|
040128 |
||
Het Defecarium van Livet |
Zojuist heb een bezoek gebracht aan het Defecarium van Livet. Ik ben zeer onder de indruk.
Livet ligt op de smalle weg door het lange diepe dal dat loopt van Grenoble over de Col du Lautaret naar Briancon. In Livet is onlangs een Defecarium Intellectualis opgericht en gevestigd in een adembenemend, en naar straks zal blijken uiterst passend gebouw, met pilaren die juist in de daar langs vliedende Romanche staan.
Oorspronkelijk wilde het Defecarium
Intellectualis van Livet, in de Franse wandelgangen kortweg aangeduid als
D�f�caire de Livet, een toevluchtsoord
zijn voor Franse professoren die de
ronkende nonsens aan hun universiteit niet meer konden
verdragen. Er werd een landelijke commissie opgericht die criteria moest
ontwikkelen voor de selectie, want het gebouw is wel groot, maar kan nu eenmaal
niet alle Franse professoren bevatten. Dat was het Comit�
du S�lection des Candidats
D�f�cationaires Intellectuels (CSCDI), welbekend via de
betere media.
Die commissie bleek een grote vergissing toen er berichten binnenkwamen over
CDCSI-leden die links en rechts onder druk gezet waren en zelfmoord hadden
gepleegd. Nog in de fase van het in het Franse parlement sterk toegejuichte
"Pilot Project D�f�caire de Livet" werd de hele zaak snel futiel doordat
pensionerende hoogleraren niet
meer werden vervangen in Frankrijk. Of hun lege "leerstoel" werd voor een prikje
bezet door simpele lieden met voornamelijk journalistieke achtergrond. De
potenti�le doelgroep decimeerde zodanig dat er eigenlijk geen serieuze
kandidaten meer waren voor opname in het Defecarium. Men zat te zuchten op een
binnengekomen lijstje met o.a. Foucault, Derrida, Deleuze, J.V. Thomas kortom
allemaal dubieuze lieden die men absoluut niet wilde hebben. De leiding van het
gesticht moest al poepen bij de gedachte aan al die "on peut dire" 's , "peut
�tre" 's, "si vous voulez"-en, "tout simplement" 's.
Vanuit het Defecarium heeft men uitzicht op de Mairie van Livet. Omdat men dat van het begin af aan een mooi gebouw had gevonden besloot men de burgemeester te benaderen. Bij nadering bleek de Mairie tevens behuizing te zijn van de drie scholen van Livet: het "Ecole des Enfants", het "Ecole des Gar�ons" en het "Ecole des Filles". Het bracht de naderende leiding van het Defecarium op de gedachte dat bij ontstentenis van koren tussen het Franse professorenkaf hier wellicht een vruchtbare voedingsbodem zou kunnen zijn voor jonge loten met goed door de frisse Alpenwind doorwaaide breinen die later met goed gevolg naar het Defecarium overgeplant zouden kunnen worden. Groot was dan ook de teleurstelling toen de burgemeester na het aanhoren van de "filosofie" van het Defecarium het aanbod tot samenwerking vriendelijk afwees aangezien melken, kaas maken en de naaldkunst in het hogere curriculum van het Defecarium zijns inziens onderbelicht waren.
Het is thans de hoogste tijd om de filosofische droom van de initiatiefnemers van het Defecarium van Livet uit de doeken te doen. Men had gedacht een bont gezelschap stugge lezers en denkers van alle seksen en seksuele ori�ntaties bijeen te brengen. Ze zouden intrekken in het Defecarium met hun volledige persoonlijke bibliotheken, voor een proces van, de hele term defecarium zegt het al, intellectuele ontlasting. Daartoe had met in het gedeelte van het gebouw dat met pilaren in de Romanche steunde, de beoogde centrale bibliotheekruimte, voorzien van lessenaars met kleppen waaronder de gehele vloer was weggeslagen zodat zich thans bij opening van zo'n lessenaar slechts een gapende diepte aandient die reikt tot het bruisende water van de rivier. Geleidelijk aan, zo hoopte men, zouden na reinigende onderlinge gesprekken de alom bekende strontboeken die men aan alle universiteiten gelezen moet hebben om er bij te horen na een korte vrije val uit de gaten onder de balkonbibliotheek onhoorbaar boven de branding in zuiver Alpenwater geraken om vandaar in grofweg Zuidoostelijke richting de zegenende werking van de biologische afbraak te ondergaan. Op die geniale wijze zouden alleen de goede boeken overblijven en zou de bibliotheek van de Defecarium in de korte keren tot de beste van de wereld behoren.
Zojuist heeft men mij rondgeleid in het
indrukwekkende perceel. Er is al met al, behalve die balkonbibliotheek
met die ingenieuze lessenaars (hierboven het uitzicht) nog niet veel aan gebeurd
maar alles straalt voor de toekomst een dampende hoop uit.
Ik heb de leiding gevraagd of er al geworpen is. Wellicht, vroeg ik begerig, de
Slinger van Foucault? Godel Escher Bach? Takkejama,
Anthropologie de la Mort? de deconstructivisten? Wittgensteins Tractatus?
Die beviel dat immers zelf nog aan op de laatste pagina! Ik hapte
naar adem.
Men zucht. Men had er wel al over gedacht om zelf alvast maar eens wat te gaan
doen maar dit had tot onenigheid geleid waarbij ��n van de initiatiefnemers
plotseling op onverklaarbare wijze was verdwenen. Men had hem voor het laatst in
de balkonbibliotheek gezien.