Lingeblog Home
Previous
Next
Crt 170122 Lastedit 20-12-27

Jollologische Wintermijmeringen 

Zaterdagochtend 29 januari. Daar sta ik dan weer aan de Nieuwe Kade in Grou. Bij Oostergo. Der ligt ijs, maar je denkt toch meteen aan die Marrekritevlag van 2017 die je moet kopen. Dat wordt gelukkig een ander kleurtje dan dat vieze ding van vorig jaar, het kan niet elk jaar ellende zijn.

Ik koop er twee want ik heb er één aan Dennis beloofd, mijn collega Pikmeer zwerver, wie het wat krachtiger in de beurs grijpt dan mij.


... Dennis: zomer en winter ...

Maar nu ligt er ijs. De Technische Commissie is ergens in Grou druk in de weer. Merkwaardig, je zou zeggen dat na dik honderd jaar de kinderziekten van de jol wel verholpen zouden zijn. Waar kunnen ze het na meer dan een hele roemruchte jolleneeuw nog over hebben? Waren wij nog een olympische klasse, ja dan was het te begrijpen: die boten moeten aan de klassevoorschriften voldoen. Maar bij een historische plezierklasse als die van ons moeten de klassevoorschriften natuurlijk aan de jollen voldoen. Dat lijkt kennelijk makkelijker dan het is.

En vergeet ook niet de grillige bewegingen van het niet door kennis van de hydrodynamica geremde havenbijgeloof over wie misschien wel een metertje sneller is met een achterbaks ditje of datje!!! Die stortvloed van verschijnende en verdwijnende geloofsartikelen moet natuurlijk allemaal zonder consultatie van Delftenaren linea recta in de klassevoorschriften verwerkt, en absoluut vóór we voorzichtig eerst eens gaan kijken of de jollenvloot wel aan het laatste "technische" hersenspinsel voldoet. Ja en dan blijkt natuurlijk dat er in de vorige eeuw jollen hier en daar wel een millimeter te nauw of te wijd zijn gebouwd, en dat, iedereen weet het zonder kennis van zaken zeker, geeft een oneerlijk voordeel. De bijl in die ouwe jollenrotzooi! Regels zijn regels! En rubber strips! Ja! Cockshott heeft honderd jaar geleden de rubberstrip vergeten. Gelukkig dat die slimme Nederlandse jollenzeilers er nu alsnog achter zijn gekomen!

Met name in de subtop acht men zich bij uitstek deskundig. Daar weet men absoluut zeker dat men subiet nationaal kampioen zou worden als alles eindelijk eens eenmaal technisch eerlijk zou zijn. De messcherpe competitie op het water wordt in die kringen met groot enthousiasme bij technische onderwerpen in de vergaderingen voorgezet. Hoe lager het water waarop je de spijkers zoekt hoe deskundiger je overkomt. En zo is er tijdens de winterverveling  dan misschien wel net geen overdekt NK maar toch zeker een soort indoor klasse evenement.

Er is een troost: het is een algemeen Nederlandse karaktertrek  waarin een NK op algemeen enthousiasme en fanatieke deelname zou kunnen rekenen. Wij jollers zouden daarin goed scoren maar gaan we het winnen? De te kloppen club zijn de Lemsteraken: enige jaren geleden werd de Groene Draeck van de beschermvrouwe door nieuwe klassevoorschriften van de Lemsteraak per ongeluk de illegaliteit in gereguleerd. Dat was echt klasse! Daar kunnen wij niet tegenop: weliswaar is er een oude jol van 's konings grootvader maar die is in de oorlog (zorgvuldig onderzoek naar de toedracht vereist!) verkocht naar België en ligt daar nu ergens in een schuur. Maar wellicht kunnen onze zwaardkastmatadors wél hun licht opsteken over hoe de aakbobo's toen hun keutel weer schielings hebben opgetrokken, en de Groene Draeck weer hebben geherlegaliseerd, want voor zover ik weet mag de Groene Draeck weer meedoen.

Nu we leden van verdienste hebben stel ik voor ook het lidmaatschap met één, twee, drie etc. waarschuwingen in te stellen. Je krijgt een waarschuwing als je er een voorstel doordrukt dat zich als een vishaak in het vlees van de club hecht zodat onze clubchirug Wim Bleeker er nog bijna aan te pas moet komen om het onding er weer uit te peuteren. Doet zo iemand later weer iets verdienstelijks dan kan zijn (ja het zijn immers altijd heren) status worden hersteld van bijvoorbeeld "lid met twee waarschuwingen", tot "lid met één waarschuwing".

Maar nu ligt er ijs. Hier en daar ziet men reeds dikgeklede jollenzeilers in de Grouster straten richting Oostergoo geanimeerde gesprekken als mistwolkjes de kou in blazen. Alsof ik over stuurboord lig word ik van achter het beslagen raam van een petatkraam aangeroepen door de voorzitter. Hij is duidelijk aangekomen sinds de laatste herfstwedstrijd, net als ikzelf trouwens, maar wij laten ons niet kennen en leggen gezamenlijk een gefrituurd dammetje in de maag om er de middag tegen te kunnen, daarbij gretig de laatste kans aangrijpend om zonder blad voor de mond de karakters door te nemen van de overigens door en door sympathieke collega zeilers die wellicht op sommige agendapunten elegant pootje gehaakt moeten worden.

Trots vertel ik hem dat de subtopboboos van onze club mijn toch al griezelig hoge voetstuk nog verder in de ijle lucht hebben getild door mij niet meer eenvoudig "commodore" te noemen maar zelfs: "Bert Hamminga die zichzelf profileert als commodore". De voorzitter fluit tussen zijn tanden. "Dat moet ik nog maar voor elkaar zien te krijgen", mijmert hij, "... Bert Bos die zichzelf profileert als voorzitter ...". Het lijkt hem wel wat. Ik beloof mijn best voor hem te doen.

De zaal loopt vol. Er meldt zich een Zwitser met een hele oude jol. Maar die voldoet ook al niet aan de klassevoorschriften. Van zilver. Hij wil hem dus meteen voor niks kwijt en dat laat de club zich geen twee keer zeggen. Wordt in grote dankbaarheid aanvaard. Wie hem eens wil winnen zal aan het klasse-evenement Grou moeten deelnemen, wordt besloten.

Gelukkig ben ik nog niet weer over dat Grou-evenement 2016 aangesproken, waar ik 's zondags bootje ruilde met Wim Bleeker, hij in mijn pasgekochte 717, ik in zijn 869. De middagwedstrijd won ik en de havenbankwijsheid is nu natuurlijk dat het met die boot van Wim geen zuivere koffie kan zijn, als zelfs ik daarin kan winnen. Ergens begrijp ik dat wel, ik vond het ook niet kunnen. Maar zoals gewoonlijk missen de overtuigde rechtgelovigen in deze nieuwe leerstelling weer de belangrijkste natuurkundige feiten. Moet ik dit toch niet eens eerlijk rechtzetten? Ik wik en weeg.

In de pauze wordt het eerste borreltje geschonken en ja daar komen ze weer, de grappen over mij en die jol van Wim Bleeker.

Volgens mij moet Wim een jaartje van jol ruilen met een ander uit de top tien. Dan houdt het wel op. Want dan gaat hij het net zo goed vaak winnen. Waarom ik dat denk?


... geen banenkoersen, mijn eigen werkelijke route. We zeilden Start, B-sb, 13-bb, 5-bb, 14-sb, 3-bb,15-sb,finish ...

Vrijwel op het laatst van de smaakmakende wedstrijd, bij boei 14, lag Wim Bleeker met de 717 op de spiegel van zijn eigen 869 met mij er in! De 717 was echt nog niet goed, zeker niet voor dat lichte weer, het gebruikte tuigje is daar te vlak voor. In het korte kruisrakje van boei 14 naar boei 3 kregen we eerst een ongekende krimpende schifting en daarna een dito krankzinnig ruimende schifting. Ik had alle geluk die mogelijk was, kachelde de 3e liggende Fred Knitel voorbij en vlakbij boei 3 zelfs Durk Zandstra, die een paar minuten eerder wel 150 m vóór mij had gelegen. In het kaartje teken ik mijn ongelogen kruis-route van boei 14 naar boei 3. Puur geluk. Je kon het niet zien aankomen. Vlak voor Durk Zandstra om boei 3 kreeg ik samen met hem een vlaag van achteren waar de 1e liggende Pieter Bleeker mooi op mocht wachten tot we bij hem lagen. Ja toen loefde Pieter de serieuze concurrent Durk de blakte in en kon de underdog laag onderin de Tynje onder beide kemphanen doorviegelieren. Fred Knitel heeft alles gezien, die kan getuigen dat het echt zo gegaan is.

De conclusie: was ik met Fred de verkeerde kant van dat idiote kruisrakje ingegaan, en had Wim per ongeluk gedaan wat ik per ongeluk dee, dan was hij in de 717 zeker ergens tussen 3 en 1 geëindigd. En hadden de havenbankwijsheden nu totaal anders geklonken. Ik denk dat bij bootje ruilen als regel zal gelden dat het weinig uitmaakt. Om de voordurend de kop opstekende stellingen van ambitieuze subtopzeilers tot zwijgen te brengen dat die en die dingetjes en dangetjes voordeel geven en gereguleerd moeten worden zou het misschien goed zijn als vaker van bootje werd geruild.

Maar er ligt momenteel ijs en het gaat al weer over het Nederlandse Nationale Kampioenschappen. O, dat gedoe!  Terwijl nationalisme toch volstrekt uit de tijd is. Als zeventiende deelstaat van  Duitsland zou Nederland een kleintje zijn. Sjang Hai is groter. Dat heeft gewoon een burgemeester. NK, dat kán toch niet meer, we maken ons belachelijk. In navolging van ons district Noord oormerken district West en Midden één van hun evenementen als districtskampioenschappen. Die districten breien ook elk een eigen vlag, dat is leuk. Nu in Grou over het NK het voorstel werd aangenomen dat de kampioen na de finish op de rest wacht voor een gezamenlijke haven-intocht, ga ik volgend jaar een amendement indienen: "vermits niet naar het oordeel van de kampioen grote dorst een te grote vertraging zou opleveren". Helemaal stoppen met dat malle NK is natuurlijk het beste. Het gaat in onze club tenslotte om de klassevenementen. Mag Duuk tot ons aller opluchting en vreugde van zichzelf ook weer overal aan meedoen.

Ik stond wel even héél erg vreemd te kijken toen ik 6e berekend bleek voor de Jaarprijs 2016. Als ik tel wie er meestal voor mij eindigt kom ik op minstens 15 zeilers. Maar geen reden te slecht om eens een middagje naast je schoenen te lopen. Al was mijn pianist en aartsrivaal Durk Zandstra verdorie derde, jaarprijs-rekenmeester Karel de Boer stak voor mij een laudatio af waarna ik dacht: "moet ik langzamerhand niet eens uit de klasse stappen om een ander eens een kans te geven want anders zijn ze nog gedwongen mij vóór het eind van de avond na Duuk nog bij de leden van verdienste te voegen". Maar ik wist mij nog juist te bedwingen. Voor deze telling moet je veel starts hebben en die had ik. Ik had niet geprotesteerd als mensen zoals ik met een onfatsoenlijke veelheid starts strafpunten hadden gekregen wegens te veel fanatisme. In ieder geval ga ik komend seizoen wat minder starts maken in de hoop zo de kwaliteit nog wat te kunnen verbeteren.

Maar wat kreeg ik een prachtige prijzen, een lust voor het oog!


... bekoorlijke prijzen ...

De linker zal voor mijn onbescheiden aantal starts zijn, al staat er op: "Kaagweek 1955 (toen was ik vier jaar oud), teamprijs 12 voetsjollen klasse". Het oogt zeer beslist als echt zilver. De drie bekoorlijke pootjes scharnieren direct waar zij de enorm symbolische bol bereiken zodat ze kunnen draaien! Omvalrisico's zijn voorkomen met een fraai gevormde ronde mahoniehouten voet waarin voor de pootjes verankerende gaatjes zijn geboord. Maar hij zit niet vast. Men kan het sieraad uit zijn sokkel nemen om trots aan de eerbiedig bewonderende toeschouwer te tonen, of het de bewonderaar zelfs even in de hand geven zodat deze enigzins kan navoelen wat het betekent om zoiets te winnen. Het geheel getuigt van een grote liefde voor de zeilsport in het algemeen en de 12voetsjol in het bijzonder.

Dat is in nog sterkere mate het geval bij het rechtse kleinood, de ladderprijs. Deze wordt jaarlijks begraveerd, als gevolg waarvan men ertoe is overgegaan de inmiddels vol geraakte ereplaatjes in het deksel van de eredoos te plakken. In dit deksel ontwaart men met enige moeite nog juist OUD KAMPEN SUMATRA CUM LAUDE - niet mijn merk, maar wie daarop let is een kniesoor, het is al lang mooi dat onze hooliganistische overheid ons niet beboet omdat verzuimd is aan alle binnen- en buitenkanten ordinaire bloederige kruisvaarderachtige stickers te plakken met doodsbedreigingen waarvan onze zich rap uitbreidende georganiseerde criminaliteit het schaamrood op de kaken zou krijgen. Het rookwerk moet al tientallen jaren geleden in de hens zijn gezet door een liefhebber van dit allooi van sigaren die men in mijn kringen aanduidt als: "hooi". Wat de gravering betreft kom ik er makkelijk af, want ik pas nog ruimschoots op het momenteel op de prijs zelve geplakte ereplaatje, al sta ik voor de moreel lastige keuze of ik mijn naam er zó groot op zal graveren dat de volgende winnaar met een nieuw plaatje moet beginnen dan wel de graveur in de bescheidenheid waarvoor ik bekend ben - althans streef te zijn - de opdracht te geven zich tot de helft van het lege gedeelte te beperken. Maar alsof dit niet genoeg is heb ik nóg twee eervolle vermeldingen voor deze bekoorlijke prijs. 1. De ladder is van een verbazend stevige koperlegering en zal er niet gauw afbreken, zoals dat toch op het eerste gezicht lijkt. Een prachtig stukje werk 2. De OUD KAMPEN-kist is gecapitonneerd met een  zorgvuldig in de vorm gesneden schuimrubber waaroverheen een kostbaarheid uitstralend doekje van licht glimmend geel kunststof is gespannen, dat ons in kontrast met de rode beschildering van de sigarendoos aangenaam herinnert aan de kleuren van onze prachtige klassevlag.


... het mysterieuze "I R F. VAN ECK" ...

Toch moet ik tot slot weer terugkomen op de linker prijs (voor de meeste starts): nader onderzoek wil ik stimuleren waar het gaat over de benoeming van de bemanning van A.W. Reijers, die samen met hem zo verdienstelijk de Kaag teamprijs 1955 in de wacht sleepte. Er staat weliswaar duidelijk "IRF VAN ECK", doch voor de "R" is men naar een kleinere maat kapitaal gegaan, de "R" is voorzien van een onderstreping, en, en nu komt het!, de echt oplettende kenner ziet dan nog dat de onderstreep enigszins boven de rooilijn staat, maar wel zo ver dat niet verondersteld kan worden dat van slordigheid sprake is geweest. Dit roept historische vragen op waarover ik in latere berichtgeving meer duidelijkheid hoop te zullen kunnen bieden. Ik stimuleer de ganse jollengemeenschap om nuttige bijdragen kanttekeningen, en vruchtbare hypothesen voor nader onderzoek hier te posten.

Nu de Algemene Ledenvergadering door zijn lokatie Grou toch al voor velen een internationaal tintje had, besloot Internationale Classical Wood Club dat nog wat aan te zetten door de flyer van internationale kalender in het Fries te laten aankondingen door hun Duitse teamlid Reinhard Schroeder.

Leave freonen, Ik hoopje dat jimme my ferstean kenne. Ik doch tyge myn bêst. Foar kommend seizoen hawwe wy wer in pear ynternasjonale wedstriden op de list. Ut binne der fjouwer. Begjin April dogge wy de Baldeneysee by Essen. Dan komme in Maie de bûtenlanders op de Kaagweek En yn Juli gean wy wer nei Lowestoft. Yn October kinnen wy mei de Ok jollen meidwaan op in moai mear yn Zuid-Belgie. It stiet allegearre yn in flyer dy wy aanst útdiele sulle. Tyge tank. *)
_________
*) Van deze hoog-Friese tekst had Sjouke Dijkstra, de pasbenoemde top-Frisioloog van de CWC die eerder ter voorbereiding al een geluidsclip met de tekst naar Reinhard had gemaild, de eindredaktie.

 


... de flyer van 12footcwc.org ... de resolutie van dit plaatje is goed genoeg voor een A4-print ...

Lingeblog Home
Previous
Next