010711
"Doping" is gevaarlijker dan doping.
Zoals iedereen hoort te weten is topsport geen normale sport en vreselijk ongezond. Topsporters sterven jonger en hebben op alle leeftijden gemiddeld ernstiger lichamelijke mankementen dan gezonde mensen. Met de "strijd tegen de doping" wil men de indruk wekken dat topsporten met doping ongezonder is dan zonder. Die anti-doping hypocrisie, dat is nog eens echt gevaarlijk voor de gezondheid. Gevaarlijker voor de gezondheid dan doping is dus het geloven in doping. Dat is vergif, niet alleen voor wie het neemt, maar ook voor wie het bestrijdt, voor wie het niet neemt, en voor wie denkt: als het op die lijst staat dan zou het mij wel eens een mooie glimmende beker op kunnen leveren. Want doping is apekool. Kort maar krachtig: "doping" is gevaarlijker dan doping. Hoeveel ex-topsporters gaan er niet na hun sportkarrire met veel pijn door een veel te kort leventje omdat ze geloofden dat het allemaal wel goed zou zijn als je maar geen doping gebruikt?
Doping mag niet, roken mag niet, maar we gaan wel de rookuitstootakkoorden van Kyoto schenden en topsport mag natuurlijk ook. Er is, echter, geen touw vast te knopen aan de "officile" argumenten. Kijk je wie waar geld mee verdient dan wordt het veel duidelijker.
Topsport. Waarom doe je het? Adam Smith, grondlegger van de economische wetenschap, schreef al aan het eind van de achttiende eeuw over iets merkwaardigs bij de soldaten: velen dromen generaal te worden, maar dat die kans heel wat kleiner is dan te sterven bij de eerstvolgende veldslag realiseren zich weinigen. Jeugd is kwetsbaar door haar driestheid. Generaals, topsportexploitanten, drugdealers en bierfabrikanten maken daar gebruik van.
Je kunt tijdschriften kopen die zogenaamd alles vertellen over je favoriete sporthelden, maar wat ze "hebben" wordt alleen verteld als ze even uit beeld raken, en dan wordt er over gedraaid en gelogen. Gewicht, lengte, leeftijd, partner, sportwagen, merk van de kleding, dat wordt van de daken geschreeuwd, het "sportminnend" publiek wil en mag "alles" weten.
Maar de complete lijst van ongeneeslijke afwijkingen en blessures die een topsporter onvermijdelijk opbouwt is militair geheim.
En daarmee zijn we bij de kern: topsportlieden zijn soldaten. Kanonnenvoer dus. Met een medische staf die de foltering wat intensiever begeleidt dan Florence Nightingale vermocht. Topsport is een schending van de mensenrechten. Of hoe heet dat tegenwoordig, o, ja: een "misdaad tegen de menselijkheid". Topsport is kindermisbruik.
En wie tegen wie, in die prachtige halve finale dames op Roland Garros 2001 tussen die twee Belgische meisjes bijvoorbeeld?
Justine Hnin tegen Kim Clijsters? Nee, zei de BRT, want dat zijn hle goede vriendinnen Justine heeft van Kim net een prachtig geschenk gekregen voor haar zeventiende, en wat Kim krijgt van Justine weten we nog niet want die wordt morgen pas achttien. De beide coaches zweren zo mogelijk nog meer van andermans pupil te houden dan van de eigen.
Sanex-Siemens-Citron tegen Nike? Nee, al prijken die tekens op de soldatenuniformen.
Vlaanderen tegen Walloni? Nee!!! de BRT commentator weet het zeker, het is absoluut niet Vlaanderen tegen Walloni!
Wie tegen wie dan wel? De BRT commentator weet het zeker: het is een ode aan het Belgische tennis. Zorgvuldig vermijdt hij ieder commentaar dat positief of negatief opgevat zou kunnen worden voor n der "Belginnen" (ja, echt: Belginnen!!). Er blijft dan natuurlijk weinig over. Wat je nog kunt zeggen is: "Wat een schitterende rally", of "Oei, net uit, wat jammer anders hadden onze twee Belgische heldinnen de bal wellicht nog enige tijd heen en weer kunnen slaan zodat we nog langer van dit punt hadden kunnen genieten".
Nu citeer ik de BRT even letterlijk: "Justine verliest de eerste set in dit toernooi. En leuk. Leuk voor de Belgen, laat ze het maar uitmaken in een derde set." (Hoezo, Venus en Serena beslissen altijd tevoren wie van tween wint, dat spaart kracht voor de volgende ronde).
Kim wint. De BRT weet het: het maakt niet uit dat het een Vlaamse is, het is een Belgische overwinning".
De sportsoldaten vechten voor hun natie, sport is nationalisme, en, dat kun je wel zien aan dit Belgische ("echt heus niet Waalse") voorbeeld, maar het had natuurlijk net zo goed kunnen gaan over katholieke Noord Ieren (want dat zouden zogenaamd Engelsen zijn), Basken (zogenaamd Spanjaarden), Corsicanen ("Fransen"), Tamils ("Sri Lankezen"), Kashmiri ("Indirs") of Banyankole ("Congolezen"): sport is van een wanhopig nationalisme. Het toont de brute onderdrukking van minderheden onder een vlag en een volkslied van nietsontziende machthebbers die zich de "natie" wanen.Welke rechtgeaarde Friese topsporter bijvoorbeeld voelt zich er nou prettig bij dat zijn huldiging misbruikt wordt voor die totalitaire propaganda voor het Koninkrijk der Nederlanden, zijn driekleur en zijn afgrijselijke volkslied? Je slikt het alleen als de straf bij verzet te hoog is. In Salt Lake City vertikten ze het. En gelijk hadden ze! Over slikken gesproken! Nationalisme, dat moet je nooit slikken. Het is puur vergif. Brute onderdrukking. Communistische toestanden.
Europeanen sporten niet. Europeanen, dat is te abstract. Walen, Vlamingen en Friezen ook niet. Dat is weer te konkreet. Nee. Belgen en Nederlanders. Die sporten. Topsport, op zich berhaupt debiel, is vooral politiek achterlijk. Op NOS teletekst staan achter de namen der wielrenners niet -het eerste dat je wilt weten- hun ploegen aangegeven doch hun "staatsaangehorigheid", zoals de Duitsers het zo goed zeggen. Behalve bij de Nederlanders. Daar geen staataangehorigheid maar de namen, uit angst dat je ze zou missen, als enige in grote letters. Op de TV zender Eurosport wordt wel eens geroepen: "Eurosport, sport programmes without a nationalistic bias". Maar dan komt de TT en er ligt een Engelsman veilig aan kop. De - Engelse - Eurosport reporter gaat uit zijn bol: "For the first time in 42 years, an Englishman is going to win this event. I am known for having a lot of words, but don't be surprised if I run out of them now!"
Justine Hnin -niet Europees, niet Waals, maar Belgisch, dus- is net zeventien en opgezweept tot toptennis door een woedend aan de zijlijn schreeuwende vader met wie ze inmiddels gebroken heeft zonder nog met diens gezondheidsbedreigende geestelijke drogeermiddel, de topsport, te kunnen breken. Ze spreekt alleen nog haar zusje van vijftien. Ze was (was! zeventien!) geveld door een aantal blessures, daar nu van teruggekomen om na de halve finale van Roland Garros ook de Wimbledonfinale te bereiken.
En de vader van Justine? Die leegt flessen wijn.voor de TV.
Wij Hollanders gunnen het Justine, wij leven mee, ook al staat haar naam in kleine letters op NOS teletekst. Bij elke backhand springen ons de tranen schier in de ogen, maar meisje doe voorzichtig, je hebt nog een heel leven voor je!
En we zingen nog n keer voor haar het topsportlied: klik hier voor