Groeten Index |
991020
Groeten van de Col de Forclaz
Beste Mensen, Daar heb je mij weer, zie foto en kaartje.
Ik ben kapot. Gevlogen, maar vooral: teruggeklommen. Dat vliegen, daar had ik
nauwelijks meer mee gerekend. Gisteravond stond ik in het bos op de helling aan de
overkant met mijn goddank pas gekochte handliertje en 15 m staaldraad in duister en regen
mijn auto uit de blubber te trekken. Ging overigens prachtig: geheel zonder motor. Heel
bevredigend. Metertje omhoog, fixeren, lier afdraaien, staaldraad meter inkorten, en weer
een metertje, zo vijf keer en ik was op het droge. Droge kleren had ik ook nog. Maar
vliegen? Ja, dus: stralend weer vandaag. Wel vochtig. Dat blijkt, heb ik vandaag geleerd,
het volgende te betekenen: is het wat bewolkt dan is het helder en lijkt er niets aan de
hand. Maar geen thermiek natuurlijk. Dan wacht je tot de zon door dat stuk blauwe lucht
daar heen piept. Thermiek! (niet veel trouwens, want die natte troep warmt slecht op).
Maar de door opwarming opwaarts gejaagde lucht koelt weer af en vormt een vette wolk. Gaat
de zon weg, dan verdwijnen de wolken weer, maar ook de thermiek. In de herfst is er voor
de parapentist geen God, althans geen met spreekuur. Menig ervaren kamikazepiloot zal net
over die wolken heen vliegen, want ze hangen alleen aan deze kant (tegen de westhelling).
Maar dat gaat mij te ver. Wil je op safe dan moet je op een zonplas wachten, maar dan net
voor de wolkvorming weggevlogen zijn.
Op de bijgaande foto was ik na een mislukte poging te laat, maar even later is het er toch
van gekomen. Dan besef je pas dat je 's zomers eigenlijk voortdurend in de thermiek
vliegt: nu daal ik 2 meter per seconde. En ik van 't zomer maar denken dat ik dan in
daalwind zat...Ik zal dus over die 900 meter 450 seconden of zeven en een halve minuut
doen. Doe maar of je in de rij staat bij de supermarkt, dan lijkt het langer. Maar het is
het waard, denk ik nog als ik de golfjes onder me zie en diep onder mij de Optimistjes
carroussel zie varen. Zuidwaarts maar, zo dicht mogelijk naar de weg die ik omhoog moet.
De wind heeft ongeveer mijn snelheid, dus als ik draai om tegenwinds te landen is het
alsof ik op het knopje van de lift heb gedrukt: rechtstandig dalend kom ik op een mooi
veldje. Lala opvouwen en in het bos verstoppen en lopen maar. Even later zie ik een
wandelbordje: Col de Forclaz 3 h. TROIS HEURES? Daar was ik net nog! Tsja, en een
kilometer omhoog. Er gaan daar even geen autos, de weg is afgezet wegens verbreding,
iedereen gaat via de noordelijke weg.
Inderdaad heb ik er twee en een half uur over gedaan om langs de gele vierkantjes op het
kaartje omhoog te lopen. Een prachtige tocht over een uitgestorven asfaltweg met die 2000
m bergkam rechts van mij in het herfstige avondlicht. De eerste dorpjes aan de andere kant
van de wegwerkzaamheden bleken door een Godsvruchtig volkje bewoond: prachtige kerkjes. Nu
reed er ook weer af en toe een auto, maar het Godsvertrouwen blijkt toch niet van dien
aard dat men een lifter mee durft te nemen. Ik ga het niet aan de Paus vertellen want dan
zegtie vast gooi eerst maar eens die condooms weg want zo krijg je nooit aids. Schier in
het zicht van de auto afficheerde zich een piepklein huisje als restaurant. Men had zelfs
gekleurde peertjes langs de gevel gehangen en "OUVERT" in een houten plank
gegutst. Als ik daar eens naast ging staan om me duchtig te laten vollopen...Voort. De
laatste boer voor mijn auto verkocht mij een kaasje. Daarvan verzwolg ik, mij het laatste
steile stuk op slepend, de helft, waarna mijn restauratieve ambities geheel verdwenen
waren. Een liter Cola, drie bakken yoghurt en geeneens geen zin aan koffie met sigaar, eer
bewaard kosten gespaard. Het is donker. De Nunu staat nu met zijn acherwerk naar het dal,
overal lichtjes, alsof je verkeersvliegtuig aan het landen is. Lala ligt beneden in het
bos, maar die kent dat inmiddels wel. Erg, maar minder erg dan niet vliegen.