Lingeblog Home
Crt 170503 Lastedit 20-12-27

Snelle jollen

Snel, wat is dat? Het snelste is licht. 300 000km/sec. Harder kan niets, zegt Einstein. Raketten kunnen wel 0,0004% van die snelheid halen, straaljagers als het mooi is ruim de helft minder. Wil je een snelle jol, dan moet je geen twaalfvoetsjol nemen. Een twaalfvoetsjol blijkt pas een redelijk slim bootje als je weet dat in 1900  alles van hout moest zijn, en dat er nog geen sterke houtlijm was hout nog zelden werd gelamineerd. Dan kun je zo'n ding gaan opvoeren met epoxylijm, plastic rompjes en carbonmasten, maar waar ben je dan mee bezig? Als je die spullen eenmaal hebt kun je immers een echte laser, finn of musto skiff bouwen! Een twaalfvoetsjol van modern materiaal is als een here Jezus aan de muur aan een knipperend kruis, ledverlicht, instelbaar in kleur en frequentie, alles van plastic. In Italiaanse kitchwinkels heb je daar enorm veel keus in. Het komt meest uit China, blijkt als je onder op het plakkertje kijkt. Zo heb je in Italië ook plastic namaak twaalfvoetsjollen die net hout lijken doordat ze van een mal getrokken zijn waarin gangen zijn gefreesd. Ook zo'n anachronisme, een klunsige combinatie van antiek en modern die alleen maar op de lachspieren werkt. Behalve in Italië natuurlijk. 


...  echte snelle jollen ...

 


... zo ging het dus niet in de zeilgeschiedenis ... de kunststof Italiaanse retro kwam na de Olympiajol en de Finn ... mosterd na de maaltijd ... leuk voor wie niets van techniek en zeilen weet ...


... zo ging het in het echt ... als je eenmaal goeie houtlijm hebt voor een lange sterke mast doe je natuurlijk eerst dat malle ra'tje met die leidsels weg en je maakt een torentuig. Wordt de maststerkte nog groter dan gooi je de verstaging eraf ...  maar er waren er dus die toen de ra van aluminium gingen maken en ... hadden ze nou niet door dat de verstaging er inmiddels wel af kon?  ...

 

Maar als we naar de klassieke jollenvloot kijken, vergaat ons het lachen over de Italianen snel: zelflozers, neerhouder, plastic zeilen, op de giek verstelbare onderlijkspanning. Bij het ontwerpen destijds van Nederlandse klassevoorschriften hebben ze het in hun kop gehaald van de daarvoor geldende internationale voorschriften af te wijken. Oude jollen - de originele dus! - krijgen in Nederland wat "dispensatie".  Worden "gedoogd". Dat is allemaal verloedering van Italiaanse allure.

Vooraan in onze de wedstrijden varen meest nieuwe jollen. De oude zeilen er braaf achteraan. Zijn die nieuwe sneller? Ik denk vaak wel een beetje, hoewel sommige ouwe ook hard gaan, maar je moet niet vergeten dat de zeilvaardige ambitieuzere twaalfvoetjollenzeilers ook sneller de beurs openen voor een nieuwe jol. Het verschil in rompsnelheid gaat daardoor vaak samen met het verschil in zeilvaardigheid en trimvaardigheid, en het rompje komt denk ik niet op de eerste plaats als oorzaak van de snelheidsverschillen. Dat zou je kunnen uitvinden met wedstrijden waarin van jol wordt geruild. Maar in één weekend krijg je statistisch lang niet genoeg gegevens.

De zwaardkastoorlog
Zullen we dit niet gewoon even oplossen heren? Wel zo gezellig voor de rest!

Stel je kunt best goed vooraan komen in het jollenveld. Maar er zijn er een paar die nog harder gaan. Dan ga je er natuurlijk over denken waar dat aan dat kan liggen. Je legt je er immers niet zomaar bij neer dat die snellere beter kan zeilen. Dus we gaan in elkaars boten gluren. Dan komt meteen het probleem: we zijn een eenheidsklasse maar tussen twee jollen zie je meteen wel 20 verschillen. Welke zou het zijn?

De zwaardkastwijdte, dachten een paar jaar geleden ineens een paar ambitieuze subtoppers. Natuurlijk een smalle zwaardkast, dan loop je gelijk een stuk sneller. Dit is niet eerlijk. Er moet iets gebeuren.

Maar wat kun je doen? Die zwaardkastwijdte moet in droge toestand gemeten dus op het NK kun je niks doen want dan zijn we niet droog. En je kunt niet eisen dat een gelicenteerde jol opnieuw wordt gedroogd en gemeten. Trouwens dan zijn ze natuurlijk weer op maat want anders waren ze destijds door de meter afgekeurd wegens te nauwe zwaardkast. Nog iets te verzinnen? Aha! We stellen voor dat de jol niet droog hoeft te zijn voor zo'n meting! Dan worden ze op het NK afgekeurd!

Ik was niet bij die rampzalige vergadering. Ik was geen licentiehouder. Mij is verzekerd dat niemand vroeg hoe men wist dat de zwaardkastbreedte verschil maakt in de snelheid, en niemand vroeg of een rondgang langs de bestaande jollen was gemaakt om vast eens te kijken. De antwoorden bleken achteraf te zijn: 1. men wist ten tijde van de beslissing niet hoe het zat met de zwaardkastbreedten van de bestaande jollen, en 2. men had geen flauw benul of zwaardkastwijdte werkelijk uitmaakt voor de snelheid, al dacht men duidelijk van wel. En nu weet nog steeds niemand dat. Terwijl de loopgraven al betrokken zijn.

Aangenomen! Klunziger kan het toch echt niet. Maar er is ook bij mijn weten geen enkele professionele hydrodynamicus in de vergadering van licentiehouders te bekennen.

Inmiddels weten we meer over de bestaande jollen: nat gemeten, de begeerde noviteit, blijkt het te barsten van te smalle zwaardkasten. En droog? Weten we nog steeds niet. Maakt het uit? Weten we ook nog steeds niet.

Bij het rampzalige besluit was een man van het Watersportverbond. Maar ja, wat kun je van zo iemand verwachten? De deskundigheid van het verbond spreekt uit onze klassevoorschriften. Heb je wel eens gezien dat wij in onze verbondsklassevoorschriften een "gaffel" hebben? Een gaffel? Een gaffel heeft per definitie een klauw. Waar is dan de klauw? Het verbond weet het!! Immers bij de behandeling van ons zeil in ons verbondsklassereglement wordt gerept van een "klauwhoek", en dan bedoelen ze de voorhoek van ons ralijk. Waar ik nog nooit bij iemand een klauw heb zien zitten. 

Een "klauwhoek". Het staat er echt. We hebben een klauwhoek. Hoe lang hebben we al een klauwhoek? Willen alle kampioenen sinds ik denk 1964 hun medialles even komen inleveren? Ik ga op het NK met een gaffel, dus met klauw, varen en protesteer jullie er allemaal uit! Trouwens: er staat ook dat electronische tijdmeting is toegestaan. Staat er niet dus mag ook niet, dus als ik jou met een mechanisch horloge zie varen en absoluut over jouw rug kampioen wil worden protesteer ik je er ook subiet uit!

Maar men weet nog niets van mijn geheime plannen en ondertussen lopen de zwaardkastemoties nog steeds hoger op. Inmiddels is het  lachen enkelen vergaan. We zijn in oorlog. Terwijl nog steeds niemand over professionele kennis beschikt of en zo ja hoeveel % per millimeter zwaartekastwijdte de snelheid beinvloedt. De emoties worden gedreven door ongefundeerde technische gezichtspunten. Of, zoals ik het graag uitdruk: havenkantbijgeloof.

Gelukkig maakt lang niet iedereen zich er druk over. De meesten weten heel goed wat we zijn: een niet te serieuze club van zeilers van vergane glorie in boten van vergane glorie. Maar het bier na de finish smaakt toch net iets minder als je weer gefluister aan je kop krijgt over hoe de ambitieuzere figuren van onze verder toch zo gezellige club fundamentalistisch liggen rollebollen of ze 18 zijn en genept worden tijdens de selectiewedstrijden voor de olympische spelen. Je lacht je helemaal dood als je dan ook nog beseft dat de invloed van de zwaardkastbreedte op de snelheid onbekend is.

Wat een gedoe allemaal. En stop ze maar es als ze eenmaal begonnen zijn.

Daarvoor zullen we de tests denk ik maar moeten uitvoeren. Ik verwacht niet dat er wat uit komt maar dan is het gedonder tenminste afgelopen. Kost wat maar dan heb je ook wat. Trouwens als je al iets had willen wijzigen aan de reglementaire breedte van de zwaardkast in het klassereglement had je dat natuurlijk nooit mogen doen zonder zo'n testrapport. Ik ben een leek maar studeer graag. Zo weet ik dat zoiets grofweg als volgt gaat:

In een sleeptank leg je één voor één jollen met verschillende zwaardkastbreedten, met ballast die het gewicht aanvult tot het normale totaalgewicht in de wedstrijd. Heb je er nog meer geld voor over dan kun je de test voor verschillende bruto gewichten herhalen. Je jol wordt met lijn A (plaatje onder) vastgemaakt aan de instroomkant van de sleeptank. Daar zit een lijnspanningsmeter op, te vergelijken met een hangweegschaal, maar dan horizontaal en vééél nauwkeuriger, anders meet je sowieso eventuele verschillen niet.


... test zonder drift ...
...met zwaard omhoog simuleer je voor de wind zeilen...
...met zwaard half simuleer je ruime wind zeilen ...

Volgens de derde wet van newton (actie=reactie) is de kracht ("trekgewicht", in grammen dus) die de meter meet gelijk aan de kracht die het jollenzeil op de jol moet uitoefenen om deze te laten varen met de snelheid van de stroom in de sleeptank tijdens de meting. Heb je dat getal voor een aantal brede-kast-jollen gemeten bij een bepaalde watersnelheid in de sleeptank dan is het tijd voor de smalle-zwaarkast jollen. Nu doe je het zo: je regelt de watersnelheid zo, dat de trekkracht-meter het getal van de brede-kast-jollen aangeeft. Moet je de watersnelheid hoger zetten om de meter gelijk te krijgen dan zijn smalle-kast-jollen dus sneller. En met gemiddelden over meerdere jollen van smalle-kast en brede-kast, en meerdere uitgangssnelheden voor de brede-kast jollen kun je een prachtig grafiekje maken.

Voor een simulatie van varen aan de wind moet er nog een truuk toegepast worden omdat bij jollen aan de wind het water op een hoek van 5o onder de zwaardkast doorstroomt.


... zwaard neer ... simulatie aan de wind met onze normale drift van 5o ...

Voor simulatie aan de wind moet de "sleep"lijn met de trekkrachtmeter op een zodanige plaats aan de jol worden bevestigd dat de hartlijn van de romp door onze drift onder een hoek van 5 graden onder de zwaardkast door stroomt. Dan heb je onze drift. Het water stroomt op een hoek van 5o onder de zwaardkast door. Dan wil die jol natuurlijk gaan gieren dus moet deze met een extra lijn (B) exact loodrecht op de stroomrichting aan de sleeptank te worden bevestigd.

Zelf denk ik dat er uit komt: geen meetbaar verschil. Maar vergeet niet: in de hydrodynamica spelen vaak onverwachte faktoren een rol die tot verrassende uitkomsten leiden. Ik moet er bijvoorbeeld niet aan denken dat om een of andere reden die nog niemand had bedacht brede zwaardkasten in de tank sneller blijken. Dat zou natuurlijk subiet weer het omgekeerde gedonder geven bij de felle heren.

Bah. Kunnen die zwaardkastsalafisten niet beter laser gaan varen? Dat is in deze tijd tenminste een serieuze jol. Scherpslijperij van olympische allure combineert niet met gezellig wedstrijdjes doen in een hartstikke leuk houten bootje dat niet meer van deze tijd is.