Lingeblog Home
Recent blogs
Crt 191114 Lastedit 20-12-27

 

 

Recensie Jollenbulletin November NUMMER 10 | 2019, extra dik!!!

Twaalfvoetsjollenklasse
Erkend door het Watersportverbond

 

 

 

Op het jollenfacebook zijn de reacties als volgt:
Positief: Merci Wietske. Kusjes; Kijk er weer naar uit; Hat Tip! ; Net in de brievenbus. Het ziet er fantastisch uit. Heerlijk om te lezen ; Een heel dik compliment voor de samenstellers van dit blad! ;
Wat een prachtig blad !
Negatief: Geen

De facebook groep is gelukkig, anders dan helaas de web site en het jollenbulletin, onafhankelijk, en dus kan er weinig twijfel zijn over werkelijke mening van de jollenzeilers.

Ik heb er net ook eentje van een lid gekregen, ik heb hem net uit en sluit me zonder meer bij de juichers aan. Maar daarmee schrijf je nog geen recensie. Daarvoor moet je bedenken welk doel het blad heeft of zou moeten hebben, en dan de samenstelling en inhoud daarnaar beoordelen. Daarna mag je als recensent, als ene uiterste, alles met de grond gelijk maken, maar als je - het andere uiterste - van begin tot eind juichend bent zonder op zijn minst een paar gevallen steekjes onder het vergrootglas te leggen dan ben je geen recensent. Er moet altijd ergens iets aan mankeren. Anders geloven mensen je ook niet. Jaap Wientjes houdt zich in zijn recensie - in zijn altijd gezaghebbende voorzitterologische voorwoord - van het stuk van Erik van der Meer zonder meer aan deze wijze regel waar hij zegt: “Erik heeft niet helemaal gelijk, maar ook niet helemaal ongelijk”. Zijn goede voorbeeld volg ik meteen en zeg: “Jaap heeft niet helemaal gelijk maar ook niet helemaal ongelijk”. Zie je? Zo profileer ook ik mij meteen als de genuanceerde denker die ik nu eenmaal ben. En dan lezen de mensen dóór!

Het bestuur had overigens eerst het Jollenbulletin gezegd het stuk van Erik te weigeren. Daar volgde men het bevel braaf op. Daarna is er druk vergaderd, want men begreep dat dat nou niet erg diplomatiek over was gekomen. Bedacht werd wat, als het uiteindelijk toch helaas geplaatst zou moeten worden, er dan verder nog in het bulletin zou moeten staan om het militante Loosdrechtse zwaardkastfundamentalisme niet meteen van alle terroristische explosieven te beroven. En zo geschiedde! Jaap prijst Erik nu in zijn voorwoord en hij geeft hem zelfs deels niet helemaal ongelijk, maar ... enz. Dit heet in het polderjargon van het bestuur tegenwoordig: “de communicatie”. En ja, ik moet daar allemaal niets van hebben maar ik ben dan ook geen lid.

Of er dit jaar nog stukken voor het bulletin ingezonden zijn met de naam van het dorp Langweer erin weet ik niet, maar naar de website gingen ze wel en daar werd het dorp resoluut geschrapt. Toch, hulde! staat er nu een een leuk verslag over Langweer in van Willem. De uitslagen van Langweer hebben gelukkig ook de website gehaald. Want men had toch wel tijd voor ons, zagen wij.  Bij aanvang van Langweer stond op het bord in de botenloods een vrolijke noot uit Loosdrecht:


Je begrijpt: een zucht van verlichting trok door onze gelederen.

De hoogste tijd om het eerst eens over het allermooiste van dit bulletin te hebben: de cover foto. Dat hoef je maar een paar keer media in te schieten met de adressen van onze jollenbouwers en ze zijn de hele winter druk. Tenminste als ik nog geen jol had zou ik er na die foto meteen een kopen. Een echte natuurlijk, niet zo’n Watersportverbondfantasiebak van na 1995. En dan zou ik naar dat meisje gaan en zeggen: kom nou met mij zeilen ik heb nog een echte!

Nu ik toch lollig probeer te doen: de naam Klaas Koning staat vanaf dit jollenbulletin tot mijn dood in mijn geheugen gegrift omdat hij mij de patatslag heeft uitgelegd. Ik kende de patatslag wel maar wist helemaal niet dat hij zo heette! Ik bewaar de patatslag meestal voor het laatst. Ik heb een hekel aan die strook water vóór het starteiland: draaiwind, en druk met boten dus je kunt niet zomaar altijd snel overstag. Nee, iedereen weet: vroeg of laat moet je de patatslag doen maar ik liever altijd zo laat mogelijk. Zeker bij wind waar je de patat echt ruikt.

Die wedstrijdverslagen zijn altijd leuk om te lezen. Als je er niet bij bent geweest lees je hoe het was, en als je er wel bij was leer je de ziel van de verslaggever kennen. Die van Fred bijvoorbeeld, in zijn Grou-verslag. Misschien niet het beste voorbeeld want de leidingen van Fred had ik eigenlijk al ruim voldoende doorgemeten. Maar goed, typisch Fred: ik haalde hem bij de Tynje in omdat zijn wieg daar nu eenmaal niet heeft gestaan, zoals de mijne. Hij pakte hem te hoog. Dat moet je daar niet doen. Maar dat kwam mij als winnaar van de race al op het water terug naar de haven te staan op een uitgebreide oekaze over de vermeende overlengte van mijn onderlijksmarllijn. Die had Fred natuurlijk niet gemeten - ik weet trouwens niet eens zeker of Fred wel weet hoe een meetlint werkt - maar hij wist al zeker dat hij te lang was. En dat is verboden, legde hij uit, want dan ga je te hard en dat mag niet. Vervolgens stapte hij meteen over van de rol van verongelijkte verliezer naar die van scheidsrechter, want ik kwam er met een "waarschuwing" af: Fred zei dat hij niet zou protesteren als ik de boel de volgende dag strakker zou zetten. Dat bleek geen probleem want toen woei het. Zo is het protestcomitee een protest bespaard gebleven maar de lezer van het jollenbulletin moet nu wel Fred's “uitspraak”, weer in een volgende rol, die van verslaggever, lezen. Dat is natuurlijk not done onder echte zeilers want óf je protesteert en er komt een meetlint, óf je protesteert niet, maar dan hou je er ook over op. Zulke dingen zijn al eerder gebeurd in het jollenbulletin: Huib Ozinga ging bijvoorbeeld eens plechtig als "deskundige" in het bulletin zijn niet gekregen gelijk halen, als ik het me goed herinner presenteerde de professor het zelfs als een soort oefenopgave reglementenkennis. Maar ik bekritiseer de redactie natuurlijk niet om dit soort dingen, want ik ben fel voor vrijheid van meningsuiting. De schrijver is verantwoordelijk. Iedereen moet helemaal zelf weten hoe hij zich in de blote kont zet.
Grou was niet het enige besproken evenement waar ik bij was. Ook Louis, over Bosham, is leuk omdat hij de m.i. ware spirit van de jollenzeilerij toont door de couleur locale prachtig te treffen en de uitslagen geheel niet te vermelden: wat doet dat er ook toe!
Niets in het bulletin over het internationale hoofdevenement van de jol van 2019 op Rutland Water. Maar daarover stond al genoeg in de internationale watersportmedia (Afloat, Yachts and Yachting, en Geja op International12.org). Toch is er ruim aandacht in het bulletin voor het internationale zeilen, verheugend, want ondertussen verloor Nederland een beetje de aansluiting door voor de Kaag de Copenhagen Rules niet toe te passen. Omdat nog steeds onduidelijk is of dat komend seizoen wél zal gebeuren is de Kaag volgend jaar geen Friendship Series Event. Die titel gaat naar een Pinksterevenement in Ierland, het “Clinkerfest” waar de Lough Ree Yacht Club haar 250 jarig bestaan viert (zie de internationale zeilkalender op International12.org). Nu al zijn veel jollenzeilers over de hele wereld ervoor warm gelopen. Gelukkig is het een éénmalig evenement dus wie weet wat de toekomst nog weer eens voor de Kaag brengt.
Wijs, maar ook leuk, dat spotlight op Jachtbouw de Groot op blz. 30. Dat had hij wel verdiend na de vreselijke manier waarop zijn jollen door de klassencontrole van Alkmaar 2018 tot doelwit van nonsens-protesten waren gemaakt. Barmeisjes met lootjes? Vergeet het maar: waren er niet. Trouwens een jol heeft ook geen gaffel.
Leuk is het verhaal van Donald. Ik ging meteen op de jollensite kijken. Maar nee. Anderhalf jaar na de ernstige incidenten op Alkmaar die het het vertrouwen schokten en het NK 2019 deden mislukken prijken daar pontificaal nog steeds dezelfde klassencontroleurs. Benieuwd hoe lang men het schip van de Jollenclub nog laat vollopen voordat men echt de hand aan de pomp slaat.
De prijs voor het leukste verslag in dit bulletin geef ik zonder meer aan Sam Groenendaal voor zijn verslag van het Loosdrechts Open. Ik deel hem geen lintje van verdienste uit, want ik hou Sam voor een volwassen mens, maar hij krijgt van mij een Partagas D Nr. 4 als hij die rookt terwijl ik er ook een opsteek, en hij daarbij aan mij duidelijk uitlegt hoe hij zo onwijs hard gaat. Ik krijg de indruk dat hij in dat veld daar echt had kunnen winnen!
Door de puntige darwinistische kritiek van Avocette op de plasvastheid van de jollenzeiler verheug ik mij erop, adel verplicht, hem volgend jaar weer terug te zien bij de internationale wedstrijden.

Algemene conclusie: dit jollenbulletin is uiterst aangenaam en interessant leesvoer voor de jollenzeiler, maar we moeten beseffen dat het momenteel geen onafhankelijk blad is. Niet elk onderwerp en elke mening is even welkom. Ondanks die spijtige beperking wordt een breed gebied van de belangstelling van de lezer gedekt. Het heeft iets te veel van oh .. wat zijn we toch een fantastische club, wat hebben we het toch leuk, wat is het toch allemaal koek en ei. Ook bij de verslaggevers bespeur ik hier en daar wat mooi-weer spelerij en terughoudendheid uit eigen beweging. Maar we kennen elkaar allemaal goed en kunnen daar wel doorheen lezen.

Leve het Jollenbulletin!