Groeten Index

990525

Groeten uit Beieren
Brevetten, Beh�rden en bombast

Groeten uit Beieren, Beste Vrienden, Mijn vliegschoolleraar Veljo Strucl, onthoudt die naam, is ietwat chaotisch.
Ik had vorig jaar deze tijd een week vrij en ben naar Willingen, Sauerland gegaan . Zweefzeilen leren. De leraar, die Veljo Strucl dus, een Sloveense skispringer, noemt het "gleitschirmfliegen", met een langgerekte ieieie die op mij de geest overbrengt van een man die altijd zo lang mogelijk in de lucht wil blijven.
Ik was er al jaren door ge�ntrigeerd, maar nu dacht ik: als ik Olga buiten kan zetten dan kan ik ook vliegen.
Het was koud, noodweer, en ik stond met mijn tent achter de vliegschool. De andere leerlingen van deze beginnersweek hebben wijselijk afgezegd. Het deed sterk denken aan al mijn zeilvakanties als kind op Friese meren. Tussen de buien door rukte Veljo mij uit mijn tent, waar ik in mijn pooljas met handschoenen aan de theorie van het vliegen en de thermiek zat te bestuderen, en nam me mee naar steeds hogere hellingen van zacht gras. Op weg er heen wedijverden wij in het noemen van de bedragen die we hadden kunnen verdienen als wij deze week niet tot elkaar veroordeeld waren geweest.
Na een week heb ik mijn beginnersbrevet, zou ik over deze Veljo, flamboyant, onbetrouwbaar, vliegend als een adelaar, volstrekt ongeleid projectiel als het over geld gaat, in een alles verdringende opwinding gerakend bij het dichter dan vijfhonderd meter naderen van welke vrouw dan ook, en ueberhaupt een willoos voertuig van zijn eigen emoties, een boek kunnen schrijven als ik niet met een twee andere boeken bezig was, en mag ik altijd komen om verder te oefenen en in de school slapen. Ik bestel bij hem, een waagstuk van eerste orde (ik betaal hem, hij betaalt de fabriek...), een scherm.
Dit is mijn toekomst. Begerig bekijk ik de zweefzeilvideo's van geoefende vliegers die uren langs de alpenkammen scheren. En in Uganda, daar heb je nog eens thermiek! Spijtig denk ik aan de onbekendheid daar van het ding en de mogelijkheid dat het geweer wordt gepakt om die grote vogel eens van dichtbij te bekijken.
Het examen bleek op de meest onverwachte momenten niet door te gaan en is nu gepland in Sloveni�, dat is mij te ver.
In het bekende dorp Bolsterlang in Beieren is overmorgen examen. Ik ga eerst naar de Vogezen, het schijnt daar mooi vliegen te zijn. En inderdaad. Aan de westhelling van de kam bij Wildenstein is de top, waar je met de auto heen kunt, stomp en breed en van zacht gras. Het dal snijdt diep in, een schitterend uitzicht op een meer, maar daar ga je helemaal niet heen, want op de top kun je veilig landen, bij je eigen auto! Kopje koffie, Lala opvouwen, ietsje naar boven, nog een keer, nog een keer. Ik blijf lang op de stijgwind zweven, er is niemand want het werd onverwacht goed weer juist toen ik aankwam. De volgende dag dus naar het bekende dorp Bolsterlang, Algaueralpen gedieseld, want flugschule Peter Geg had hier afgelopen vrijdag praktijktest, waarmee ik van plan was mijn succesvolle carri�re als ongebrevetteerd parapentist af te sluiten. Ik ambi�er brevetten omdat er een explosie van parapentisten is: overal in de bergen zie je ze om hun nesten zwermen. Dus dat wordt een diarree van reglementering, het ontstaan van een kaste van leraren, examinatoren en inspecteurs die eendrachtig met elkaar zullen gaan samenwerken om de eisen op te voeren zodat niet iedereen zomaar wat kan gaan vliegen er wat verdiend kan worden aan lessen en gezakte kandidaten. Duitsland en Nederland hebben natuurlijk het voortouw in deze ontwikkeling, waarbij Nederland vooropgaat het verbieden van vliegplekken en dientengevolge het bevorderen van onkunde en willekeur in de zich ras ontwikkelende les&brevet kaste, waarvan de exponenten zelf in een beetje vliegland overal voor zouden zakken. In Frankrijk echter is het vliegen nog vrij, heet ook "vol libre", daar voornamelijk bedreven door een speciaal type persoonlijkheden, anarchistische intellectuelen die mij ondanks mijn natuurlijk geheel van hen verschillend karakter toch sympathiek zijn. Niet alleen het vliegen is vrij, ook mijn kampeerauto stuit op algemene sympathie en bewondering (een Renault natuurlijk), en niemand die op het idee komt bezwaar te maken tegen welke standplaats dan ook (met Belgen is dat trouwens anders, vooral de Franstalige, ik kan niet geloven dat die Walen ethnisch aan de Fransen verwant zijn, al kan de domme Duitse Lederhozenmentaliteit van de Walen natuurlijk aan het eeuwenlange Habsburgse juk worden geweten). Frankrijk is een vrij land. Vive la France! Vive Wildenstein! Na heerlijk ongebrevetteerd gevlogen te hebben in de Vogezen reed ik over de duidelijk dagelijks schoongesopte Zwitserse autowegen naar de naar het Duitse Algauerdal leidende pas, waar het begon te stortregenen. Ik glibberde aan de andere kant van de pas naar beneden Beieren binnen en koos, na lang zoeken, want ineens is overal prikkeldraad, twee uur 's nachts een slaapplaats bij het gehucht Bolsterlang, achter het kerkje, op een plek waar tussen twee weilanden de afrastering ontbrak.

Dat had ik niet moeten doen.

Om zeven uur werd ik met ruw gebons gewekt door een boze boer, die aan bleek te zijn komen rijden met achter zijn trekker een kar met palen en prikkeldraad. Raus! Betalen doe je me toch ook niet, ga maar boven slapen, plaats genoeg. Na het zien van mijn stroblonde haar en het horen van mijn nederige excuses bleek hij, die voor een neger, jood, zigeuner of Turk zeker de  politie had laten komen, de kwaadste niet, hield het ochtendverkeer van alle boeren die op weg naar hun land waren om er de toeristen weg te jagen netjes voor me tegen en zwaaide vriendelijk terug bij het afscheid. Ik reed, de slaap uit mijn ogen wrijvend, verder tegen de helling omhoog en kwam aan bij de skilift, nog steeds stortregen, en parkeerde mijn auto bij het liftgebouw, want ik zag daar een hokje waar "Flugschule" op stond.

Dat had ik niet moeten doen.

Een liftbediende kwam aanlopen en bestudeerde zijn dikke, splinternieuwe BMW die achter mij geparkeerd stond, nauwkeurig. Mijn trekhaak bevond zich inderdaad op korte afstand van mijn nummerbord. Zijn hoofd kon er niet tussen, en hij sommeerde mij vooruit te rijden, waarna hij zijn studie op 20 cm voortzette. Na een kwartier had hij niets gevonden maar gaf mij toch het bevel op de andere parkeerplaats te gaan staan, want dit was alleen voor staf. Zo stonden wij even later: zijn auto eenzaam op het ene terrein, de mijne verderop op het andere terrein, stromende regen, verder niemand.
Na nog een paar uur slaap bleken er vliegers in de stortregen bij het "Flugschule" buro te staan. Ik dacht voil�, Peter Geg. Binnen stond een man gebogen achter zijn toonbank. Ik zeg "Gutentag Flugschule".

Dat had ik niet moeten doen.

De man richtte zich op, hij was lang en breed, maar niet zo lang en breed als ik, en dat stemde hem duidelijk niet tot vreugde. "Da ist jemand die ich noch nicht kenne", zei hij dreigend. Met mijn onderdanigste glimlach stak ik mijn hand uit, noemde mijn naam en doel. Peter Geg bleek de concurrent uit het buurdorp, die minder goede relaties met de lift had en dus geen bureau in het liftgebouw. "Es gibt hier viele Flugschulen", zei hij alsof het over poep ging. Mevrouw Geg was vriendelijk over de telefoon, haar wijkje kon ik ook vinden en ze had voor tien Duitse marken een boekje met de vliegplekken hier. Geen GPS co�rdinaten, je werd geacht te weten waar zo'n berg was. Na twee uur zoeken op een gekochte stafkaart had ik er negen gevonden. Ach je kon toch niets: stortregen. Bij controle van mijn vliegboek bleek mijn vliegleraar Veljo mijn vluchten nog niet afgetekend te hebben. Dat zal wel stront geven, dacht ik nog, we zien wel waar het schip strand. Vrijdagochtend. Nog steeds stortregen. Ik voeg mij bij het groepje parapluus, zie voor het eerst Peter Geg, een vriendelijke ietwat verlegen krullebol van achter in de twintig. Nee, dat zou niets worden vandaag. Morgen weer hier bijeenkomen. Gelukkig had ik nog mijn nieuwe database van al mijn  tegen de honderd lesteksten en duizend tentamenvragen, met links naar de teksten en vragen zelf, in de maak voor een soepeler aanpassing aan de afzichtelijke diarree van cursus-reoganisaties die mijn universiteit blijft teisteren. Ik heb er genoeg van. Bij de volgende reorganisatie selecteer ik weer een nieuwe combinatie van oude teksten met vragen et voil�! De nieuwe cursus! Die teksten en vragen waren bij conversie naar html in de soep geraakt en moesten met tientallen zoek- en vervangprocedures door hele directories gefatsoeneerd worden. Om twaalf uur 's nachts gaf ik mezelf uitgeput een hand: fertig. Nog steeds stortregen.

Zaterdag. Nog steeds stortregen. De radio meldt dat de pegel verontrustende proporties heeft, de noodtoestand is uitgeroepen, de Gleitschirm-examinandi van buiten dit deel van het dal komen niet opdagen, want alle wegen zijn ondergelopen. De stroom gaat er zometeen af, zegt de radio, leidingwater tien minuten koken, kinderen en ouden van dagen alleen mineraalwater, er volgt een lijst van uitgiftepunten van zuiver drinkwater: �..In de verte helikopters. Ik sta slechts 400 meter boven de pegel, en besluit naar de hoger gelegen parkeerplaats te gaan, sta eerst onder een boom, maar die dikke druppen maken zo'n herrie op het dak dat ik ietsje verder rij. Nu behoor ik tot de weinigen in het dal die nog 220 Volt hebben: mijn 220 converter loopt op de motor en ik heb een volle tank diesel en nog 20 liter reserve. Tevreden schakel ik mijn elektrische fruitpers in voor wat grapefruitsap, want van al dat water krijg je dorst. Het zicht wordt wel wat slecht in de auto vanwege de vele sigaren die ik uit verveling rook en de zwaar beslagen ruiten. Buiten staan plassen in de "buitenzak" waar Lala, mijn felgele parapente ligt te rillen. Kop op meid, we gaan heus gauw weer vliegen. Naar het stadje beneden voor boodschappen. Links en rechts aan het water, hier en daar door de plassen, en de pegel stijgt snel. Ik weet niet of het zal lukken terug te komen. Alle winkels dicht. De stroom is eraf. Maar voordien was het ook niet alles: een dame aan de weg vertelt dat zij lang bij de kassa had moeten wachten omdat de caissi�re haar splinternieuwe BMW, waar ze zo lang voor gespaard had, in de Tiefgarage had laten staan, en die nu als aquarium fungeerde. Ze sloeg alles fout aan, gaf verkeerd terug en moest vervangen worden. Heerlijk zo'n overstroming in Beieren. Alle Beh�rden druk rond de pegel in de weer, en ondertussen kan ik hoog overal parkeren zonder te betalen, en waag ik zelfs de nacht op een mooie bergweg "Nur f�r Anlieger Frei". Iedereen is toch beneden modder scheppen.

Dat had ik niet moeten doen.

Twee Beh�rden in een dure four wheel drive hebben zich vrijgehouden van de waterramp beneden om mij te schaduwen: of ik even terug wil gaan.

Zondag. Geen regen. Bergwind bij de helling waar ik sta, Herr Da-ist-jemand-die-ich-noch-nicht-kenne verschijnt met zijn gedwee� Sch�ler. Vanaf tweehonderd meter hun je het al zien: hij is de held. Het klaart op en ik stap in de lift om ook maar een sprongetje te wagen.

Dat had ik niet moeten doen.

Tevreden over het dal uitkijkend suisde ik over een naaldbos naar de landplaats waar ik op mijn karakteristieke wijze een rondje draaide om hoogte te verliezen en zachtjes mijn voeten bovenop het offici�le landpunt zette, geen millimeter ernaast. Ik keek eens zegevierend naar Herr Da-ist-jemand-die-ich-noch-nicht-kenne, doch bemerkte tot mijn schrik dat deze een soort hysterisch toeval kreeg. Wat of mij in Godsnaam bezielde om op zo'n le-vens-gevaarlijke manier te landen, "dass gibt's doch gar nicht". Nieuwsgierig trad ik naderbij om nog wat bij te leren, maar Herr Da-ist-jemand-die-ich-noch-nicht-kenne had zich nog niet hersteld. Hij deed zijn mond open in een poging om nog wat te zeggen, doch sloot hem weer, stampte met zijn voet op de grond en draaide een maal volledig om zijn as. Ik bleef op hem toelopen, maar rustig, vriendelijk, onderdanig en leergierig, om hem niet verder in verwarring te brengen.
Schau doch mal an, der traegt Langlaufschuhe! Roept hij tegen ��n van zijn meelopers.
Je hebt wel moed, zegt deze sarkastisch.
"Als het domheid is, dan is het geen moed" werp ik met een serieus gezicht tegen "Wat is er mis met die schoenen".
Wat er mis mee is, snuift Herr Da-ist-jemand-die-ich-noch-nicht-kenne, hij lijkt, ja, het lijkt er eigenlijk nog het meest op dat hij hoge nood heeft, "Damit darfst du nicht fliegen!".
Ik begreep dat het niet het moment was te gaan vragen waarom niet. En weer: "dass gibt's doch gar nicht". Van wie heb jij in godsnaam les gehad. Sauerland? Strucl zeker.
Ik geef geen krimp.
Heb je �berhaupt wel een Schein?
Nee, morgen, van Peter Geg. Met die schoenen mag je niet eens weg, en je moet eerst een leercontract met Geg hebben om hier zonder Schein te vliegen.
Ik denk aan die maat 48 bergschoen op eerste Pinksterdag en aan die f800,- voor dat leercontract voor alleen de rest van deze middag.
Vraag maar aan hem, zegt Herr Da-ist-jemand-die-ich-noch-nicht-kenne, wijzend op een magere brilmans van een concurrerende school, die dertig meter verder vanaf een regisseursstoel met Funk zijn leerlingen naar beneden piloteerde.
Brilmans is rustiger en ziet in mijn schoenen slechts een risico bij een oplettende examinator. Ik moet examen doen, ook voor Frankrijk, want het gaat er niet om waar je vliegt maar wat voor paspoort je hebt. Fransen mogen hier dus zonder Schein, ik moet in Frankrijk een Schein hebben want ik ben Nederlander. Maar mijn vluchten moeten wel afgetekend zijn, anders geen examen. Trouwens, had ik in Spanje je mijn hoogtevluchten gedaan? Bij Alicante? Met wie? M�ller? Veljo Strucl?
De toon van de vraag doet mij voor M�ller kiezen, want als Veljo zijn leslicentie verliest kan ik wel naar mijn A-Schein fluiten.
Daar komt het al: die vliegplaatsen in Alicante daar is nog geen Duitse Gutachter geweest om ze als Schulgel�nde voor Duitse scholen goed te keuren. Die hoogtevluchten tellen dus niet. Hij zegt er niet bij dat de leraren die in Algau hoogtevliegles-licentie hebben er ook voor zorgen dat die Gutachter ook nooit naar Alicante zullen gaan ook, tenzij om de boel af te keuren, maar, gek h�, de gedachte komt onwillekeurig in me op.
Het begint er nu dan toch stevig op te lijken dat ik hier in Beieren niet verder kom. Naturalisatie tot Fransman overwegend loop ik terug.
En, begrijp je het nu, vraagt Herr Da-ist-jemand-die-ich-noch-nicht-kenne.
"Ik had het al begrepen, want u had het heel goed uitgelegd".
En daar breekt het ijs. Er komt een papier uit de jas, een rode en een groen viltstift. Met de groene viltstift wordt het weiland uitgetekend, en met de rode wordt de lijn getrokken waarlangs ik morgen moet vliegen om te slagen. Rondje rechts, meteen rondje links, dan heb je een acht gemaakt, die moet 35 seconden duren, dan Gegenanflug, dan Queranflug, dan de laatste honderd meter rechte Endanflug. En geen rondjes op het eind! Advies! Gratis!
Ik waag het niet te vragen of ze me nog een keer willen laten vliegen. Bel Peter Geg: Peter, mijn vluchten zijn niet afgetekend, ik kom niet op examen morgen. Eh... ga nog niet weg, ik kom straks ook nog.... kan die leraar van jou niet faxen?
Peter wil wel verdienen, zoveel is duidelijk. Faxen!! Twee fouten: 1) dit had ik zelf eergisteren al moeten bedenken, 2) ik had moeten bedenken dat ik met Geg had kunnen overleggen zodat hij dit al twee dagen geleden had kunnen suggereren. Zit er een fax in mijn notebook? Ja. Twee. Bitfax verrekt het zonder ook maar een melding te geven. In plaats van wegfaxen stopt hij er gewoon mee. Winfax kent mijn mobiele modum niet, na kennismaking geeft hij de compoort waar hij op staat als "bezet", na hem dat uitgelegd te hebben wil hij mijn vliegboek niet in faxformaat printen. Als ik dat met list en bedrog heb omzeild belt hij keurig Veljo op, krijgt daar een fax-signaal, maar roept toch "no carrier" en verrekt het verder. Daarmee vergeleken is een stampvoetende Herr Da-ist-jemand-die-ich-noch-nicht-kenne natuurlijk niets. Diep vernederd rijd ik met vier handgeschreven velletjes naar een hotel met fax. Er is weer stroom, maar door de storing is daar de fax in een poepstand geraakt, maar bij de buren gaat hij er door. Waar zou Veljo zitten. In Sloveni�? Dan kan ik het verder hier wel schudden. Ik bel achter mijn fax aan. Het mobiele net is volledig overbelast door de overstromingen. Dan uiteindelijk, gaat de bel over:
"Jaaah Flugschule Willingen?��.Berti wir reden gerade ueber dir, morgen Pruefung hier in Willingen".
Het is tien uur in de avond. De radio bericht dat de echt schrikbarende pegel inmiddels verderop naar het Noorden is, precies waar ik langs moet. Vol gas door het water noordwaarts, nergens slaat de motor af, alleen natte voeten, die al weer droog zijn als ik mij om half vier 's nachts in het Sauerland voor de Flugschule Willingen te ruste leg. De volgende dag heb ik mijn A-Schein. 's Avonds sta ik weer in Wildenstein. Groeten, mede namens mijn brevet, uit Frankrijk.