Dr. L. hamminga
Jan Evertsenstraat 18

5021 RE Tilburg

 

 

 

 


 


 

                                                                            Tilburg, 1 januari 2004

 

 

 

                                                                            Universiteit van Tilburg

                                                                            College van Bestuur

                                                                            Postbus 90153

                                                                            5000 LE Tilburg

 

 

 

 

onderwerp: aanvraag voorziening intern rechtmatigheidsberoep

 

 

 

 

 

 

Geacht college,

 

 

Bijgaand treft u mijn beroepsschrift, ingediend bij de Rechtbank Breda, Sector Bestuursrecht op 14 januari 2003. U ziet daarin dat ik bezwaren heb tegen de beslissing tot intrekking van een eerder besluit tot erkenning van mijn recht op de bovenwettelijke uitkering van de KUB UvT. U ziet daar ook welke bezwaren ik heb.

 

Tevens treft u bijgaand het vonnis van de rechtbank van 21 november 2003. Men meent over de beslissing geen oordeel te kunnen geven. De rechtbank wijst op de mogelijkheid van intern rechtmatigheidsberoep.

 

Ik blijf bezwaar houden tegen voornoemde beslissing. Ik ben daarom voornemens een dergelijk intern rechtmatigheidsberoep in te stellen. Mijn doel is dat u zult besluiten de intrekking van het eerder erkende recht op bovenwettelijke uitkering waarvan in bijlagen sprake is te vernietigen en de uit de intrekking voortgevloeide materi�le en immateri�le schade te vergoeden.

 

Mijn diensteenheid was: de Faculteit Wijsbegeerte van de Katholieke Universiteit Brabant.

Voor kopie van het besluit waartegen ik bezwaren heb verwijs ik kortheidshalve naar de bijlagen. Hetzelfde geldt voor mijn bezwaren zelf. Voor het overige begrijp ik uit het vonnis dat ik het gehele UWV USZO dossier in uw bezit kan achten. Bijlagen zijn te uwen gerieve. Eventuele ontbrekende stukken kan ik u leveren. 

 

E�n van mijn bezwaren is de onechtheid van het document dat UWV USZO als de grond voor de intrekking heeft gebruikt. Uit mijn beroepsschrift moge blijken dat het onechte document, opgenomen in mijn dossier, mij was onthouden bij de mededeling door UWV USZO van het door mij niet geaccepteerde besluit en dat ik zelf behendigheid nodig heb gehad en naar Groningen heb moeten afreizen om het op te sporen. Na mijn bezwaar en volharding van UWV USZO in het besluit heb ik begin 2003 aangifte gedaan bij de politie.

 

De situatie is gecompliceerd. Bij wijze van alternatief voor het intern rechtmatigheidsberoep ben ik gaarne bereid tot overleg. Het is mij wel wat waard om deze dossiers af te kunnen sluiten.

 

met vriendelijke groet,

Hoogachtend, 

 

Dr. L. hamminga

 

 

Bijlagen:

 

1. Vonnis van de Rechtbank Breda, Sector Bestuursrecht van 21 november 2003

2. Beroepsschrift, ingediend bij de Rechtbank Breda, Sector Bestuursrecht op 14 januari 2003 met zijn bijlagen