Groeten Index

000805

Groeten van het Lac d'Annecy
(Simulations des Incidents en Vol I)

Bij het parapentisme heb ik me van het begin af aan iets voorgesteld in de geest van eenzame klimtochten, wolven, beren en wellicht op de top een kort gesprek met een eenzame heremiet of andere filosofisch-parapentistische geestverwant.

Dat is te krijgen, zeker wel, maar de sport is in al haar jeugdigheid toch al grotendeels meegesleurd in de vaart der volkeren. Aan het meer van Annecy, bijvoorbeeld, tref je een compleet vliegveld, met kantoor,  worst, ijs en patat op stoeltjes en tafeltjes onder een afdak, bushalte voor de minibus met een uurdienst naar de startplek boven. Rechts van de fotograaf (zie foto) is de landingsplaats voor de parapentes, links aan de overkant van de weg, die even verderop langs het meer gaat lopen, is de landingsplaats voor de delta's.

vliegveld.jpg (120280 bytes)

Op de voorgrond zie je de familieleden van het campingvolk dat zichzelf � raison van €70 op een "biplace"vlucht heeft getracteerd in licht angstige spanning met verrekijkers op zoek naar tekenen van leven, terwijl motorfietsen op de weg ernaast luidruchtig langsscheuren. Moedige parapente-passagiers worden op hun vlucht getracteerd op mooie pirouettes, waarbij de spanning soms even geheel van de lijnen gaat en de canap� gaat flapperen, de Tilburgse kermis is er niets bij.

Ik durf dat nog niet eens in mijn eentje. Trouwens, de hele ambiance overbluft mij zoals Schiphol dat vroeger ook deed met zijn hoge hakken en mantelpakjes, de deftige tred van de zakenreizigers, mensen die allemaal aan de sfeer meededen die de reklames voor whiskey en cigaretten uitstraalden. Hier bij Annecy laat je anders zien dat je er bij hoort, maar hoe, dat is ook hier meteen duidelijk. Er is kennelijk maar ��n soort zonnebril die hier kan. Het is een die klein is, zodat de zon er rondomheen in je ogen schittert. Dat kun je voorkomen door hem dicht voor je ogen te buigen, maar dan krijg je de smeerboel van je wimpers de hele tijd op de achterkant van je glazen. Als achterop je T-shirt "moniteur" (leraar) geborduurd is (gedrukt heb je ook, maar dat is natuurlijk niks) dan neem je hier de centrale plaats in.

Een minibusreis voor €4.50 achthonderd meter opwaarts, de bergkam op, is het zo mogelijk nog meer kermis. Daar was ik al eens eerder (zie foto in Groeten van de Col de Forclaz) maar buiten het seizoen. Op een met doek beklede vlakte als een basketbalveld staat rijp en groen gereed om te vertrekken vari�rend van trillend en zwetend tot ginnegappend. Daarachter staat ongeduldig een menigte parapentisten, het zeil aan de lijnen bijeengetrokken als een gigantische bloem, te wachten tot er op het doek een plekje vrij is. Een menigte vlieginstructeurs uit vreemde landen neemt een ploegje landgenoten mee om hier in eigen taal te lessen. Ik hoorde Engels, Italiaans, Duits, Fins, en gelukkig even geen Nederlands.

kerk.jpg (58248 bytes)Russische kerk in Ugine

Wel twee Russen naast mij in de bus, geheel niet verbaasd dat ik Russisch met ze sprak. Vakantie. Allebei net zo'n proleterig duur meteorologisch Fins Suunto Vectorhorloge van vierhonderdvijftig gulden met thermometer, barometer en hoogtemeter om de pols als ik. Uit Moskou. Ik vertel ze van het merkwaardige houten Russische kerkje hier vlakbij in Ugine, van de metaalarbeiders die hier in de twintiger en dertiger jaren naar de Franse Alpen kwamen, en waarvan de kleinkinderen soms nu alleen nog maar door hun achternamen weten dat ze van Russen afstammen. Ik geloof niet dat ze er erg in ge�nteresseerd waren.

kerkbinnen.jpg (26119 bytes)Russische kerk interieur

Normaal vlogen ze in de Kaukasus. Ze schreven de plek voor me op: landen op vliegveld Mineralnije Wada, dan naar Ioetsa bij Piathgorsk en vragen naar de zweefzeilers van de SKDK, die rijden 's ochtends de bergen in.
Later lift een Fin met me mee naar Annecy (geen Vectorhorloge, wel een veel duurdere hoogtemeter dan mijn Flytec), die bij een professor in Gen�ve een proefschrift schrijft in de ontwikkelingspsychologie, een vergelijking tussen Nepalese kinderen die wel en die geen kinderarbeid verrichten. Maanden naar Nepal natuurlijk. Parapente mee vanzelf. Even gevraagd waar...etc.
Hoewel in de massa, is toch iedere parapentist een held, want naast de startbaan dromt een menigte van honderden met kindjes, koffie, broodjes, wij zijn een gratis volksvermaak. Vooral ik, want over mij ontfermt zich geheel vrijwillig een aan de achterzijde weliswaar niet geborduurde maar toch gedrukte "moniteur" die mij gratis en ongevraagd een nieuwe methode aanbeveelt. Leergierig als ik mij tegenwoordig altijd voordoe ter maskering van mijn inderdaad buitensporige, maar wat doe je eraan, eigenwijsheid, kom ik er na drie foutstarten rakelings langs de sparren mee weg.

schaamhaar.jpg (62306 bytes)Het bos in voor een slaapplekje, zoals ik gewend ben, mag hier nergens. De korte Zuidzijde van het van Noord naar Zuid langwerpige meer is voor de ene helft een bomvolle camping met een sfeer van een zaterdagmarkt, maar dan met tenten in plaats van kraampjes. De andere helft is "natuurgebied", dat me erg doet denken aan die ��n meter brede strook met bordjes  "natural reserve" gemarkeerd struikgewas tussen de vierbaans weg en de rivier richting Boston. Vooral als je vanuit het Noorden in de lengte over het lange smalle meer van Annecy aan komt vliegen is dat bosje aan de bovenpunt een koddig gezicht voor de parapentist die weet wat voor bordjes er omheen staan. Als een bij het scheren vergeten plukje schaamhaar. Ja serieus, om dat te zien kun je de kaart het beste ondersteboven, Zuid-Noord, draaien, zoals ik voor het plaatje heb gedaan, dan zie je het meer vanuit de parapentistenoptiek.

Ik slaap maar aan de stilste kant van het "natuurgebied" op een weitje waar overdag wel eens een "natuur"liefhebber parkeert, 's nachts de in de verte lallende en met auto's scheurende Nederlanders voor lief nemend.

Ik ben hier want mijn parapente Astral ik hebben een Doel. En wel hierom: bij het vliegen wordt bij mij de vreugdevolle spanning steeds minder, maar de angst blijft. Het vliegen voelt geleidelijk aan als een soort klus die erbij hoort, een verplicht nummer. Als ik weer op de grond sta ben ik het al weer vergeten, vouw op en loop naar mijn auto alsof er niets is gebeurd. Dat was vroeger anders! Dan draaide de hele dag om die ��n of twee vluchten die vijf keer zo lang leken te duren als de tijd die het horloge had aangegeven, en waarvan ieder moment op de grond nog minstens twintig keer werd genoten. Ik durf wel steeds meer, krijg er ook meer kijk op, maar het laat me verder steenkoud. Kortom, Astral en ik moeten meer uit onze relatie kunnen halen. Wij gaan in therapie!

En dat kunnen wolven en beren niet bieden. Daarvoor sta je tussen de boemboemcabriolets met de kale mannen met tatoeages, met de verkeerde oorbellen, vriendinnen, en honden, daarvoor land je op een vliegveld in plaats van in een kruidige Alpenwei.

Astral en ik gaan niet zomaar in therapie, wij gaan een SIV doen, een therapie met een afkorting dus, dat zijn de beste, dat weet iedereen, en daar gaan wij €250 voor betalen, want zoals bekend, als een therapie niet duur is helptie niet!

Toen ik de borgsom had betaald wist ik al wel wat SIV inhield, maar nog niet wat de op zich al zieleheil brengende afkorting betekent. Het betekent, ik heb het gevraagd:

Simulations des Incidents en Vol

Nou ja zeg! Leren de relatie tussen jou en je parapente op vliegtechnisch lastige momenten schadevrij te houden, zonder er zelf aan onderdoor te gaan, als dat geen therapie is!

Wat we dus gaan doen is alsof er plots onweer is en we in heftige thermiek in een vreselijk snelle draaimolen 60 meter per seconde een onwijs eind moeten dalen ("niet voor je uitkotsen want dan krijg je het in je smoel"). Alle soorten inklappers van de canap� en zo snel mogelijk er weer uit. Alsof hij verdraaid zit en wij de noodparachute moeten trekken, waarna wij door een Zodiacje uit het meer worden gevist.

De borgsom is betaald, in september gaat het gebeuren. Dan reikt zo'n zonnebrilmans met "moniteur" achterop zijn T-shirt geborduurd mij een zendertje aan en dirigeert mij dan vanaf de wal naar een gefingeerde plek des onheils, alwaar Astral en ik dingen moeten doen waardoor wij onze grenzen gaan verleggen en nieuwe horizonten zich voor ons openen vol wederzijds vertrouwen, vloeiend samenzijn en eeuwig geluk!

Alain die toch van heel wat soorten in de natuur de mannetjes van de vrouwtjes kan onderscheiden, beweert trouwens dat Astral een vent is.

000807

Als je je over de g�ne weet heen te zetten iets te doen dat anderen ook begrijpen en waarderen, hetgeen geheel indruist tegen mijn filosofische beroepsethiek, maar alla, dan is het toch wel geriefelijk, dat wachten op een busje naar de top op een warm schaduwrijk terras met een ijsje, dan na een geriefelijk ritje in de wind naar boven, waar je instructiecolleges in alle talen kunt meevolgen, compleet met aanwijzingen van kijk, die daar doet het goed, en die andere gaat daar verkeerd, en dan spring je er maar weer af. Aan de lange Oostzijde van het meer zijn drie hoge bergen met kale rotskegels die flink staan te walmen in de brandende zon 's middags. Heftige thermiek. De startplek is op een dikke 1200 meter, maar je bent zo op 3000 als je durft. Ik durf niet. Ik weet precies wat ik moet doen. Ik kan het. Ik heb de spullen. Maar ik durf niet. Het is volstrekte onzin. Hoe hoger hoe veiliger. Laag is juist gevaarlijk. Maar laag voel ik geen spoor van angst. Ik ben geestelijk niet in orde. Het is het beste om alleen te doen wat je leuk vindt en niet van alles van jezelf te moeten. En ja, hier is het voordeel dat je boven het meer kunt gaan vliegen als je genoeg hebt van die enge rukken waarmee die gigantische paraplu je naar koude hoogten sleurt. Ik doe er aan mee zolang ik het leuk vind en ga dan boven het water vliegen. Meestal heb ik dan toch al flink hoogte gewonnen en is een tochtje dwars naar de overkant van het meer en terug naar de landplek goed te doen. Nu merk ik pas dat ik mezelf in de laatste vliegvakanties mentaal forceerde. Gevolg: je moet eerst bijkomen voor je weer de lucht in kunt. Nu ik het rustiger aan doe wil ik meteen al weer. Boven water is de lucht zo rustig dat je vergeet dat je beweegt. Het kan hard waaien, en deed het ook vandaag, maar dat betekent alleen maar dat je pas op een later moment v��r de wind richting landplek hoeft te gaan, en daar niet voorbij moet vliegen want tegen de wind terug schiet je niet op.

Campingmijder gered door ronkend gevaarte

Zweefzeiltoerisme OK, maar ze krijgen me niet op die camping. Ik rijd de tweede nacht een verbodsbord met een diameter van minsten twee�nnegentig centimeter voorbij een bospad op, dat achter de landplek de helling op gaat. Achter een splitsing zie ik twee wrakken van caravans op een redelijk rechte open plek staan. Ik achteruit er in. Achterwiel naast de weg. Maar ik heb een lier! Het wegtrekken van mijn auto met geheel weggezakt achterwiel, as op de weg, blijkt echter voor mijn lier teveel. Hij verbuigt gewoon. Een speelgoedgeval! Er is ook nog eens, voor het eerst, echt kantelgevaar, het zaakje moet niet nog een halve meter achteruit zakken.
Met de verbogen lier onder zoveel mogelijk spanning, in de versnelling en op de handrem laat ik bij het invallen van het duister Noonoo achter en tijg naar het belendende dorp.
Trekkers? Zegt een man met een schilderskwast in zijn hand. Er zijn er nog twee. Ze doen hier niet meer aan koeien, h�, het is tegenwoordig toeristen.
Beide eigenaars blijken onvindbaar. Inmiddels is het donker. De schilder, Jean, staat erop mij te blijven bijstaan, ik bespeur zelfs een zeker enthousiasme. Hij beent tussen de huizen van het dorpje heen en weer met zijn slippers aan en de twee stukken plastic die hij bij het schilderen gebruikte nog in de hand. Wij moeten, vinden de jongens van vier huizen verderop, naar Genoult. Die heeft ook nog een trekker. Maar pas op voor zijn hond. Het blijkt buiten het dorp tussen de weilanden door. De schilder heeft nu zijn stukken plastic in huis gelegd, maar draagt nog steeds zijn slippers, hetgeen hij pas merkt als hij er even buiten het dorp over struikelt.
Ik zeg: sorry dat ik je zo van je werk houd.
Nee, het gaf niks. Er was wel een ander probleem, de hond van Genoult. Daar had iedereen schrik van.
Honden is mijn specialiteit, zeg ik geruststellend.
trekkervoor.jpg (8530 bytes)Toen kwamen we eerst langs de trekker zelf. Dat (zie foto) tastte mijn moraal wat aan, waarna mijn zelfvertrouwen op hondengebied ook nog eens op de proef werd gesteld: het hielp mij niet Jean het erf op te krijgen. Zo raakte ik zelf ook wat aan het twijfelen, natuurlijk, maar er is nood aan de man en dit is de laatste kans op een trekker.
Ik loop door het hek, en sluit het achter mij. Jean staat veilig buiten, maar wil nu toch helemaal weg, want zijn vrouw maakt zich vast ongerust, maar wel wil hij straks mee voor de klus. Kan ik niet bij hem langs komen?
Ik zeg niet zeker te weten of ik zijn huis weer zal vinden.
Dan wil Jean beslist blijven.
Ik het erf op.
De hond is binnen. Met Genoult, die ik met zijn zoon verveeld TV zie liggen te kijken.
Ik klop op het raam.
De deur gaat open.
Wat een vreselijk lieve herder. Hij wil meteen overal geaaid worden.
Terwijl ik met alle plezier aan zijn verlangens voldoe leg ik bij de hond geknield aan Genoult uit dat er een probleem is.
Genoult klaart op.
Ik zeg, ik ga je betalen, want dit is werk.
Dat zien we wel, zegt Genoult, vastberaden zijn riem een gaatje strakker zettend. Mijn trekker heeft wel geen licht, maar dat sakkert niks.
Ik ben hier met Jean, zeg ik, die kan met zijn auto meerijden.
Genoult duikt, v��r hij naar zijn trekker gaat, eerst in zijn kelder in enkele bakken met oud gereedschap.  Jean en ik gaan nu op een holletje terug naar Jean's huis, waar ik buiten wacht, want er slaapt een baby. Hij komt weer buiten met stevige schoenen aan. Wij spitsen vol verwachting de oren.
Geen trekkergeluiden. Ook niet in de verte.
Wij stappen in Jean's glimmende M�gane met kinderzitje en gaan met groot licht bij de trekker polshoogte nemen. Bij de laatste bocht echter horen wij een vervaarlijk geluid van een onverlicht aanstormend object en wij zien een klein zaklantaarntje zenuwachtig knipperen en gebaren, waaruit wij opmaken dat het snel naderend voertuig beperkt is door een bepaalde minimumsnelheid en wij dus bliksemsnel aan de kant moeten.
Bij het passeren ontwaren wij in het licht van onze koplampen Genoult, fors hobbelend in zo'n in ver vervlogen tijden als trekkerzadel dienende grote ijzeren kontvormige schaal, met een opgetogen blik op zijn gelaat. Hij geniet met volle teugen. Tsja met zo'n trekker rijden en iets ermee slepen of takelen is prachtig, maar dan moet er wel iets zijn, natuurlijk. Het kwartje begint nu bij mij te vallen. Voor Genoult kan ik niet vaak genoeg in de sloot rijden.
Jean keert de Megane met piepende banden en zet de achtervolging in. Dat valt dan ineens weer erg mee. Wij kunnen net in de twee, maar door die wild schuddende kont van Genoult voor je krijg je toch een sensatie van snelheid. Genoult weet waar het is, wij rijden achter hem voor het licht.
Bij het bospad verlaten wij de Megane en worden door Genoult op de zijzitplankjes genood, benen los naar achteren. Genoult heeft nu twee handen vrij, want ik houd onze minuscule zaklamp vast. Dat stookt zijn enthousiasme nog verder op. Ja, schreeuwt hij over het machtige kleppengeratel heen, dit is geen Ferrari! Ik hoop dat er net zo'n verheerlijkte lach op mijn gezicht stond als op het zijne, want ondertussen zat ik op dat bospad met veertig ongeveerd zonder beensteun achterstevoren en had daarnaast nog tot taak de enige lamp goed vooruit richten.
Genoult draaide bij aankomst de trekker met de achterlier voor de auto en nam volledig de leiding: hoe de wielen moesten staan, of ik er naast moest staan of erin zitten en meesturen, uit de versnelling en handrem eraf!! Wielen iets meer naar links!! En in minder dan geen tijd stond ik op het pad.
trekkerachter.jpg (8617 bytes)Dan rijd ik mee terug naar beneden, voor het licht vanzelf, achter Genoult aan die Jean weer achterop neemt -Jean is kennelijk ook een echte liefhebber want hij taalt niet naar een stoel in mijn luxe geveerde Kangoo-waarbij ik nog net de tegenwoordigheid van geest heb mijn videocamera naast me te leggen (zie foto, klik hier om even compleet mee te genieten in videoclip).

Download via deze link het videoplayer-programmaatje
waarmee je de clip kunt afspelen

Het lukt me van geen kant de heren te betalen. Ik mocht van Genoult morgen wel wat bij hem komen drinken. Maar niet 's middags, want dan was hij weg.
En ik moest vannacht maar bij hem gaan staan, vond Genoult, want daarboven kwam je echt niet meer weg als het had geregend. Ik wist wat het weer zou worden, en was vast van plan mijn bosplekje niet te laten lopen, maar wist mijn eigenwijsheid nog juist te verbergen achter de smoes dat ik er nog even mijn parapente op moest halen.

De volgende dag had ik voor elk een fles Armanac. Jean was zijn schilderklus van gisteren aan het doen, maar Genoult was niet thuis en de herder was los buiten. Hij blafte eerst eens flink, hield er mee op, ging kwispelen, maar leek nu toch bang. Verdween achter mijn auto, kwam ergens anders weer onder de heg vandaan, en wou zeker niet geaaid. Maar geen greintje kwaad, bij die hond. Zal hebben gevonden dat je je als waakhond in functie niet kunt laten aaien, zijn angst meer een angst voor de baas die dat -terecht!- als een misdraging zou beschouwen. Goeie hond.

En ik heb in Albertville een nieuwe lier besteld, voor 1200 gulden. Met net zulke dikke haken eraan als de lier op de trekker van Genoult, en een trekkracht van 1500 kilogrammen. Het moet wel kwaliteit zijn want hij moet helemaal uit Nederland komen. Een bezit voor je leven, houd ik mij opgetogen voor. Als het ergens verboden te parkeren is kan ik mijn auto voortaan in een boom hangen.