Groeten Index

010611

La Ferme des Chazarets

Ik was in een duisternis van zware regenbuien mijn favoriete vlieg- ja zeg zelfs maar weesplek, het natuurpark de Écrins bij Grenoble voorbijgereden wegens de vliegberg "Le Chalvet", Lac de St. André, bij Aix en Provence, waar hoog over was opgegeven. Maar dat bleek een lage eenzame berg, slecht voor als je niet wilt weten waar je uit zult komen, omgeven door neurotisch, zeg maar Beiers onderhouden bouwland. De mensen zijn ook wat Beiers in die buurt: overal verboden te parkeren, overal borden in van die gifkleurige plompe plakletters ter vestiging van de aandacht op kampeer- en eetgelegenheden. "300m" betekent een kilometer, ze willen dat je op tijd langzaam gaat rijden en honger krijgt. Je krijgt het gevoel dat je er met een barse blik door botte toeristenmelkers zult worden uitgekleed.
Bij de landingsplaats van de "site parapente" stond ook al een bord met waar je wel en niet mocht parkeren, serieuze éénrichtingverkeerbordjes volgens het wegenverkeersreglement op het kampeerterrein, er was voor de vliegers een kampeerplaats die niet te vermijden was, het hele terrein stond vol bordjes "suivez le sentier". In de plaats van een toch altijd vriendelijk klinkend "s.v.p." had men voor een groter lettertype en vieze kleuren SUIVEZ LE SENTIER gekozen. Overal paaltjes en hekjes.
De geesteszieke baron van dit geheel bleek in een huis van dikke stenen te wonen. Kortom het zweefzeilen, elders in Frankrijk bekend staand als "vol libre" en beoefend door nomadisch en anarchistisch ingestelde verlichte intellectuele karakters, was hier in de klauwen geraakt van zwaarlijvige, zwaarhuizige, sedentaire, anaal gefixeerde sterk Germaans aandoende neuroten met een voorliefde voor regels, borden en zelfs een loket, waar je je kunt melden. Ik niet, vanzelf. Ik kijk wel link uit.
Kokhalzend zette ik, voor ik het tuig nog in het visier zou krijgen ook, koers terug naar mijn Écrins, die zich bij het kraakheldere ochtendgloren reeds in zijn volle schittering aan mij toonde. Het werd een dag van verpletterend zonlicht, maar de wind was te hard om te kunnen vliegen.

Maar ach wat bomt dat nou als je in de Écrins bent! Boven de boomgrens een stukje gras en dan...kale rots met schitterende sneeuw.  Overal om je heen. Koud water stort zich van schier onbereikb're hoogten, waar wolven en gemzen ongestoord (althans de wolven niet door de gemzen) hun leven genieten, neer in de valleien, waar ik met mijn verrekijker omhoog sta te loeren naar geschikte startplekjes voor morgen. Haha!

Een 54 jarige verpleegster die zojuist net als ik met vervroegd pensioen is gegaan (van mijn leeftijd, het blijft toch wennen), raadt mij aan te gaan eten in La Ferme des Chazarets. Eten van de eigen boerderij. Ik erheen. Het is zeven uur. Het blijkt in een lange rechte smalle stille vallei met links en rechts kammen van een dikke tweeduizend meter. Geen mobiel telefoonnetwerk dat hiertoe reikt. Ik bleek achterin een piepklein dorpje te moeten zijn, de laatste 10 meter letterlijk door de stront. Behoedzaam open ik een deur en roep: "Hallo!"

Onmiddellijk komen er vier kleine kindertjes een trap af om mij met allerlei speelgoed te begooien en beschieten. Achter hen aan Raluca, een Roemeens meisje van een jaar of zeventien dat pas net een week hier op vakantie is op basis van meehelpen tegen reiskostenvergoeding en zakgeld. Ja ze koken, maar mevrouw is even de kinderen van de muziekschool halen. O, dus ze hebben er nog meer. Ik zie maar één eetkamer, met één tafel, voor maximaal zes personen. Buiten lopen zes honden, acht katten, een koe met een kalf, een ezel met veulen, een Oma, ene Gérard, Alain, die de boer blijkt, en in de verte lopen geiten en schapen, gewoon los. Geitenkaas is het centrale produkt van deze boerderij. Ik wil naar het ezelsveulen maar dat mag niet van de koe want die wil eerst geaaid.

ames.jpg (25934 bytes)Dan wil moeder ezel aandacht. Als dat ook op tevredenheid begint te stuiten loop ik samen met haar voorzichtig naar haar veulentje. Die is niet bang, want mama vindt alles inmiddels best, en voor angst varen jonge beesten op de vlag van hun moeder. Veulens hebben donzig haar, en alles is kleiner dan bij een volwassen ezel behalve de oren. Het ezelsveulen wordt kennelijk geboren met de oren reeds op ware grootte. Tsja, ezelsoren, dat is natuurlijk niet zomaar iets.

Als ik denk dat het hele weiland nu wel tevreden over mij is en wil gaan word ik nog even door moeder ezel tegengehouden. Ze gaat met haar zijkant tegen mij aan staan en duwt mij terug van het hek. "Ze wil trouwen" roep ik naar Alain. Hij vindt het goed.

Het huwelijk neemt prompt zijn aanvang. Madame la Mûre vindt dat ik naar verhouding teveel aandacht heb voor haar veulentje en bijt mij hard in de hand (video).  Na te hebben verzekerd dat ik alles lust en dat ze maar moeten maken wat ze hebben zal ik over een uur terugkomen.

Na een uur is mevrouw, Stephanie, thuis, en reeds voor mij aan het werk. Of ik helemaal alleen ben. Ja, zeg ik zo zielig mogelijk, maar gelukkig heb ik jullie.

Dat bleek, want er was voor drie personen gedekt, Alain en Stephanie gingen er bij zitten en we hadden het over beesten vanzelf, want enerzijds is dat mijn favoriete praat en anderzijds hebben zij er echt verstand van, het beginnen van een boerderij (Alain bleek opgegroeid in Grenoble!), en dan snel weer over beesten. Het verhaal van tante Frida's koe (in Nababirye, Mbulamoti) die bij het melken uhh uhh zei als ze vond dat de rest van de melk voor haar kalfje was ging er goed in. Het dramatische verhaal van de splitsende schapenkudde vonden ze niets bijzonders. Net toen ik het vertelde liepen we met de geiten en schapen, door de honden bijeengehouden van de berghelling naar huis. Daar is het geitenhok links en het schapenhok rechtdoor, door een heel smal gangetje. Hoewel men dus de hele dag door elkaar loopt splitst de boel zich volkomen vanzelf op deze plek, zo snel dat ik het niet eens heb gezien.

Het gesprek aan tafel was, geholpen door een mooie Merlot zeer geanimeerd. Alain had de stad uit gewild, landbouwschool gedaan en had in dit dorp in zijn eentje deze boerderij gekocht, voornamelijk bedoeld om geitenkaas te maken. Stephanie was uit de buurt, een jaar of acht jonger, en had een truuk verzonnen: met de kinderen van een kindervakantiekamp regelmatig naar Alain. Dat was gelukt.
En zo voort, tot ik het aandurfde de 20 secondenvideo "geleerd in het leven", te doen.

Eerst Raluca. Later zei ze nog dat "bon" betekent "gentil" en "optimiste". Voor iemand die uit een arm land komt waar mensen vaak gedwongen zijn lelijke dingen te doen om zichzelf te handhaven is dat wat je hoopt dat je kunt blijven in het leven, want velen zie je daarin mislukt zijn. Raluca lijkt uiterlijk enorm op de moeder van Olga, voor wie die kent, of niet soms?

Toen Stephanie

Toen Alain. Het belangrijkste dat ik heb geleerd? Hij aarzelde, dus ik fluisterde hem wat in. Omdat hij besloot het te zeggen vind ik dat deze er bij hoort, ik noem hem Alain_2.

Maar Alain  wilde toch nog een "echte" doen klik daarvoor hier op Alain_1.

Prachtig. (Vervolg Ferme des Chazarets)

De volgende dag was het vliegweer en weerzien op Les Deux Alpes van Camille. Het was een kolerewinter geweest: weinig sneeuw, veel regen. Ik maak een mooie vlucht van het adelaarsnest, en keer keurig op het nest terug, na wat zwoegen om een aanvankelijk hoogteverlies van 100 meter terug te winnen.

Daarna is het pizza met rode wijn in La Rive Gauche te Bourg d' Oisans, vlakbij de Pré du Bonheur. Ik zit op het terras tussen Engelsen (die hun rekening tot op de cent natelden) en Vlamingen, tegen wie ik mijn Nederlanderschap verried door hardop in het Nederlands tellend mijn geld op tafel te leggen. Ja, zeg ik, met tellen val je door de mand als Nederlander. Dat gedoe met quattre vin Once dat wil na een halfje rood niet meer.
Men raadde mijn aan het eerst met vier twintig elf te proberen.
Zijn jullie fietsen? vroeg ik. Nee, ze maakten een reportage over de Tour van vijfentwintig jaar geleden.
Aha met zo'n auto vol mooie videoapparatuur, zeg ik kwijlend.
Ja ja, slecht konden ze het zeker niet noemen.
Zo, zo, zeg ik, de Tour vijfentwintig jaar geleden? Wie won hem toen?
Hij, zegt er eentje aan tafel, en wijst naar zijn buurman.
Ik had geen idee wie het was, een Vlaming met donker haar.
Tsja, wat doe je dan? Ik stond even op om hem te feliciteren.
Je bent wel wat laat, zegt hij.
Ja, God, ik was er toen niet bij, zei ik.
Zijn buurman voer voort: en Joop Zoetemelk heeft hem toen hier op de Alpe d'Huez geflikt.
De laureaat knikt heftig: Joop Zoetemelk had hem geflikt.
Ik zei: hij zei zeker dat hij niet zou fietsen en hij deed het zeker toch.
Precies, sprak de laureaat.
Ik zeg: jij ziet er toch niet uit als een typ dat daar in trapt.
Nee maar goed, hij had uiteindelijk toch ook gewonnen.
En Zoetemelk zeker tweede, want dat was hij altijd, zeg ik.
Nu heb ik het wel gemaakt bij mijn buurtafeltje, is mijn indruk (sorry Joop, denk ik schuldig, o durfde ik in den vreemde maar op te komen voor mijn rechtschapen landgenoten).
Moet je nou nog werken, vroeg ik, of heb je er genoeg mee verdiend.
Nee voor het geld niet, maar je moest toch iets blijven doen.
Ja, zeg ik, ik zou ook kunnen stoppen, maar zomaar wat voor de haard gaan zitten is ook niks hé?
We zijn het roerend eens.
Ze gaan maar eens. Nemen vriendelijk afscheid, en ik wens ze succes.
Nu thuis nog nazoeken wie er vijfentwintig jaar geleden vóór Joop de Tour heeft gewonnen, want van die heb ik nu de hand geschud. Natuurlijk zonder zijn naam te vragen, zoiets doe je niet.
Ik weet ook niet helemaal zeker of ik niet in het ootje genomen ben maar ik denk toch van niet.


Het bleek Lucien van Impe, die tegenwoordig fietsreisleider is op alle bekende cols, voor boekingen: http://www.wonderreizen.be/lalpedhuez.html