Bert hamminga Back to: Index: Teaching Docs hamminga, B. (1997) Informatie, Waarheid en Werkelijkheid,inhoudsopgave Go to: Previous Section; Next Section

Page title: 20. Defini�ren


Formele wetenschappen produceren uitspraken zonder inhoud (uitspraken zonder grijze vlekken in hun plaatjes). Emprische wetenschappen, volgens Popper, doen speciale dingen met uitspraken die wel inhoud hebben. Er zijn echter nog vele andere spelen die met uitspraken worden gespeeld. Een veelvoorkomend spel is defini�ren. Zo hebben wij in deze cursus al heel vaak defini�rende uitspraken gedaan. Hier volgt een aantal voorbeelden van definities.

DEFINITIE 20.1.: (zie par. 8): Als A en B formules van de propositielogica zijn, betekent "A B" het volgende:

  A B "A B"
I 1 1 1
II 1 0 0
III 0 1 1
IV 0 0 1

                Tabel 20.1.

DEFINITIE 20.2.: (zie par. 12). De "inhoud I(B) van een formule B = f (P1, P2,..., Pn)" is de verzameling van die waarheidsgroepen van (P1, P2, ..., Pn) waarvoor de waarheidskolom van f (P1, P2, ..., Pn ) een nul heeft.

DEFINITIE 20.3.: "" is de verzameling van re�le getallen.

DEFINITIE 20.4.: "ln x" is: y, zodat ey = x

DEFINITIE 20.5.: Y := C + I

DEFINITIE 20.6.: Met "inkomensevenwicht" bedoelen wij de toestand waarin de geplande investeringen gelijk zijn aan de gerealiseerde investeringen.

DEFINITIE 20.7.: Het "optimale consumptieplan" is de toestand waarin max U = U(x1, x2) o.v. p1 x1 + p2x2 - Y = 0

DEFINITIE 20.8.: f (x): = a0 + a1x + a2x2, x

DEFINITIE 20.9.: Neem voor A: P V �P

DEFINITIE 20.10.: Neem voor x: 3t + 1

DEFINITIE 20.11.: Een "empirische wetenschap volgens Popper" is een spel waarvoor de volgende regels gelden: (zie par 19).

DEFINITIE 20.12.: "Rechtvaardigheid" is: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet.

DEFINITIE 20.13.: "Bedrog" is: er opzettelijk voor zorgen dat iemand denkt dat iets waar is, terwijl jij heel goed weet dat het niet waar is, met als vooropgezet doel om ten nadele van hem voor een voordeel voor jou te zorgen.

Het allerbelangrijkste wat opvalt aan alle definities is het volgende: het is volstrekt zinloos je af te vragen of ze "waar" zijn. Het zijn dus geen volzinnen! Het zijn afspraken.

Afspraken, kunnen die waar of onwaar zijn? Het kan (on)waar zijn dat een afspraak is gemaakt. Maar de afspraak zelf is nooit "waar". Het is onzin om over de waarheid van afspraken te praten.

Definities, zoals 20.1. t/m 20.13., laten alleen de afspraken zien. Definities zeggen niet zelf dat die afspraak ook werkelijk is gemaakt. Ze zeggen ook niet dat die afspraak moet worden gemaakt. Als ik naar een definitie kijk dan zie ik een beschrijving van een (mogelijke) afspraak. Als ik een definitie opschrijf is het natuurlijk zo dat ik vind dat we die afspraak echt moeten maken. En omdat ik het tentamen van deze cursus maak en de cijfers bepaal heb ik de macht om de afspraak eenzijdig door te drukken. Het is waar dat ik die macht heb. Maar het is onzin te zeggen dat definities "waar" of "onwaar" zijn. Definities hebben dus geen logische ruimte waarin we ze kunnen afbeelden.

Toch is het vreselijk handig als we allemaal het spel genaamd "definieren" kennen. Lange, moeilijke zinnen en namen kunnen we in dit spel aanduiden met een korte zin of kreet. Zo worden boeken, collegediktaten en computerprogramma's korter en goedkoper. Bovendien werken mensenhersenen, bij het verwerken en opslaan van informatie, net als bibliotheken en computers: we zoeken, ook in ons eigen hoofd, alles op via een serie trefwoorden. Achter die trefwoorden zit opgeslagen wat volgens een definitie bij dat trefwoord hoort.

De vraag of een definitie "waar" is, is dus gewoon een verkeerde vraag. Er zijn echter een groot aantal goede vragen die we kunnen stellen bij de beoordeling van een definitie, als we willen bepalen of de voorgestelde afspraak wel zinnig is. We kunnen over een voorgestelde definitie dus een keuringsrapport maken.

Vraag 1: Waar staat het defini�ndum? Waar staat de korte kreet of zin die wordt voorgesteld als plaatsvervanger voor iets langs en onhandigs?

De defini�nda (meervoud van defini�ndum) van 20.1. t/m 20.13. zijn:

DEFINITIE   

DEFINIENDUM

20.1.  

A B

20.2.  

inhoud van B, I(B)

20.3.  

20.4.  

ln x

20.5.  

Y

20.6.  

inkomensevenwicht

20.7.  

Optimaal consumptieplan

20.8.  

f (x)

20.9.  

A

20.10.   

x

20.11.   

empirische wetenschap

20.12.   

rechtvaardigheid

20.13.   

bedrog

Het defini�ndum staat vaak tussen aanhalingstekens. Vaak ook staat het links van het ":="-teken, of rechts van het "=:"-teken. Soms staat het tussen "neem voor" en ":" of links van "is".

Een definitie waarin niet duidelijk is waar het defini�ndum staat, is natuurlijk prompt afgekeurd.

Vraag 2: Waar staat het defini�ns? Waar staat de lange, onhandige zin of naam die we in het vervolg te vermoeiend zullen vinden om steeds maar op te roepen en te herhalen?

Met behulp van het defini�ns wordt het defini�ndum gedefinieerd. De defini�ntia (mv. van defini�ns) van 20.1. t/m 20.13. zijn:

DEFINITIE  

DEFINIENS

20.1.  

de formule die bestaat uit A en B en die een 1 heeft in geval I, een 0 in geval II, een 1 in geval III en een 1 in geval IV

20.2.  

de verzameling van denkbare gevallen waarin B onwaar is.

20.3.  

de verzameling van re�le getallen.

20.4.  

Y, zodat ey = x

20.5.  

C + I

20.6.  

de toestand waarin Y = X

20.7.  

de toestand waarin max U = U(x1, x2) o.v. p1x1 + p2x2 - Y = O

20.8.  

a0 + a1x + a2x2, x

20.9.  

P V �P

20.10.  

3t + 1

20.11.  

een spel waarvoor de volgende regels gelden ... (ziepar. 19)

20.12.  

de toestand waarin niemand een ander aandoet wat hij niet wil dat hem zelf geschiedt

20.13.  

er opzettelijk voor zorgen dat iemand denkt dat iets waar is, terwijl jij heel goed weet dat het niet waar is, met als vooropgezet doel om ten nadele van hem voor een voordeel voor jou te zorgen

Een definitie waarin niet duidelijk is waar het defini�ns staat kan natuurlijk nooit een goede definitie zijn. Dan houdt meteen alles op.

Als de definitie deze twee eerste beproevingen doorstaat, hoe moeten we hem dan verder beoordelen? Daarbij gaat het erom dat je je afvraagt of met de definitie het beoogde doel wordt bereikt. Wat is het beoogde doel? Als iemand een definitie maakt, wat wil hij er dan mee bereiken?

doel 1: Effici�ntere verzending: het spreken, schrijven en intoetsen moet handiger en sneller gaan.

doel 2: Effici�ntere ontvangst: de luistertijd, leestijd en denk- c.q. rekentijd die nodig is om de informatie te begrijpen en te verwerken moet korter worden.

Kort gezegd, het doel van een definitie is: bezuiniging op de inspanning van de communicatie en het verhogen van de snelheid van de communicatie.

Zijn onze dertien voorbeelden effici�nte afspraken? Als je de lijst van defini�ntia met de lijst van defini�nda vergelijkt zou je denken van wel: een aardige opruiming!

Nu we weten waartoe definities dienen, kunnen we ons vragenlijstje vervolgen met een paar precieze vragen.

Vraag 3: Is het defini�ns duidelijk? Een defini�ns mag best lang zijn; het is toch zo'n beetje de laatste keer dat we hem gebruiken. Maar hij moet per se duidelijk zijn, anders zijn we alleen maar vage woorden (defininda) aan onze taal aan het toevoegen.

OPDRACHT: Ga, v��r je doorleest, zelf na of in alle definities het defini�ns duidelijk is.

Een defini�ns hoeft niet voor ieder��n duidelijk te zijn. Sommige mensen en computers kunnen toevallig bepaalde woorden uit het defini�ns niet kennen. Of alleen in een hele speciale betekenis kennen. Daarom moet een definitie vaak op een aantal verschillende manieren worden uitgelegd v��r iedereen precies genoeg begrijpt wat de bedoeling is.

In DEFINIENS nr.  

Moet aan sommige mensen en computers wellicht eerst worden uitgelegd wat de betekenis is van:

20.1.  

I, II, III, IV, 1, 0

20.2.  

onwaar

20.3.  

re�el getal

20.4.  

e

20.5.  

C, I

20.6.  

Y, X

20.7.  

U, p, Y

20.8.  

a, x,

20.9.  

P, w, �

20.10.  

3, +, 1

20.11.  

inhoud

20.12.  

een ander iets aandoen; geschieden.

20.13.  

opzet, waar, weten, niet, doel, nadeel, voordeel.

En deze lijst is niet eens volledig! Dat zijn 35 uitdrukkingen. Voor het uitleggen van onze 13 definities kan ik dus zomaar 35 nieuwe definities nodig hebben. Het lijkt er op dat we water naar de zee aan het dragen zijn met ons gedefinieer. Want het zit er dik in dat ik bijv. tegen de 100 definities nodig heb om de vorige 35 uit te leggen. Dit loopt duidelijk uit de hand. W��r stoppen we? En hoe kunnen we nu zeggen dat ��n of ander defini�ns "duidelijk" genoeg is? Op deze vraag is geen algemeen antwoord te geven! Het hangt er van af waar we mee bezig zijn, wat de voorkennis is van wie meedoet, en wat we willen. We zullen het dus met een paar voorbeelden moeten doen, in de hoop dat ieder van ons daaruit zo'n beetje leert hoe in voorkomende gevallen gehandeld dient te worden.

Voorbeeld 1: Een cursus propositielogica (zoals deze een onderdeel vormt van deze cursus). Waar ben ik "gestopt" met defini�ren? In het algemeen heb ik een groot aantal Nederlandse woorden bekend voorondersteld. E�n van die woorden was bijv. "waar". Voor de zekerheid heb ik er bij "waar" nog gezegd: "Ik bedoel 'waar' in de klassieke zin: je weet wel, het kan waar of onwaar zijn maar iets anders kan niet". Toen ben ik gestopt. Waarom? Nou, dat weet ik niet zo precies. Het werd niet onrustig in de zaal, vragen van studenten gingen all��n over dingen die ik daarna had gezegd, z�lf leek het mij ook redelijk duidelijk, dus, ... vooruit maar! Ik heb dus op praktische gronden besloten "waar" als zogenaamde primitieve term te gebruiken in deze cursus.

DEFINITIE 20.14.: de "primitieve termen" in een taalspel zijn de termen die in dat taalspel niet worden gedefinieerd (omdat ze geacht worden duidelijk te zijn).

Voorbeeld 2: Een boodschap voor de computer. De computer pakt je over het algemeen hard aan als je een primitieve term gebruikt die hij niet kent. De boodschap gaat prompt retour afzender. Bij een computer is er geen verschil tussen duidelijk en bijvoorbeeld "bijna helemaal duidelijk" (al wordt er hard aan gewerkt om zulke computers te maken. Er zijn trouwens al jaren computers die bij een kleine intoets-vergissing kunnen zeggen: "FOUTJE, maar ik heb hem zelf al verbeterd"). Er zijn ook gevallen waarin hij een onbekende primitieve term (bijv. BLURP!) braaf in zijn geheugen stopt en geduldig wacht op nadere instructies.

Het grote voordeel van computers boven mensen is dat computers geen misplaatst eergevoel hebben: ze zeggen nooit "begrepen!" puur om hen stand hoog te houden.

Bij een computer is het antwoord op vraag 3: "Is het defini�ns duidelijk?"

altijd zeker. Het is ja of nee en geen gedonder.

Voorbeeld 3: Een Nederlands woordenboek. Ik heb een woordenboek dat bij "bos" geeft: "1. woud; 2. bundel". (notatie: bos: = 1 woud, 2 bundel). Kijk ik bij "woud", dan staat daar: "woud: := bos", kijk ik bij "bundel" dan staat daar: "bundel: := pakje, verzameling, gedrukte stukken". Verder: "pak: := 1 het pakken; 2 bijeengepakt of ingepakt iets; kostuum; grote hoeveelheid; stel slagen".Dan verder: "verzameling: := collectie", door: collectie: := verzameling.

Toen mijn bloknote er zo uitzag ben ik gestopt:

Image201.gif (6586 bytes)

Wanneer vinden de makers van een woordenboek een defini�ns duidelijk genoeg? Nooit! Want elk woord dat ze in een defini�ns gebruiken kun je als defini�ndum weer opzoeken. All��n: op het laatst sturen ze je w�l van het kastje naar de muur: een cirkel!. Dit overkwam mij bij "woud", "collectie" en "ding". Er zitten niet alleen kleine cirkels in een woordenboek, maar ook (zeer) grote. Het kan heel goed zijn dat ik na bijv. 10 keer opzoeken - volgens mijn systematische methode - plotseling weer langs "bundel" kom. Het kan ook zijn van niet, want niet elk woord dat je kunt opzoeken (dus niet elk defini�ndum) wordt ook ergens als defini�ns gebruikt.

Voorbeeld 4: Een kleuter woorden leren. Voor een kleuter defini�ren wij "hond" door er een paar aan te wijzen met de wijsvinger. In de biologische ontwikkeling van de kleuter is er een wonderlijk moment, waarop hij niet langer naar de punt van een plotseling uitgestoken wijsvinger kijkt, doch naar datgene waarnaar die vinger wijst. Niet lang daarna treedt de vooralsnog wetenschappelijk ��k nog niet verklaarde fase in waarop het kind bij het observeren van dingen, die lijken op vroeger aangewezen dingen, en waarbij de aanwijzende persoon "hond" zei, zelf ook "hond" begint te zeggen. (De aanwijzer heeft, zo heet het, een ostensieve (aanwijzende) definitie gegeven. Een begrip is het kind "duidelijk" geworden doordat enkele voorbeelden zijn aangewezen en telkens de bijbehorende klankcombinatie is uitgestoten. Ook bij volwassenen zijn ostensieve definities in zeer veel gevallen het meest duidelijk. Computers hebben vooralsnog liever een setje primitieve termen waarmee de overige begrippen worden gedefinieerd, maar of dat zo blijft is zeer de vraag.

Dit ging allemaal nog over vraag 3: wanneer is een defini�ns duidelijk? Ik, hoop dat door de voorbeelden een beetje duidelijk is geworden hoe je dat zo ongeveer moet beoordelen.

Vraag 4: Hebben we een goed defini�ndum gekozen?

Wat zijn de eisen? Eis 1: Zo kort mogelijk! Maar de kortste defini�nda zijn

vaak snel opgebruikt (denk aan p , , 1n, e, xi, etc). "Bedrog" is als defini�ndum ook niet slecht. "Rechtvaardigheid" is al wat aan de lange kant, vooral gezien het feit dat er in het Nederlands nog heel wat korte woorden ongebruikt zijn, zoals "sep", "ret", "kos" en dergelijke. Maar als individu sta je nu eenmaal vaak machteloos tegenover afspraken die voor een heel taalgebied gelden.

Er is ��n soort van defini�nda waarvoor deze eis niet geldt: dat zijn de defini�nda waarin (bijna) elke lettergreep een eigen betekenis heeft, bijvoorbeeld in Glyceraldehyde-3-fosfaat (alia C3H5O3[P]). Bij de meeste veellettergrepige uitdrukkingen, vooral in de sociale wetenschappen en in de filosofie, is dit in onvoldoende mate het geval. Pompeuze, lange defini�nda zijn daar meestal enigszins onbenullig, maar ze zien er natuurlijk wel erg gewichtig uit! Ik moet bekennen dat dit ook een beetje geldt voor "defini�ndum".

Eis 2: Er moet zo weinig mogelijk verwarring mogelijk zijn in schrift, klank of toetsvolgorde, met andere namen die in dezelfde context worden gebruikt. Verkeerd zijn bijvoorbeeld eigenlijk de afspraken "juni" en "juli" in het Nederlands. Reisburo's spreken, schrijven en toetsen dan ook "juno" en "julij".

Vraag 5: Komt de voorgestelde definitie overeen met vergelijkbaar spraakgebruik elders (bijv. in het Nederlands, de wiskunde e.d.)?

Het zou nogal verwarrend zijn om "bedrog" te defini�ren als "het doen van een gift". "Onwaar" is zo'n vreemde afspraak niet, dat weten we al: er zijn geen "onware" afspraken. Er is wel iets tegen om zo'n afspraak te maken. Hij valt te ontraden aan iedereen die verwarring wil voorkomen bij personen die het begrip "bedrog" kennen zoals dat in het Nederlands over het algemeen wordt gebruikt. Maar let wel, bijv. de volgende uitspraak schijnt heel zinnig te zijn:

Het is onwaar dat het doen van een gift bedrog is.

Maar dit is in feite pure nonsens. Meestal zal zijn bedoeld:

Het is ongebruikelijk in het Nederlands om "het doen van een gift" aan te duiden als "bedrog".

Dit is niet alleen een zinvolle uitspraak, het is ook nog een echte volzin en hij is waar!

Definities die niet overeenkomen met vergelijkbaar spraakgebruik elders zijn onhandig en verwarrend en worden daarom meestal vermeden.

Helaas zijn er een aantal "populaire woorden" die in tal van vakgebieden

in telkens weer andere betekenissen worden gebruikt (bijv. "model", "structuur", "systeem"). Fout is dat niet, maar het is wel een beetje vervelend en het is dan wel oppassen geblazen. Ook hier zijn echter uitzonderingen, waarin het juist handig is: in bijv. Y, f (x), A, en x (def. 20.6. t/m 20.10.) fungeert het teken en de klank als een soort etiket (in het Engels: label), dat je opnieuw kunt gebruiken. Dit geldt zelfs voor 1 en 0, die wij in deze cursus over het algemeen als etiket gebruiken voor "waar" en "onwaar", maar soms ook niet: bijv. in definitie 20.10. en trouwens ook niet in bijv. het nummer van deze definitie. We zijn er z� aan gewend dat bijv. f (x) de ene keer weer de ene, en de andere keer weer de andere functie betekent, dat we vanzelf "oppassen", en snel, als we het niet weten, vragen: wat is hier "f (x)"? En dan wordt bijv. geantwoord: f (x) := x2 + 1. In sommige omstandigheden kom je er niet op zo'n vraag te stellen, terwijl het dan toch een hele zinnige vraag is, bijv.: wat is hier "model"? Wat is hier "systeem"? Wat is hier "structuur"?

Vraag 6: Is de definitie gemaakt met het oog op een norm of regel?

Bij "A B", "I(B)", "", "ln x", "C", "f (x)", "A" en "x" (resp. def. 20.1. t/m 20.5. en 20.8. t/m 20.10.) is dit gelukkig duidelijk niet het geval. Bij mooie en lelijke woorden, zoals "rechtvaardigheid", "empirische wetenschap" en "bedrog" is dat w�l zo. Defini�ren is een hele emotionele aangelegenheid bij veel mooie en lelijke woorden, omdat het er dan vaak om gaat dat er bepaalde maatregelen moeten worden genomen, als iets niet voldoet aan een mooi woord ("empirische wetenschap"; "rechtvaardigheid"), of w�l voldoet aan een lelijk woord ("bedrog"). Subsidies moeten misschien worden verstrekt of juist ingetrokken, en soms moet zelfs de politie deze definities kennen om te weten wanneer zij uit moet rukken.

In de rechtszaal wordt er dan enorm getrokken en gesjord aan zulke definities: "het was geen 'bedrog', edelachtbare", zegt dan de advocaat, "want het was geen echte opzet, en eisers definitie van 'denken dat het waar is', is verkeerd, zijn definitie van 'voordeel' klopt niet, het is juist een nadeel", etc. etc. etc. Het was geen "bedrog", het was "............". De taak van een advocaat komt kort gezegd neer op het rukken en sjorren aan het defini�ns van de mooie en lelijke woorden in de wet en de taal van de rechtszaal, teneinde de wet zoveel mogelijk in het voordeel van de cli�nt en in het nadeel van zijn tegenpartij uit te leggen.

Rechters en andere wijzen die conflicten moeten beslechten staan voortdurend voor vragen als: wat is rechtvaardigheid? Wat is bedrog? En vaak gaan zelfs de filosofen er over nadenken.

Het blijft echter nonsens om over de "ware rechtvaardigheid" of de "ware wetenschap" te praten. Het is voor niemand zinvol zich te buigen over de "ware betekenis" van een woord, maar wel over het precies defini�ren van dingen waar je een geweldige geldboete voor moet betalen of waar bijvoorbeeld gevangenisstraf op staat. De woorden zijn willekeurig. Het hadden net zo goed andere kunnen zijn.

In de formele wetenschappen komen dit soort bijwerkingen van definities gelukkig niet voor. In de natuurwetenschappen zijn er soms wel eens wat problemen. In de maatschappijwetenschappen is het enorm oppassen geblazen: "optimaal consumptieplan" lijkt al een beetje op een mooi woord, op iets aanbevelenswaardigs. Toch is dit vaak niet bedoeld. Dit geldt ��k voor "inkomensevenwicht". "Evenwicht" lijkt een mooi woord, evenwicht lijkt aanbevelenswaardig, maar bedenk dat er inkomensevenwicht kan zijn bij een hoge werkloosheid en een zware onderbenutting van de kapitaalgoederenvoorraad!

Hieronder volgen een aantal voorbeelden van mooie en lelijke woorden waarvan de definitie vaak onderwerp kan zijn van verhitte debatten:

Mooie woorden   

Lelijke woorden

"goed"   

"slecht"

"eerlijkheid"   

"bedrog", "diefstal", "fraude",

  

"smokkel", "leugen".

"rechtvaardigheid"   

...

"democratisch"   

"dictatuur"

"vrijheid"   

...

"arbeid"   

"luiheid", "ledigheid"

"investeren"   

"verkwisten"

  

"wanbetaling"

"wetenschap"   

"onwetenschappelijkheid"

"empirische wetenschap"  

"bijgeloof"

"intelligent", "bekwaam","capabel"  

"dom"

"trouw"   

"ontrouw"

"optimaal", "effici�nt"  

...

"evenwicht"   

..

"cultuur"   

..

Wat is het verschil tussen een plechtige definitie van de vorm

DEFINITIE: ..........

en gewoon uitleggen wat een woord betekent? Er is eigenlijk geen verschil. Alleen, in het eerste geval hangt er kennelijk meer van de afspraak af.

Go to: Previous Section; Next Section