik zonder Gaus ook wel. Supa is de sterkste maar wat angstiger ingesteld. Haipa is wat dominanter van aard: houdt langer grommend de staart omhoog bij onraad. Supa is er dan dus als eerste vandoor. Ook waar geen gevaar is, maar bijvoorbeeld een vriendelijke vreemde hond, houdt Haipa de staart langer omhoog, tot hem natuurlijk door de volwassen tegenpartij duidelijk wordt gemaakt dat die toch naar beneden moet. Ook ik word thans uitgedaagd door Haipa. Gelukkig ken ik hem langzamerhand goed genoeg om te weten of hij expres doet of hij mij niet begrijpt of dat het onbegip echt is. Als het echt is en ik kom quasi-driftig aanbenen  dan springt hij nietsvermoedend vrolijk tegen me op. Heeft hij de kluit belazerd dan is het met kop en staart naar beneden achter de bosjes, waar hij dan, alvast piepend voor het geval het zeer mocht gaan doen, door mij ruw achterweg wordt getrokken.  Ook claimt Haipa thans het recht op mijn vouwstoel als ik niet in de tuin ben.

Hij weet inmiddels dat ik op hem ga zitten als ik er aan kom, dus vr die tijd is hij weg. Bij gebrek aan zaag voor de poten wordt deze stoel door Haipa ook regelmatig omgegooid.
Hoewel Supa het hardst gromt bij het claimen  van zijn eten is het Haipa die op het idee is gekomen met de lege voerbak aan te komen zetten als hij vindt dat daar wel weer eens wat in mag.
Kortom het is niet beslist maar Haipa wordt, wed ik, mijn B1.