Wat vooraf ging

Aanloop naar Facultair bezwaar hamminga tegen weigering vergoeding onderzoekskosten Afrika onderzoek

 

In die tijd werden aan de Faculteit Wijsbegeerte was reiskostenvergoedingen marginaal getoetst door een staflid, benoemd door de vakgroep, die alle wijsgeren bevatte. Toenmalig secretaris van de faculteit van den Akker echter stuurde mijn aanvraag onderzoekskostenvergoeding Afrika door naar mijn toenmalige "overeenstemmingshoogleraar" Derksen. Deze schreef een negatief advies wegens onduidelijkheid van de wetenschapsfilosofische relevantie van mijn Afrika-onderzoek. Het was een zogeheten één tweetje: ik was te eigenwijs (zie de personeelsbeoordeling later), en er moest kennelijk maar eens iets gebeuren.

Derksen vroeg mij in zijn negatieve brief om documentatie en toelichting aangaande mijn Afrika onderzoek. Die verstrekte ik. Vervolgens verklaarde Derksen dat hij niet over het onderzoek kon oordelen omdat het niet op "zijn" terrein, "de wetenschapsfilosofie", lag

De faculteit volhardde in de weigering omdat ik Derksen de documentatie niet zou hebben verstrekt en vroeg het College van Bestuur er mij een dit standpunt ondersteunend bericht over te sturen, hetgeen het College deed.

Zo werd mijn Afrika onderzoek het startpunt van een prestigeslag.

Men moest meteen in de volgende brief erkennen dat ik de gewraakte documentatie wel had verstrekt, maar dat werd mij niet in dank afgenomen. Men stelde andere bezwaren in de plaats. De emoties liepen hoog op.