Home
Groeten Index
Zwitsers en de Hygiënisch-Alpine mentaliteit

Die Ausländer können sich wirklich alles leisten!    Haben Sie gut geschlafen? Machen Sie ruhig.   Camping Santabondio      De hygiënische en de anarchistische Alpine mentaliteit 

1. Die Ausländer können sich wirklich alles leisten!

Ik weet hoe Beiers (Beien, Beieraars, Beienaren of hoe ze ook heten) zijn, en heb daar al eens mijn valse licht over laten schijnen (zie Beieren, brevetten, Beh�rden en bombast). Zwitsers beieren ook stevig, althans wat bezitsdrift, territoriumafscherming en het weren van vreemden en devianten betreft. Het is in Zwitserland ook vergeven van ronde witte borden met een rode rand, er is een groot repertoire van in het zwart gedachte symbolen dat in het centrum van een dergelijk bord kan worden geschilderd, met zo nodig voor alle zekerheid nog een dikke rode streep er dwars doorheen van links onder naar rechts boven. Ook bordjes "privat" zijn niet van de lucht. Hier heerst orde. Dat moet ook wel, want in Zwitserland zijn de dalen vol. En dan bedoel ik vol zoals een parkeergarage vol is: er kan niets meer in. Parkeren is voor buitenlanders trouwens alleen bij een restaurant, maar dan moet je er wel eten, anders mag je er ook niet naar de WC. Wil je dat niet dan moet je onder de slagboom van een camping door, anders mag je je auto niet uit, of gewoon maar doorrijden tot je aan de andere kant Zwitserland weer uit bent, maar daarvoor moet je wel een Autobahnvignet hebben van zestig gulden.

Toch is er een verschil tussen Zwitserland en Beieren. In Beieren komt men als het ware meteen met de zweep aan zodra men een vreemde ziet. De Zwitser niet. Die bestudeert je eerst. Als vreemdeling voel je je in Zwitserland overal alert en wantrouwend begluurd. Men grijpt niet meteen in, zoals in Beieren, maar men wil het zo nodig ieder moment kunnen doen. Als je bijvoorbeeld met een hogedrukreiniger iets gaat schoonmaken, dan zijn ze meteen gerustgesteld en word je behandeld als medemens. Ga je iets anders Zwitsers doen, bijvoorbeeld je hond uitlaten en de poep in een meegebracht plastic zakje meenemen, een tochtje met een boot, een lantaarnpaal eens goed afsoppen of wat rondrijden in de file in stad of dorp op zoek naar een parkeerplaats die er niet is, met een veer in je hoed op de helling een gems kapotschieten (wel met vergunning vanzelf), enfin zulke dingen, dan ben je wellicht zelfs geschikt voor een onderhoudend keuveltje over het weer.

Een mevrouw loopt laat op de avond langs het meer in het duister langs mij met haar poedeltje. Ik ben aan het schrijven. De akku raakt leeg, en dan moet ik de motor tien minuten laten lopen. Als ik tien minuten rondrij op zoek naar een parkeerplaats, dan is dat echt geen reden voor de gemeente eens iets aan het parkeerprobleem te doen. Maar zomaar stilstaan met draaiende motor: Schmutz! Al eens eerder had een Zwitser bij mij aangeklopt of ik die motor niet uit kon doen in verband met de Umweltverschmutzung. Dat krijgen ze hier kennelijk op TV. Toen ik uitlegde dat er instrumenten op draaiden, soms zelfs een hogedrukspuit, loog ik er bij, overwegende doch er bijtijds vanaf ziende nog een rotsige bergtop aan te wijzen die ik zojuist had gedaan, toen was het goed.

Deze mevrouw pakt het nog anders aan. Zij loopt weer langs mij met haar poedeltje, gaat ergens staan in het duister waar ik haar niet kan zien en zegt: Die Ausländer können sich wirklich alles leisten!

Ik zeg zonder opkijken: nou mevrouw, dan u moet u haast wel buitenlands zijn! En nu maar snel doorlopen!

Mevrouw stapt in haar auto, zet haar grote lichten op de mijne en wacht.

Ik kijk niet, maar denk: ze zal toch wel eens naar huis willen. Maar ze houdt het drie minuten vol. Er wordt duidelijk iets van mij verwacht. Ik verlaat de auto, en om haar niet teleur te stellen, met spoed. Begeef mij naar haar portier. Zij rijdt nu achteruit, maar niet snel. Ze houdt een meter of zes afstand.

Hebt u nu de moed verloren? Vraag ik.

Ja, zegt ze eerlijk.

Ontroerd zeg ik: Gutenacht Fraulein.

Dan rijdt ze weg, mij nog iets in het Italiaans toebijtend, als om aan te tonen dat zij geen "Ausl�nderin" is. 

2. Haben Sie gut geschlafen? Machen Sie ruhig.

Voor de nacht steek ik van het meer een haarspeld in naar boven. Op driehonderd meter kan ik onder een boom staan en alle lichtjes van het meer zien.
Goed gekeken, vanzelf, of ik niet op iemands "Privatparkplatz" stond. Want dan komen ze je er midden in de nacht in pyama afjagen.
Ik slaap, zoals altijd, met hoofd en uitzicht naar achteren en de achterdeuren open.
Om negen uur maakt iemand mij wakker.
Hebt u goed geslapen, vraagt hij joviaal.
Ja, uitstekend, houd ik mij groot, de ogen uitwrijvend.
De man begint een vriendelijk praatje, kom ik uit Nederland? Waar uit Nederland? Parapentist? Hij uit Z�rich, enz. enz.
Er blijkt een andere oudere man in de buurt te staan want Meneer Hebt-u-goed-geslapen roept: het is een Nederlander! Een parapentist!
Ondertussen is mij duidelijk dat Meneer Hebt-u-goed-geslapen absoluut door moet hebben gehad dat ik nog steeds goed aan het slapen was toen hij besloot mij te vragen of ik goed geslapen had.
Na nog wat vriendelijkheden nam hij afscheid met de woorden: doet u maar rustig aan.
Nu was alles duidelijk: ik moest toch een bordje "Privatparkplatz" hebben gemist, en voor straf was ik vriendelijk gewekt en om het er nog eens extra dik op te leggen krijg ik nu "toestemming" van Meneer Hebt-u-goed-geslapen om het rustig aan te doen.
Nou, nou. Aan Meneer Hebt-u-goed-geslapen zal het niet liggen. Hij is de wellevendheid zelve, de proleet.

En inderdaad. Achter de bumper van één der auto's blijkt toch een bordje "Privatparkplatz" te prijken. Maar na de schrik van mijn aanwezigheid vannacht zal er snel een grotere komen.

3. Camping Santabondio

In Adrie's dorpje Santabondio, meer van Lugano, Zwitserse kant, valt het, als overal, niet mee te parkeren. Er is een veldje buiten het dorp voor 24 auto's, bij de kerk kunnen er 10 staan. Op mijn afscheidsochtend was er daar ééntje leeg. Ik parkeerde er. De zon stond er te branden, maar daarvoor doe ik als altijd een zilverkleurig zeil over de auto. Camping Santabondio! Hoor ik een man roepen, en er zijn wat lachers. Nou ja, misschien leuk voor die mensen.
Na twee uur wil ik wegrijden maar sta klemgeparkeerd door een auto buiten de vakken. De man zit in het restaurant. Als u even meegaat, zeg ik, dan kunt u op mijn plaats staan.
De man, met een blauw oog, biedt zijn excuses aan en gaat mee. Ook de caf�baas gaat mee en herhaalt buiten de grap: "camping Santabondio" hahaha! Nu klonk het beslist onaangenaam en werd mij duidelijk de de grap ook de eerste keer voor mij bedoeld was: het is hier geen camping, vreemdeling!
Door een zeil over je auto te werpen overschrijd je in Santabondio een subtiele grens. Dan ben je een kampeerder, en dan hoor je hier niet en moet je oprotten.

4. De hygi�nische en de anarchistische Alpine mentaliteit

Zwitsers. Proper tuig. Maar je zult er niet gauw bestolen worden. Dat doen ze niet. Het is eerder een strakke moraal van waaruit men overtreders onmiddellijk tot de orde roept, en zich enorm kwetsbaar en bedreigd voelt als men daarin zijn machteloosheid voelt. Zo'n mevrouw met haar grote lichten bijvoorbeeld heeft geen enkele angst, en vanuit haar gevoel van veiligheid, het ontbreken van enig besef dat ik haar iets zou kunnen doen, het idee dat ik mij alleen maar wat misdraag en tot de orde geroepen moet worden, uit zij haar ergernis en tracht zij mijn aandacht te vestigen op het feit dat ik in Zwitserland ben en mij thans te houden heb aan de Zwitserse normen. Geen Amsterdamse vrouw die het in haar hoofd zou halen zoiets te doen.

Enig idee van een "Amsterdamse" situatie, van de re�le mogelijkheid dat je over een kwartier op weg naar een ziekenhuis ligt te sterven met een mes in je rug, is bij deze mensen ten ene male afwezig. Zij zijn daardoor zeer kwetsbaar. Als ze iets van die ontwikkeling meemaken stemmen ze meteen op Jörg Heider-achtige typen, van die nette jongens met ferme uitroeiingsplannen ter behoud van de fundamentele traditionele Alpine-Duitse opvatting over het goede, die kort samengevat luidt: alles is van iemand en die moet anderen er af houden, het elke dag soppen en voor het overige iedereen altijd vriendelijk groeten. Dat het onbegrepen kwaad van de aantasting van dit eeuwenoud ethisch fundament uit het buitenland komt, en daar ook weer naartoe terug moet, dat staat voor hen vast. Wat zou het tenslotte anders kunnen zijn? Deze Alpine Duitsers en Italianen, de mensen in Beieren, Zwitserland en Oostenrijk,  liggen straten achter in hun ontwikkeling naar de stedelijke samenlevingen waar zij uiteindelijk toe zullen moeten gaan behoren. Of ze willen of niet, het zal uiteindelijk gebeuren. Heimwee kan nog veel ongelukken veroorzaken op die lange onvermijdelijke weg het dorp uit naar de Europese Unie.

We hebben het tot nu toe alleen gehad over de hygi�nisch-Alpine cultuur. In de Franse Alpen kom je een totaal ander slag mensen tegen. Denk aan Camille, de familie van de Ferme des Chazarets, de anarchistische parapentisten van het "Vol libre". Deze mensen zijn wel degelijk Alpine, maar die noem ik voor mezelf anarchistisch-Alpine. Voorbeeld: de ultieme belediging voor de hygi�nisch-Alpine mens is de beschuldiging te stinken. Zie ook mijn discussie met die Zwitserse mevrouw in de kabeltreintje. Zij was pissig op mij en bedacht het gemeenste wat je vanuit de hygi�nisch-Alpine optiek over een ander kunt zeggen: ik stonk! Toen ik daarentegen boer Alain van de Ferme des Chazarets, uit het anarchistisch-Alpine cultuurgebied, eens in mijn auto nodigde voor een koffie, hij aarzelde wegens zijn vieze schoenen en ik zei dat hij in smerigheid niet tegen mij op kon aarzelde hij geen seconde: als ik dat dacht vergiste ik mij deerlijk! Op het stuk van smerigheid, snoefde Alain, hoefde ik geen verbeelding te hebben, want ik kwam niet eens in zijn buurt. De Frans-Alpine mentaliteit is, kort gezegd: vrijheidslievend op het anarchistische af, verfijnde smaak en kookkunst, derhalve geen pannen verpesten door er met afwasmiddel in te gaan schuren, maar een enkele vlieg mag best in het eten zitten want dat bederft de smaak niet, kleren mogen best oud en gescheurd zijn, mensen mag je ruiken, de vloer mag vuil zijn en kraken en de politie moet zijn bek houden. Kortom, helemaal mijn volk, temeer daar men daar, tot de politie toe, iemand met een onconventionele microcamper als een bondgenoot in de zo gewaardeerde samenzweerderige ondergrondse ziet. Dit gaat zover dat de politie onder vier ogen ook uit zijn rol valt, en, om te laten zien dat men -anarchistisch-Alpien gezien- ook geen watje is, met triomfantelijke glimlach quasi vertrouwelijkheden over semi-clandestiene slimmigheden gaat debiteren. Waar de hygi�nisch-Alpine mens luidruichtig aan zijn groetplicht en korte meteorologische conversatie voldoet, is in het anarchistisch-Alpine cultuurgebied de meest gewaardeerde conversatievorm op zachte toon, en voortdurend om zich heen kijkend of er niet iemand meeluistert. Ik begin hierdoor te twijfelen aan mijn oude stelling dat Hitler in iedere cultuur succes zou kunnen hebben gehad, al blijft het voor mij buiten kijf dat Nederlanders uiterst geschikt zijn voor het Nationaal Socialisme, wat ook wel blijkt als men achter de hoge boekenmuur van Dr. L. de Jong, zo goed in de oorlog dat hij net zo goed fout had kunnen zijn geweest, de blik op de waarheid richt. Ik hoor er in anarchistisch-Alpine kringen als zigeuner-filosoof-parapentist vanzelfsprekend helemaal bij, ja, als ik mij niet vergis voldoe ik moeiteloos aan ��n of ander alhier aan de Franse kant historisch gegroeid en gewaardeerd soort anarchistisch-Alpien archetype. Dit moet iets met eeuwenlange clandestiene saamhorigheid van onderdrukten te maken hebben, dat voel ik op mijn Nederlandse klompen, en dit verhaal zou wel eens een uiterst interessant historisch vervolg kunnen hebben.
Deze anarchistisch-Alpine mentaliteit heb ik tot nu toe alleen onder de Alpine Fransen aangetroffen, en dan nog niet eens overal, want er zijn ook overduidelijk hygi�nisch-Alpine Fransen, namelijk in het Alpengebied achter Aix-en-Provence, zie ook wat ik schrijf over le Chalvet.