Groeten Index

Chipi en de Myocastors
Bert maakt kennis met een aap en koopt zijn bekende bont-hoofdband

01.jpg (35253 bytes)Het is vandaag wat minder weer maar geen nood: vlak bij de Pré du Bonheur stuit men op een Ecologisch project voor toeristen. Zoals op het eerste plaatje te zien heeft men de decoupeerzaag duchtig geteisterd om de weg naar de ingang (10F kinderen, 17 F volwassenen), niet aan het oog te onttrekken. Deze gefiguurzaagde myocastor is 1.50m lang, de echt 35 cm.

 

03.jpg (26546 bytes)Ook heeft men in de stijl der educatieve bordjes in dit natuurgebied over wat leeft en groeit en ons altijd weer boeit aan de overkant een annonce geheid (foto links). De tekst: "De myocastor" of castor ragondin, verschilt van de Canadese castor door zijn ronde staart. Hij heeft lange oranjeachtige snijtanden die blijven groeien. Moeders geven hun babies vaak zwemmend de borst. Vanwege zijn prachtige bont is hij in de 19e eeuw uit Zuid-Amerika ge�mporteerd. Er zijn thans vijf  "élévages" van deze dieren in Frankrijk (ik vertaal dit woord nog even niet om het spannend te houden). Bij deze in Bourg d'Oisans wordt het water van de Romanche gebruikt om de noodzakelijke watterrijke omgeving te herscheppen."

Dat staat er dus

.

11.jpg (14105 bytes)En hier zie je hoe dat er uit ziet. Je krijgt een bandje mee voor de rondwandeling door de "élévage". De myocastors zijn waardevol, zo spreekt het bandje, vanwege het prachtige bont. Ook het vlees is zeer gewild in de betere restaurants, de stoffen uit de geurklieren gaan naar de parfumindustrie. De staart, tenslotte vormt een exquise leersoort. Werkelijk alles aan de myocastor is nuttig, juicht het bandje.

Bij de ingang hangen de producten ook te koop, van opgezette myocastors via zeer fraaie en prijzige bontmantels tot hydraterende zeep van myocastorvet. Ik koop een hoofdband, door mevrouw zelf gemaakt uit één hele zwarte myocastor (f46,- maar je steunt tenslotte een ecologisch initiatief).

10.jpg (25928 bytes)Hier links zie je me met mijn nieuwe bezit om het hoofd bij de zoon van mijn hoofdbandmyocastor staan. Zo te zien is het nog even wennen.

Het is tussen mij en hem niet meer goed gekomen. Zou hij de lucht van zijn moeder nog herkennnen? Ik ruik even aan mijn band. Er is wel een parfum over gegooid. Maar dat kan natuurlijk van haar eigen geurkleuren afgekomen zijn.

 

Van schrik ga ik maar even hapje chorizo nemen in de auto. Daarbij voel ik mij gadegeslagen en zie ineens twee priemende oogjes boven het achterste myocastorkot uitsteken.
Met mijn worst in de knuist ga ik maar eens op onderzoek.

06.jpg (25594 bytes)Een aap. In een sloopauto. In een tuigje. Aan een lijn. Er wordt wel eerst flink met de tanden geblikkerd. Maar hij lust ook wel chorizo. Dus laten wij de myocastors maar de myocastors en gebruiken samen de lunch. Wij krijgen dorst van de chorizo, dus ik haal maar even wat water voor ons in mijn rode bekertje, en het fototoestel. Ik mag Chipi vlooien, hij doet het niet bij mij, zoals daarstraks wel bij de oppasjongen, die nu in de schuur een myocastor aan het villen is.

 

 

 

 

 


05.jpg (27391 bytes)Of ik daar liever geen foto van wilde maken. De omgang met dier en dood is in het vrije Westen gereserveerd voor een speciale kaste die weet dat men zijn beroep niet te zeer in het openbaar moet epatheren. De romantiek van de vrachtwagenchauffeur, de reddingsbrigade, en de dinosaurusopgraver is voor de slachter niet weggelegd. Er zijn echter toch ook lokaal Europese cultuurverschillen: na strenge vorst gaan zowel Engelsen als Fransen het ijs op naar de vastgevroren eenden, de eersten echter met thermoskannen met heet water, de laatsten met knuppels en manden, hetgeen mij op een grotere geestelijk gezondheid lijkt te wijzen.

 

 

 

09.jpg (25041 bytes)Chipi kauwt hééél goed. Hij kauwt zeker drie keer zo lang als ik op een stukje chorizo. Ook aan Chipi is dit dode gepeperde Spaanse varken goed besteed, denk ik, ik grijns hem even aan, maar dat moet je niet doen, dat is dreigen. Maar Chipi kent het visuele monddialect van mensen en schrikt er al niet meer van. Het meest aparte is het verschil tussen een hond en een aap die naast je zitten en in de verte kijken. De hond kijkt alleen maar. De aap kijkt af en toe, maar dan wordt het een klein beetje dromerig staren: contemplatie. Ik weet het zeker. En meer: op een gegeven moent was hij mij toch aan het vlooien en zag ik achter zijn rug een arend voorbij vliegen. Hij merkte dat mij iets opviel, keek om, zag de arend, begreep dat dat het was, draaide terug en ging door met vlooien. Dat heb ik met een hond nog nooit meegemaakt, maar ik hou het niet voor onmogelijk dat honden zulk focussen van een ander ook merken en even checken wat het is.

 

 

15.jpg (23021 bytes)In de bergsport valt in Bourg d'Oisans geen eer meer te behalen sinds Chipi er is. Hij kan alles het beste. Hij zit vaak om het frame van de schommel vast met een musketon dat om de paal in het eigen touw is vastgeklikt (en niet zomaar een musketon want hij krijgt natuurlijk alles los). Wil hij omhoog dan moet hij dus eerst ruimte maken door de lus die zijn musketon maakt te vergroten, anders klemt die lus zich in de paal vast. Nou...als een zeeman! Autorijden leert hij volgens mij ook zo. De theorie moet op een ietsje andere manier maar dat komt ook goed, ik ben er vast van overtuigd. Echt, je kunt een redelijk intelligente aap volgens mij leren behoorlijk veilig auto te rijden. Er zijn daar natuurlijk ook onderlinge verschillen, en de slimste aap is slimmer dan de domste weggebruiker. Dat lijdt geen twijfel.

Chipi is méchant, vertelt de slachtersjongen, die de aap zelfs zijn gang laat gaan als die aan zijn oogwimpers gaat zitten plukken. Ook trekt Chipi zijn sok open om daar op het been lekkere dingen tussen de haartjes weg te plukken. Maar kinderen bijt hij altijd. En hard ook. Jaloers. Hij wil het middelpunt zijn van de aandacht. De concurrentie moet zo snel mogelijk ophoepelen.

Toen ik tot slot bij de schommel aan zijn touw wilde komen omdat de lus bij het klimmen toch al weer iets te nauw was geworden, werd hij woest. Ik gooide nog wat chorizo naar boven om hem mild te stemmen, maar van vangen weet hij niks. Blazen en tandenblikkeren des te beter. Ik raapte het stukje chorizo op, deed het in mijn mond en stak mijn tong plagerig tegen hem uit met de chorizo er op, en liep weg naar de auto. Einde blikkeren. Rotbeest. (Dacht hij). Ja, méchant is hij wel, die Chipi. Maar mij krijgt hij er niet mee. Want ik kan ook heel méchant zijn. 08.jpg (23063 bytes)Weet ik tegenwoordig. Tot mijn tevredenheid. In de History of East Africa, die ik hier lees, blijkt dat zo'n anderhalve eeuw geleden uit de mond van een plaatselijke Ugandese chief is opgetekend: "de meeste mensen zijn slecht. Zijn ze sterk dan pakken ze van de zwakken af. De goede mensen zijn allemaal zwak; ze zijn goed omdat hen de kracht ontbreekt om slecht te zijn." En dat terwijl wij hier in Europa alleen nog maar Machiavelli hadden toen Nietzsche's moeder nog zoonlief's luiers aan het wisselen was.
Bij het poolwolvenroedel van Werner Freund in Saarland was er onder de heren een baas, dan een tweede garnituur van de stuk of vijf, en tenslotte één losse die kennelijk derde garnituur was, want die bleef altijd op minstens vijf, meestal tien meter. van de rest. Die kwam altijd bij je staan bij het hek. En die kon me toch een partij lief kijken! Je smolt gewoon. Ik zei toen nog tegen hem: "en laat nou eens zien hoe je zou kijken als je de sterkste was." Maar het kwartje viel niet. Maar één ding is zeker, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Chipi, die Ugandese chief, de poolwolven, Machiavellli, Nietzsche en ik in ieder geval.