Greetings Home
  PHiLES home
Bert Tells What He Reads

000803

Tacitus Annalen
Bij je moeder op sleeptouw naar het keizerschap

Overigens ben ik van mening de contemporaine stress over Milosevitch, NAZI-boeken en kinderporno wat vreemd aandoet in het licht van de vrije verkrijgbaarheid van de antieke literatuur, als daar zijn deze Tacitus, van de verhalen hieronder, maar ook bijvoorbeeld Xenophon, Caesar en het Oude Testament.

Van je familie moet je het hebben

Tiberius was tweede "keizer" van Rome, opvolger van zijn vader Octavianus Augustus.
Maar dat was helemaal zijn echte vader niet. Maar goed, zijn stiefvader was Augustus wel. Zijn moeder was van Tiberius' vader gescheiden en met Augustus getrouwd.
Maar dat was ook nep. Hij deed het voor de opvolging, zij, zwanger van Tiberius' eerste broertje, voor de carrire. Tiberius' vader kon maar beter zijn mond houden, en dat deed hij ook.
En Tiberius werd zelf vóór hij  keizer werd gelukkig uitgehuwelijkt aan ene Vipsania. Dat was qua prestige niet helemaal eersterangs, want Vipsania was een dochter van M.Agrippa, een man die er niet echt bij hoorde omdat hij er puur op verstand en dapperheid was gekomen. En die zelf zijn vrouw had uitgekozen. Dus die Vipsania had alleen maar potente genen. Julia, de enige echte dochter van de keizer, was voor Marcus Claudius Marcellus, zoon van 's keizers zuster. Sjieke genen hoefden kennelijk niet potent te zijn, als de mongool maar van de keizerlijke familie afkwam. Maar die Marcellus sneefde en de ordinaire M. Agrippa kreeg Julia doorgeschoven, wie weet leverde dat toch nog een pittig fris keizertje op, dus nu was Julia ineens de stiefschoonmoeder van Tiberius. Maar M. Agrippa sneefde ook. Toen pakte Augustus Tiberius zijn Vipsania af en gaf hem Julia. De twee zoontjes die Julia al onderweg had opgedaan adopteerde de keizer. Die waren dus nu zoon en kleinzoon tegelijk. Kregen dus nu in Tiberius en Augustus twee vaders. De meesten zouden in de wolken zijn geweest, maar Tiberius werd boos op de nieuwe man van Vipsania, vond Julia en haar twee zoontjes om met geen tang aan te vatten en zij vond hem beneden haar stand. Nog geen 6 jaar later deed Tiberius Julia weg en ging op Rhodos jongetjes martelen en verkrachten. Tenminste dat maak ik ervan, niemand wil mij namelijk vertellen wat het gedrag behelst dat Tacitus "rancunes uitleven" en "lusten botvieren", en de Encyclopaedia Brittannica "vreemd en unplezierig" noemt, en als het mij niet wordt verteld bedenk ik het zelf wel, ik behoor immers net als Tiberius, en hen die het mij niet willen vertellen, Tacitus, en Frederik Pohl en de editors van de Encyclopedia Brittannica tot de diersoort Homo Sapiens Sapiens, en als een Homo Sapiens Sapiens gokt over wat een andere Homo Sapiens Sapiens doet na zo'n akkefietje als dat van Tiberius, zal dat toch wel niet ver mis zijn.
Rhodos! Octavianus stevig de smoor in vanzelf. Want daar deed die dat allemaal niet voor, dat draaien en schuiven. Waar zijn jongeheer niet telkens netjes voor de juiste opvolger op de juiste plaats kon zorgen, daar moest hij zijn familie "retoucheren" met gearrangeerde huwelijken en adoptie, wat het geval van zijn jongeheer nogal wat werk was. En met zo'n idioot van een Tiberius is al dat werk om iemand tot speler voor de reservebank van het eerste team te verheffen voor niets.
Maar het sneven van potentiële opvolgers ging door, want, suggereert Tacitus, keizerin Livia, de echte moeder van Tiberius stond ook nog wel eens giftig te kokkerellen. Als Livia het op haar geweten heeft, heeft zij een imposante agenda afgewerkt: de eerste twee echtgenoten van de enige keizersdochter Julia omleggen, zodat Tiberius Julia kreeg, en vervolgens de twee door Julia gebaarde kinderen nog uit de weg ruimen, want anders waren ook die nog voorgegaan.

Die gif-suggestie is bepaald niet zo buitenissig als hij ons lijkt. Livius (Boek VIII, 18) meldt aangaande het jaar van de consuls Marcellinus en Valerius, driehonderd jaar eerder, een "epidemie" (zo staat het er letterlijk) onder de elite in Rome. die bleek veroorzaakt door gifbrouwende huisvrouwen, van patricische huize. Sjieke dames dus. Zij beweerden, na betrapping bij de brouwwerkzaamheden, dat het een heilsdrank betrof en werden op het forum uitgenodigd hun drank en public te nuttigen, hetgeen zij na enig onderling overleg deden, waar hun dood op volgde. In de Romeinse patricische families lijken, als je Tacitus zo leest de drie belangrijkste doodsoorzaken 1) gif, 2) je eigen zwaard (je kon ook een briefje van een superieur krijgen "gaarne voor eind van de week zelfmoord plegen"), 3) andermans zwaard. Was er soms zoiets als een natuurlijke dood van een lid van een sjieke familie dan liep het volk uit. Verder trouwden die twintig of zo families maar in zichzelf en elkaar om, dus het ging steeds krommer lopen, vergroeide vingers, mongolen, en echt goed bij zijn hoofd was er op het laatst geentje meer, de ondergang van het Romeinse Rijk is geen raadsel. De opgang, die is volstrekt onverklaarbaar. De Romeinse mongolen hadden bijvoorbeeld voor de 8 het symbool VIII gekozen (vijf plus drie), en voor veertien XIV (tien plus vijf min één). De Fransen  er hebben nog wat van in hun bloed met hun quatre vingt dix huit (98). Hoe kun je zo een kwalitatief hoogwaardig gif mengen (want op de smaak doe je zoiets toch niet) laat staan imperium runnen?  Raadselachtig.   Een stukje van de verklaring is dat de dames er alles aan deden vers bloed in de families te krijgen door hun zeden zo licht mogelijk te houden. Een boom van een Germaanse slaaf kon zijn kind zo, als hij goed zijn mond hield, een uitstekende carrière bezorgen. Zonder genenverversende ontucht was het met al dat ge-tien-plus-vijf-min-één veel eerder misgegaan.

Enfin, Tiberius, familie, maar geen nakomeling van de keizer, werd tenslotte teruggeroepen van Rhodos: de nakomelingen en overige geadopteerde quasi-nakomelingen waren op, of hij keizer kon komen worden. Waarom? Omdat hij een "zoon" van Augustus was. En van de keizerin....
En Tiberius kwam.
En ik heb nog niet gelezen of Tiberius nog eens tegen zijn moeder over Vipsania heeft gezeurd.
Het moet wel hol hebben geklonken, Tiberius en zijn moeder Livia met zijn tweetjes in die keizerlijke villa. Maar ik weet nu waarom die villa's geheel betegeld zijn. Die putjes in de vloer waren natuurlijk voor de afvoer van al dat bloed. En stront, want je schijnt ook behoorlijk leeg te lopen als je sterft van bepaalden typen vergif. Het is toch ook niks om maar te blijven dweilen en zo'n dweil gaat er op den duur toch ook minder fris van ruiken. En met die putjes....even met de wisser en klaar is Kees!
De Bronnen van onze Beschaving, het is toch een voorrecht er kennis van te mogen nemen.

Hierna begon een harde strijd van Tiberius tegen zijn moeder Livia, want die hield als een ware Raspoetina een balans van een zware lobby in stand, en kon Tiberius soms zelfs dwingen knarsetandend van voorgenomen moorden af te zien. Nu senaat en volksvergadering applausmachines waren geworden moest je het van Livia hebben, dachten velen in de circa twintig Romeinse regentenfamilies, en het barstte van officiële voorstellen voor eerbewijzen aan haar, zoals de titel "Augusta", het oprichten van monumenten en dergelijke. Livia zag dat graag, maar de verse keizer Tiberius verzette zich er met hand en tand tegen.

Moest je het dus nou wel of niet van je familie hebben in Rome? Een lastige vraag.

"Gezag" of het veiligheidsprobleem van moordenaars

Het eerste en meest aandacht vergende punt voor een potentaat is altijd zijn persoonlijke veiligheid in zijn dagelijks leven. Je hebt natuurlijk een lijfwacht, maar daar zit zo een rotte appel in als je niet oppast. En dan sneef je subiet. Tiberius had er dan ook geen familie in. Zelfs geen enkele Romein. Hij had er Germanen voor. Ook proconsuls en lagere legeraanvoerders zoals centurions omringden zich bij voorkeur met een lijfwacht van (allochtone) slaven. Geen Romeinen er bij.

Het is bij Xenophon al duidelijk te merken: het moeilijkste karwei voor de antieken was niet het produceren van voedsel, niet het roven van voedsel van de boer, niet het bouwen van hoogstandjes der architectuur maar  het behoud van het gezag over gewapende mensen. Hoe ben je en blijf je baas over een leger? In een leger is de leider de kleinst denkbare minderheid in een massa gewapende mannen die van het plegen van moord hun beroep hebben gemaakt en dat even vanzelfsprekend bij hun dagelijkse professionele leven vinden horen als een slager het slachten. En die vergelijking met de slager is des te treffender omdat er nog geen geweren waren, dus het afslachten van een leger van duizenden soldaten, zoals vaak genoeg gebeurde, was allemaal zuiver ambachtelijk handwerk. Ecologisch verantwoord, zonder zware metalen. Alle wapens geschikt voor hergebruik. Zat hij erg vast, dan je voet op de snevende vijand en een flinke ruk aan een vaak daarvoor speciaal aangepaste versteviging op het wapen. Met wat geluk leverde dat nog het bevredigende zicht op een pulserende bloedfontein. Zo'n veldslag leek weinig op dat gekruip en gesluip van moderne soldaten. Het was, althans na het voorspel ter positionering, meer een rugbywedstrijd, maar dan met schilden, speren, lansen, zwaarden en messen. Bij een worp, slag of stoot moet men een keelgeluid kunnen hebben gehoord dat wij kennen van de baseline rallies in onze tennistournooien. Maar als het raak was hoorde je aan de andere kant die kreet van de voetballer die van achteren op de hielen wordt getackeld, met name dat van de voetballer die daarvoor een rode kaart wenst te zien uitgedeeld.
Nou en van die lieden is er dan eentje de commandant. En die andere duizenden moordenaars doen wat die ene moordenaar zegt. Hoe kan dat?

Het is ook niet altijd zo. Tacitus beschrijft de muiterij van de Romeinse legioenen na de dood van Augustus.
Aan de verlangens der opstandigen is gewoonlijk weinig bijzonders: meer geld, minder werken, minder slaag en andere straffen. Soms is er een strategisch meningsverschil: nu aanvallen, of juist wachten. Dat kan dan uit bijgeloof zijn ontstaan of de slimmeren onder de opstandigen hebben bijgeloof, bijvoorbeeld een natuurverschijnsel, als extra gewicht meegegeven, zoals de commandant dat zelf tenslotte ook gewend is ("de tekenen zeggen....").
Wat meer van geval tot geval verschilt, is de wijze waarop de orde hersteld wordt. 
Drusus komt de orde in de legioenen  8, 9 en 15 (een legioen telt zo'n 6000 soldaten) in Pannonië (Hongarije) herstellen. Hij boezemt angst in want zijn vader is de nieuwe keizer en men weet niet zeker wat Rome vermag. Toch sluiten de soldaten de kamppoort als hij binnen is en is Drusus dus gijzelaar. Drusus op het podium. De soldaten om hem heen, elkaar onderling aggressief aanmoedigend als voetballers vóór de aftrap, en dan weer lichtelijk onzeker opkijkend naar Drusus.
Dat werd een patstelling. Drusus trekt zich terug in zijn tent.
Heethoofden ballen de vuist tegen zich door het kamp bewegende leden van het gevolg van Drusus. Eentje krijgt stenen voor zijn kop en moet zelfs gered worden. Verzet, maar van de ongeorganiseerde soort die wij uit de Bijlmermeer kennen.
's Nachts komt de natuur Drusus te hulp: een maansverduistering. En slagregen de volgende dagen. Wie is begonnen te fluisteren dat dat betekende dat de Goden verstoord waren over de muiterij zullen wij nooit weten, maar het verhaal ging erin als koek.
Dat bood alle gelegenheid voor de wijze heren uit het gevolg van de jonge Drusus om links en rechts onder de centurions te gaan babbelen, de bokken van de schapen te scheiden, en een groslijst van raddraaiers op te stellen. De twee meest spraakmakende soldatenmuiters verdwenen ergens in een tent en zijn daarna nooit meer gezien.
De legioenen keerden, eerst de 8, daarna de 15, en toen ze alleen overbleven tenslotte ook de 9, terug naar hun officile kampen.
De klus was geklaard met wat moorden en vage beloften, de jonge Drusus liet de afwerking over aan een nieuw management team en ging terug naar moeder.
Tacitus heeft het wel over (te) meedogenloze en inhalige centurions als oorzaak, maar vraagt zich niet af hoe die regen van benoemingsfouten onder Augustus had kunnen vallen. Elk legioen heeft 60 centurions, dus dat is toch wel een beetje bij te houden voor een commandant met zijn zes stafofficieren. Er waren 25 legioenen, dus de staf van Augustus als imperator moest telkens 25 goede commandanten hebben. Dat het bij alle drie legioenen in Pannonië tegelijk misging is toch wel stug.

Pannonië was een eitje vergeleken bij de reactie van de Rijnlegioenen op de dood van Augustus (Bovenrijn de 1 en de 20, Benedenrijn de 5 en de 21). Hun opperbevelhebber Germanicus, familie en schoonfamilie van Augustus en Tiberius en zelf aspirant-keizer, was even elders bezig en kwam in een losgeslagen kolkende zee van muitend geteisem thuis. Men was maar eens begonnen de leiding, beginnend bij de centurions, dood te slaan met zwepen en over de kampmuur te gooien.

Enfin de gestriemde lijken van de centurio's plonsten met sierlijke bogen over de kampmuren in de grachten, en daar komt Germanicus terug thuis bij het bovenleger. Germanicus was populair. Werd zelfs in deze situatie als gesprekspartner beschouwd. Hoe kan dat? Ik heb geen idee. Het doet me wat denken aan die Russische presidenten die soms populair zijn bij hun bevolking terwijl die toch schoon genoeg heeft van het door de president geleide overheidsapparaat waardoor ze stelselmatig tot het bot worden uitgekleed.
Maar goed. Als Germanicus ergens op klimt gaan ze er omheen staan luisteren naar wat hij te zeggen heeft. En ze gaan in diskussie. We nemen maar even aan dat dit waar is, want Tacitus verhaalt dat Germanicus in zijn betoog een aanloop nam langs de roem van de legioenen, maar: "Zodra hij over de muiterij begon te spreken en hij nadrukkelijk vroeg waar hun gevoel voor recht en orde in het leger, waar die fraaie discipline van vroeger gebleven was, en wat ze eigenlijk hadden uitgehaald met hun stafofficieren en en hun centurio's, ontblootten ze allemaal als één man hun lichaam en toonden hem verwijtend de littekens van hun verwondingen en de sporen van de zweep...".  En dan, hetzelfde als wat Xenophon overkwam toen diens muitende soldaten Byzantium waren binnengedrongen: "heil Germanicus!!". Of Germanicus even voor wilde gaan, het leger wist de richting al.
Xenophon had durven te argumenteren dat een verovering en plundering van Byzantium slecht zou aflopen, maar dan toon je je als leider bang voor gevolgen, en dat was Germanicus te min. "Alsof hij bang was door hun misdadigheid besmet te worden" liep hij weg, maar werd tegengehouden. Daarop dreigde hij, zoals een Romein uit goede familie betaamt, zich uit pure verontwaardiging over het wangedrag van zijn mannen in zijn zwaard te storten. Maar, al was er ook eentje die gul zijn eigen zwaard aanbood omdat "het scherper was", de naam van deze soldaat is door Tacitus voor de eeuwigheid bewaard, en dat is natuurlijk volledig verdiend: Calusidius, maar, zei ik dus, dit "voornemen" van Germanicus werd door zijn soldaten verijdeld.
Zo kwam Germanicus dus toch in de tent waar hij wilde beraadslagen. De bekende vraag: waar streng zijn en waar concessies doen?
In één van die legioenen zat een kampcommandant die op geheel eigen wijze de wind er weer onder kreeg. Allereerst liet hij twee soldaten terechtstellen. Dat sloeg in als een bom want dat mag een kampcommandant helemaal niet doen. Maar even later waren die twee dus mooi wel hartstikke dood. Die was dus een geheel eigen muiterij voor zichzelf begonnen! De soldaten trokken, met het vaandel van het legioen voorop, want wie is tenslotte het legioen, nietwaar?, tegen hun "muiter" op, die nu toch maar eens met Germanicus en Tiberius ging dreigen, het vaandel uit hun poten rukte, het keerde in de richting van de Rijnoever en iedereen die niet op zijn plaats was tot deserteur verklaarde. Muiters die onderuit gehaald worden zonder dat er iemand hoger dan een kampcommandant aan te pas komt voelen zich natuurlijk geen knip voor de neus waard. De moraal stortte in en de muiterij verzwakte tot wat gemor. Ook deze kampcommandant krijgt van Tacitus terecht (als het verhaal niet later bedacht is ter bespoediging van zijn loopbaan) eervolle vermelding: M'. Ennius. Van harte.
Een hoge gezant van Rome, Plancus, kreeg in een probleemlegioen de soldaten achter zich aan. Hij ging bij de veldtekens en de legioensadelaar staan, die een altaar voor de goden vormen, en greep ze vast. Maar de goden hadden kennelijk even de stroom er af, want een vaandrig moest voorkomen dat "een afgezant van het Romeinse volk in een Romeinse legerplaats met zijn eigen bloed de altaren van de goden" ontwijd zou hebben. Nee Plancus, dat lijkt nergens op. Uit eerbied voor de bazen van Plancus gaf Germanicus er de volgende dag de goden maar de schuld van.
Nu kwam Germanicus met zijn ultieme en hardste straf voor de soldaten: hij stuurde zijn zijn vrouw Agrippina en de kindertjes, die altijd vrolijk door het kamp huppelden, waaronder de kleine "Laarsje", een vief menneke van een jaar of vier dat het later nog tot keizer zou schoppen, naar Trier. Dat werd de soldaten echt teveel: "niets had zo veel invloed op hun stemming als hun jalouzie op de Trevieren, ze begonnen te bidden en te smeken, ze versperden de weg: ze moesten terugkeren, ze moesten blijven". Kortom, nu drong het gejank van de soldaten toch echt door tot in de oren van de Germaanse wilden aan de overkant van de Rijn.
Zo. Die zat. Nu zag Germanicus weer een stevige basis voor een effectieve preek. Hij memoreerde onder andere dat zijn overgrootvader Julius Caesar een clubje raddraaiers maar met "Quirites" ("Burgers van Rome") hoefde aan te spreken en het was afgelopen. En Augustus, de eerste keizer, zojuist overleden, een broer van zijn grootvader, hoefde, als bekend, alleen maar te kijken. Nou wilde hij, Germanicus, zich daar niet mee vergelijken, maar het was mooi toch wel zijn familie.
Dit werkt dus ook. Met je familie op de proppen komen.
En als jullie braaf zijn, eindigde Germanicus, dan mag Agrippina terugkomen. Mt de kindertjes!
Tacitus: "Deze woorden brachten hen op de knien".
En dan het eindspel: de soldaten stonden gewapend rond het podium. Alle raddraaiers van de gemaakte groslijst mochten één voor één opkomen. Riepen de soldaten "schuldig!!!" dan werd de kandidaat van het podium geflikkerd en door de soldaten afgeslacht. "Germanicus", aldus Tacitus, "deed geen enkele poging om hen tegen te houden, de hele operatie voltrok zich immers niet op zijn bevel, en de weerzin die de gruweldaad wekte, richtte zich enkel tegen de daders". Dat is ook slim, en zo zal hij het wel niet voor het eerst hebben gedaan, hetgeen een gedeeltelijk antwoord is op de vraag hoe Germanicus bij zijn thuiskomst in het muitende kamp nog een gesprekspartner kon zijn. "Stiekem" meppende centurio's houden de wind er onder zonder dat Germanicus zijn rol van verzoenende instantie benomen wordt, en eigenrichtende soldaten raken hun spanningen kwijt zodat de discipline zich spontaan herstelt zonder dat de voor dat herstel vereiste wandaden aan Germanicus kunnen worden toegeschreven.
Nu restte nog het benedenleger aan de Rijn, de 5 en de 21 die in Vetera lagen, 100 km stroomafwaarts aan de Rijn. Daar durfde nog steeds niemand iets tegen de muiters te zeggen. Maar daar stond tegenover dat Germanicus zijn bovenleger, de 1 en de 20 weer aan de praat had. Dus die moesten dan maar mee om de 5 en de 21 desnoods tot een stinkende vliegenhoop om te toveren. Wel zonde van twee van die mooie legioenen, dus eerst maar eens een briefje vooruit dat iedereen zonder aanziens des persoons geslacht zou worden, dan konden de goeien (lees: de laffen) wellicht de geest krijgen om vooraf al eens hun goedheid te bewijzen, niet geschoten altijd mis. Het briefje werkte. Er volgde een bloederige schimmige bijltjesnacht in het kamp van het benedenleger en toen Germanicus aankwam had hij gesprekspartners. "Korte tijd later arriveerde Germanicus in het kamp. Hij was helemaal in tranen. Dit was, zo zei hij, niet het werk van een chirurg, maar van een slager." Tsja, in zijn briefje had hij gedreigd iedereen te slachten, en nu was nog niet eens de helft dood, en nog wel zonder dat hij er zijn hondstrouwe legioenen 1 en 20 voor had hoeven in te zetten. Altijd wat te mekken die bevelhebbers.
Het eindspel "schuldig!!" kon gezien de reeds verrichte slachting natuurlijk niet meer. Daar moest iets nieuws voor worden verzonnen. Maar wat dat betreft was Germanicus niet voor één gat te vangen: we gaan vechten tegen de Germanen!
Fluks werd een brug over de Rijn getimmerd. "Over een gebied van vijftig mijl richtte hij te vuur en te zwaard verwoestingen aan. Ook vrouwen, kinderen en bejaarden hoefden niet op medelijden te rekenen....Geen van de soldaten raakte gewond, ze hadden alleen maar mensen om het leven gebracht die half in slaap en ongewapend waren of verspreid rondzwierven"
Dit soort zaken hoort, dat zien wij hieraan heel duidelijk, zonder twijfel thuis in ieder verantwoord handboek voor het opbouwen van een imperium.
Waarin tevens thuishoort dat je je er als keizer nu op moet toeleggen een dergelijk succesvolle veldheer als Germanicus als het even kan te vermoorden.
Het is allemaal zo logisch als wat.
Vraag het maar aan Tacitus.

Germanen, Romeinen, Kelten

Germanen. De Engelsen noemen Duitsland "Germany". Dat is een vergissing, want de huidige Engelsen zijn zelf ook Germanen, behalve de Kelten in Wales en Schotland. En Scandinavirs zijn ook Germanen.
De huidige "Fransen" dat is eigenlijk niks meer. De eersten die er serieus zijn gaan wonen en cultiveren zijn de Kelten geweest. Die zaten, zonder centrale leiding, maar wel als religieuze eenheid met algemene drudenconventies, op een gegeven moment van Turkije over Oostenrijk, Zuid Duitsland, Zwitserland, Noord Italië, Midden Frankrijk tot in Engeland en Ierland. In het begin een ruig volkje, maar geen imperium-bouwers. Rome plunderden ze nog eens en maakten het zowat met de grond gelijk in 390 v. Chr., maar daarna gingen ze dan weer gewoon naar huis (dat was overigens de Po-vlakte).  De naam "Frankrijk" suggereert dat in de "Fransen" veel Frankisch bloed zit, maar dat is nooit zo geweest. Die Franken werden er na de ondergang van de Romeinen met een klein clubje ploertendoders de baas, en gingen toen maar eens vragen wat hier in dit gebied alzo van een baas werd verwacht, want dat begrepen ze niet. Die Romeinen hadden er een voor dat zootje tuig te complexe gouvernementele structuur achtergelaten. Met hun Frankische taal, Oud-duits, konden ze niets, dus die zijn ze vlot vergeten. Hun mede Frankische stammen, in het Duitse Hessen bijvoorbeeld, denk ook aan Frankfurt en zo verder, spreken iets dat lijkt op het oude Frankisch. Die zo fel verdedigde "Franse" taal, de "Francofonie" is Latijn met een Keltisch accent uitgesproken (zie: de Belgische taalgrens). De Keltische elite, geoefend in het eerbiedig in hun leiderschap laten geloven en opvoeden van jonge kinderen van de Romeinse elite op de eerst trede van hun carrière, wijdde het gespierde Frankische geteisem tactvol en eerbiedig in. Frans bloed is naar mijn gok (iedereen mag gokken want niemand weet het) 60% Keltisch, 20% Germaans (daarvan maar een klein deel Frankisch), en de rest Romeins, nog van een oud clubje Aquitaniërs (Zuid West Frankrijk) en wat er verder nog vóór de Kelten daar in de buurt op zwijnen had lopen jagen. Die rest had kennelijk donker tot zwart haar en dat komt kennelijk van een dominant gen. Als dat niet zo is moet ik mijn percentages herzien. Hele volkeren en stammen werden in oorlogen door elkaar, door Romeinen en door Germanen zogenaamd uitgeroeid. Van zo'n volk bleef dan dus als volk niets over, maar de lekkere meiden gingen echt wel mee, en de jonge mannen die snel konden vluchten sloten zich weer bij een gelieerde stam aan. Kortom, Frankrijk is ethnisch niets, en heeft juist daarom denk ik zo'n prachtige cultuur opgebouwd. Va te faire fiche! Want bij veel andere grote culturen zie je voorafgaand aan hun grootheid eenzelfde ethnische vermenging.
Romeinen begonnen als klein stammetje en hebben het begrip "Romein" flink moeten verwateren om genoeg mensen voor hun legers te krijgen. Want in zo'n leger was ter vermijding van te veel opportunistisch gedrag eten en slaag onvoldoende: dat vergde burgerrechten, het "erbij horen". Zo werd er bij de expansie van het Romeinse rijk driftig met burgerrechten gestrooid naar soldaten, maar ook naar de elite van onderworpen en te onderwerpen buurvolkeren. Een sollicitatie voor "Romein" werd zelden afgewezen. Ik stel me bij Kelten rood haar en sproeten voor, want waarom zouden ze dat anders in Schotland, Ierland, Wales en Bretagne nu nog altijd hebben en waarom  anders zouden de Romeinen bovenop hun krijgshelmen van die knalrode harige bezems hebben geplakt. Dat kan alleen maar zijn omdat ze uit de harde jeugd van hun beschaving de indruk hebben overgehouden dat het wel loont te doen alsof je eigenlijk ook een beetje een Kelt bent.
Op het laatst was een "Romein" dus ook niks meer. Maar die twintig patricische families in Rome, dat was wat. En dat bleef wat. Dat bleef een gesloten knusse wereld van elkaar de hoogste baantjes uitdelen en vergiftigen. Daar kwam je niet zomaar tussen, al hoorde bijvoorbeeld zo'n Tacitus er bij, terwijl hij uit de Provence kwam en dus goed flink Keltisch kan zijn geweest. En gezien de lichte zeden der patricische dames was ook daar wel een aanvoer van vers bloed.

Vechten. Maar waarom?

Germanicus ging tegen de Germanen vechten. Niet een beetje langs de Rijn maar diep erin, tot het Teutoburgerwoud (bij Bielefeld) aan toe, waar Arminius, die hij als legerleider tegenover zich had, zes jaar eerder drie legioenen geheel had laten sneven. Teutoburgerwoud, dat is diep, dat is de bovenloop van de Eems nog over. Waarom deed hij dat? Waar Tacitus de diplomatieke retoriek van de allianties zoekende Germaanse leider Arminius (Herman zal hij wel geheten hebben lijkt mij zo) weergeeft gaat het terloops over schattingen. Maar de Chatten hadden de komst van Germanicus "zo totaal niet voorzien dat iedereen die zich vanwege zijn leeftijd of sekse niet kon verweren onmiddellijk werd gegrepen of afgemaakt. De mannen die zich wel konden verweren waren de Eder overgezwommen....". Nou, dat levert dan verder weinig draagkracht voor schattingen op, zo'n stelletje van hun hele familie beroofde gezonde jongens. Dat zijn immers verder desperado's geworden. Het lijkt er dus niet op dat Germanicus op stabiliteit en permanente opbrengsten uit was. Meer op wat arbeidstherapie en buit voor zijn soldaten. En die losgeslagen Germaanse jongens, als ze verstandig zijn melden ze zich als legionnair, maar als die legioenen net je familie hebben vermoord, dan duurt het toch even voor je verstandig wordt... Gaan die dan eigen volk lastig vallen of steken ze de Rijn over om maar eens naar de Gallische vrouwen te gaan kijken?
Dan, aangekomen in de Germaanse heilige bossen van het Teutoburger Woud, is het tijd voor wat plechtigheden en contemplatie over de vergankelijkheid van het leven. In het gebied tussen de resten van het één na laatste en het laatste kamp der zes jaar eerder uitgeroeide drie legioenen -het laatste al een flink stuk kleiner dan het één na laatste- "lagen uitgebleekte beenderen her en der verspreid of op een hoop bij elkaar, al naar gelang ze op de vlucht geslagen waren of stand hadden gehouden. Er naast lagen afgebroken speren en karkassen van paarden, schedels van mensen waren aan boomstammen vastgespijkerd. Op de open plekken in de buurt bevonden zich de macabere altaren waarop ze de stafofficieren en de centurio's van de eerste rangen afgeslacht hadden". De gewapende ramptoeristen "begroeven de Romeinse soldaten die daar waren zes jaar na de ramp...het waren allemaal verwanten voor hen, mensen met wie ze door banden van bloed verbonden waren. Ze raakten, terwijl ze daarmee bezig waren, steeds meer verbitterd over de vijand...".
Dat laatste is natuurlijk heel begrijpelijk. Die kanker Germanen, het leken verdorie wel Romeinen!

Die Germanen lijken overigens toch wel duidelijk al wat protestants te hebben, overigens, hoewel we dat pas 16 eeuwen later zo gaan noemen, want ze bespotten de Romeinen omdat die mensen als goden vereren (er waren tempels en altaren voor de als god vereerde keizer van Rome). Ook hadden ze al wel iets van de Middeleeuwse ridders: Arminius had zijn vrouw uit de versterking van zijn onvrijwillige schoonvader geschaakt, maar toen hij haar eenmaal zwanger had schaakte schoonpapa haar terug. Herman's zoon had zo weer bij de Germanenfactie van Opa koning kunnen worden als die hadden gewonnen, maar Herman won van schoonpa zelfs al liet die zich helpen door de Romeinen. Schoonpa's dochter en kleinkind werden door de Romeinen naar Italie afgevoerd. Wisselgeld. Voor Herman of schoonpa, al naar wie het meest bood.  Maar die hebben er nooit iets voor over gehad dat de Romeinen interessant genoeg vonden. En kleinzoon welopgevoed als koning "poten", zoals in andere delen van het imperium nog wel eens met succes gebeurd was, daar hoef je bij Germanen niet aan te denken. Want bij de Romeinen worden alleen van ondergeschikten duidelijk meetbare vaardigheden verwacht, maar bij de Germanen moet de koning het zelf ook kunnen. Ook dat verschil tussen Zuid- en Noord-Europa in de waardering van vaardigheden van een leider is er nooit echt helemaal uitgegaan. Hoewel het er bij de Germanen tegenwoordig helaas minder om gaat in hoeveel klappen je iemand dood kunt slaan, en bij hoeveel graden vorst je nog naakt buiten kunt slapen.

Enfin, de slagen en schermutselingen met onze Herman blijven onbeslist, en Germanicus ging met Rijnschepen terug, maar gaf een deel van de ruiterij  het bevel "langs het strand van de Oceaan koers te zetten naar de Rijn". Je zult maar zo'n bevel krijgen: Delfzijl Pieterburen Zoutkamp Dokkem Harlingen Den Helder (Harlingen Den Helder dus, laat dit even tot je doordringen, er was nog geen afsluitdijk hoor!!) Zandvoort Katwijk. Van wadden had men geen kaas gegeten, wellicht was dat ook de reden voor het bevel: diende het verkend te worden. Dat hebben ze dan geweten: "het gebied kwam onder water te staan: de zee, het strand, het land, overal dezelfde aanblik, men kon niet meer zien waar het onveilig was en waar men vaste grond onder de voeten had, waar het niet diep was een waar wel. Ze werden omvergegooid door de golven, meegesleurd door draaikolken; lastdieren, stukken bagage, ontzielde lichamen dreven rond en botsten tegen hen op. De verschillende afdelingen raakten helemaal door elkaar", hetgeen als u mij toestaat, pas echt erg is voor een rechtgeaarde Romein, want sneven is erg, maar uit het gelid sneven, dat is pas echt erg, "het ene moment stond het water hun tot borsthoogte, een moment later reikte het hun tot de mond, soms ook verloren ze alle vaste grond onder hun voeten en werden ze uit elkaar geslagen of door het water verzwolgen". Kortom, men was gewoon maar wat gaan lopen en wat wadlopen was was ze wat wazig. Herman lokt zelfs een deel langs een moerassige terugweg waarin ze vast raken. Het leger raakt in wanorde, laat het materieel achter in de blubber en brengt zich in veiligheid. De Romeinse paarden glijden uit in de modder en in hun eigen bloed.

000307 Terwijl ik dit lees sta ik aan het Bankven bij Breehees. Zojuist had ik bezoek van een glimmende lichtbruine Amerikaanse slee waaruit een pitbull en acht witte poedeltjes kwamen die zonder aarzelen het water in spoten onder de dreun van door een oorbel hoog opgedraaide techno. Ik was even afgeleid, want ik wilde ineens even zien of in mijn SAS handboek ook staat hoe je een goede kruisboog moet maken. Nee dus. Een pijl van een goede kruisboog schijn je onderweg naar zijn doel niet te zien.

germaanse meisjes.jpg (13858 bytes)Toen de rust alweer een tijdje was weergekeerd verschenen vijf Germaanse meisjes te paard. Vier uit uit het Westfriese Hoorn, traditioneel een waddenhaven, waar die Romeinse ruiterdivisie dus door Germanicus zo'n beetje langs was gestuurd, en Emma, een boerenmeisje dat ze hier hadden leren kennen en die resoluut met haar paard het ven in ging. Dat wou Chantal  (tsja...) uit Hoorn eigenlijk ook wel, en haar paard helemaal, maar ze had geen fatsoenlijke teugels bij zich. Trouwens, zadel en stijgbeugels had ze ook thuisgelaten, altijd zo'n gedoe. Een zelfgemaakt simpel hoofdstelletje van touw, dat moest maar genoeg zijn. Maar ja, in zo'n ven....geen nood, die meneer met dat fototoestel had wel vijf soorten touw, en één daarvan werd liefderijk aan het bit geknoopt.
Zo. Schoenen maar uit, broek opknopen en hoppa!  Dat gaf mij meteen wel een aardig beeld van die ruiterij die van Germanicus "langs het strand" naar de Rijnmonding moest. Chantal.jpg (14337 bytes)

Eenmaal uit het water wou het paard van Chantal altijd haar natte voeten aflikken, en dat mocht. Haar  broekspijpen waren in de hekgolven van het paard afgerold, maar dat maakte niets meer uit, ze was toch nat tot haar kruis. Ja, die had het nog wel, die Chantal, die mentaliteit waardoor de Friezen van de Romeinen weinig meer te zien kregen dan wat verzuipende onbenullen die, al dat niet onder sluwe leiding van een gegijzelde Fries als gids, met opkomend water met hun zware spullen gezellig naar het wantij marcheren.
Twee andere meisjes, met zadel, cap en stijgbeugel, hoofdstellen van de paarden versierd met rasta, die slechts tot drie meter het water in gingen wees ik op het verschil in uitrusting. "Die is gek", was het kommentaar op Chantal. "Die zijn Keltisch", dacht ik. Dat zie ik meteen: sproeten, mooiere paarden, een zadel en klaar om er bij het geringste gevaar vandoor te gaan.
Emma's paard had trouwens aan het eind flink de pest in alleen naar huis te moeten. Hij wou zijn zadel niet meer op hebben en hij bonkte Emma, een sproetenbolletje van zo'n veertien en flink kleiner dan hij met zijn kop van zich af. Dan vloog Emma even een eindje door de lucht, maar ze kwam altijd met het bit stevig in het binnenknuistje, een schrap staand buitenbeen en de schouder stevig tegen de hals van het paard op de grond en bleef bij dit alles doodkalm tegen mij doorbabbelen. Emma kon je als paard zijnde duwen, maar niet omduwen. Wat moest je nou doen als het paard expres zat te klieren, want dat deed hij nou toch, vroeg ik. Ja, eigenlijk met de zweep, zei Emma, maar het was ook niet leuk als je paardenvriendjes samen naar huis gingen en jij moest apart. Dus geen zweep.

Ter zake.

De econoom John Maynard Keynes heeft eens geschreven dat het hele idee van de economische theorie dat commercile ondernemers winst willen en winst schattend hun alternatieven kiezen voorbij gaat aan het pure genoegen van het ondernemerschap als tijdverdrijf, het je inzetten voor iets waarvan de uitkomst spannend is. "Animal spirits", noemde hij dat. De meeste ondernemers hebben immers geld zat om prettig te leven zonder werk. Toch gaan ze door. Dit gedoe van Germanicus in het Teutoburger Woud lijkt niet veel anders. Van toepassing lijkt het in Noord Nederland en Noord Duitsland gangbare gezegde: "Thoes zitt'n is ook niks", wellicht reeds, hoewel misschien ietsje anders uitgesproken, bekend bij onze Herman.
Maar ook in Rome hoort men graag van een overwinning, is hij mooi dan mag je een zegetocht door de stad houden. Die tochten heb je in allerlei strikt gereglementeerde graden van eer in termen van symbolische bekers en wat je niet al mee mag voeren. Dat is genieten natuurlijk.
En een leger moet blijven oefenenen. Stilstand is achteruitgang.
En wie weet word je op de rug van zo'n leger nog eens keizer. Tacitus dacht dat Tiberius dacht dat Germanicus dat dacht. En dat Tiberius dat geen leuke gedachte vond.
Maar ach, als je even wacht wordt iemand vaak wel, al dan niet in de wetenschap dat men de keizer er een plezier mee doet, door een ander vergiftigd. En zo kon Germanicus na korte tijd zonder actie van Tiberius' zorgenlijst geschrapt.
Ondanks hard "werken" werd Tiberius' zorgenlijst echter eerder groter dan kleiner. Maar Agrippina's kleine "Laarsje", door Tiberius "adder" genoemd, werd gespaard want die moest, vond Tiberius, de volgende keizer worden. Want dat was toch familie.
Bij een ceremonile speerworp ging de arm van de oude Tiberius' uit de kom. Daaraan zou hij zijn overleden.
Zegt iedereen.
Tenminste.
Heuh.

Ik geloof er niks van, maar ja, ik ben ook een Germaan.

zwembankven.jpg (61253 bytes)